Sluiten

Zoeken.

Joodse mondelinge leer – rabbijn dr. Tzvi Marx

Door Ruben Ridderhof - 

1 december 2010

101203_tzvimarx-300x225

Rabbijn dr. Tzvi Marx. | Foto: CvI

Christenen kunnen door zich te verdiepen in de Joodse mondelinge leer leren om op een niet-dogmatische manier naar de Bijbel te kijken en daarmee de rijkdom die hierin ligt te ontdekken. Dat betoogt rabbijn dr. Tzvi Marx. De mondelinge leer laat zien hoe God mensen wil gebruiken om zijn woord bemiddelen.Profeten en rabbijnen

“De waarde van de Joodse mondelinge leer is dat je leert zien hoe je de Bijbel kunt lezen zonder dogmatisch te zijn. Dat is de grootste verdienste van de Talmoed. Als je de mondelinge leer niet hebt, dan heb je namelijk alleen de profeten. En je hebt alleen ware profeten en valse profeten, daar zit niets tussen. Een profeet spreekt de woorden van de Eeuwige: ‘Zo spreekt de Here’, ‘Het woord van de Here kwam tot…’ Zij spreken de woorden van God of niet.

De mondelinge leer wordt overgedragen en geleerd door rabbijnen. Maar als een rabbijn een andere mening aanhangt, is hij nog geen valse rabbijn. Er zijn nu eenmaal rabbijnen met verschillende meningen. Een rabbijn zegt ook nooit: ‘God heeft aan mij gezegd…’ Een rabbijn zegt altijd: ‘Ik vind dat, op basis wat er is geschreven, …’ Dat is een categorisch verschil tussen profeten en rabbijnen.”

Mensenwerk of Gods werk?

“Christenen kunnen uit de Talmoed leren dat er een andere manier is om serieus om te gaan met Gods woord, zonder dogma’s en binnen de beperkingen en capaciteiten van het menselijk denken. Het is mijn ervaring dat christenen dan zeggen: ‘maar dat is dan toch mensenwerk’. Maar wij Joden zeggen: ‘nee, dat is Gods werk’.

God wil zijn woord laten bemiddelen door mensen, met wat Hij ze aan vaardigheden heeft gegeven. Hij heeft ons een gezond verstand gegeven. Rationeel denken is volgens de Talmoed ook een regel in het nadenken over Gods Woord. Als we dus logisch nadenken over de Bijbel, doen we Gods werk. Wat zijn die woorden zonder de mens als mediator? Dan is het niets anders dan inkt op papier.”

Verheldering door interpretatie

“Ik doe met christenen vaak een experiment. Ik neem een Bijbeltekst en laat hen dan vragen stellen over die tekst. Voor je het weet heb je dan over een stuk tekst een heleboel vragen. Dan laat ik ze elkaar antwoorden geven op die vragen. Maar wanneer je vraagt of daarmee de vragen naar tevredenheid zijn beantwoord, blijkt dat er alleen maar meer vragen zijn opgekomen. Hieruit blijkt dat de Bijbel vaak helemaal niet helder is.

In Psalm 12:7 staat: ‘De woorden des HEREN zijn zuivere woorden, gedegen zilver, in een smeltoven in de aarde zevenvoudig gelouterd.’ De rabbijnse uitleg van deze tekst wijst erop dat zilver uit de grond komt en van nature niet zuiver is. Paralel is Gods Woord ook niet helder. Hoe wordt het dan helder? Door het werk van zuivering dat wordt gedaan door mensen die bedenken hoe je het moet interpreteren.

Maar zo ontstaan er natuurlijk wel verschillende interpretaties. En wat moet je dan wanneer het aankomt op collectief gedrag? In die gevallen wordt de interpretatie die de meerderheid aanhangt gebruikt. Want je wilt het samen doen, anders is het een religie van individuelen, maar we zijn een volk. Maar bij veel zaken komt het niet aan op gedrag. Dan denkt de een zo en de ander zo. Dat is geen probleem.”

Meningsverschillen zijn heel gewoon

“Christenen zoeken in de Bijbel naar de antwoorden. Joden kijken naar de vragen. En door de vragen realiseren wij ons dat Gods Woord niet zo helder is en dat Hij ons veel ruimte geeft om de tekst uit te leggen. En als er dan iemand komt die dogmatisch zegt: ‘Zo is het’, dan is dat niet Joods.

Maimonides (een van de grote Joodse leermeesters, red) dacht dat als iemand over God denkt in lichamelijke termen, dat ketters was. Maar een andere rabbijn dacht daar heel anders over. Hij zei: ‘Ik ken een heleboel rabbijnen die over God denken als iemand met een baard. Zijn dat dan ketters? Nee’. Weet jij dan hoe je over God moet denken? Hoe kunnen die mensen dan samen zitten? Omdat daar de ruimte voor is. Die ander is geen valse rabbijn. Hij is gewoon een andere rabbijn.”

Jezus zien als rabbijn

“Wat doe je met een valse profeet? Die moet je doden. Wat doe je met een rabbijn waar je het niet mee eens bent? Daar ga je mee in discussie. En dan kom je bij Jezus. Christenen zien hem als Zoon van God en als een profeet. Dat bestrijd ik niet, maar christenen zien hem nooit als een gewone rabbijn die een discussie voert met andere rabbijnen.

Als je het Nieuwe Testament zo gaat bekijken, lees je het heel anders. Als Jezus bijvoorbeeld een discussie heeft over de Sjabbat, dan lees je ‘de mens is er niet voor de Sjabbat’. Open de Talmoed, dan lees je daar precies hetzelfde. Maar bedoelt Jezus dan dat de Sjabbat niet meer geldig is?

Als je Jezus ziet als een rabbijn, dan begrijp je dat hij de Sjabbat ook zelf hield. Er waren wel discussies over bepaalde punten, zoals genezingen op Sjabbat. Maar als je daar theologie van maakt, dan krijg je natuurlijk een andere religie.”

Ruimte voor interpretatie in het Hebreeuws

“De Hebreeuwse tekst zoals opgetekend op het perkament van de Thorarol kent geen klinkers, punten of vraagtekens. Daardoor krijgen we de ruimte om de tekst op verschillende manieren te lezen. Daarover moet je niet zeggen: ‘Dat is mensenwerk’. Alles is mensenwerk, óók dogmatisch denken is mensenwerk.

Maar als je daar dan van denkt: dat is het Woord van God… Dat is het verste wat je van Gods Woord kunt afraken. God is zó ruimtelijk, je kunt nooit diep genoeg duiken. Daarom is de traditie eindeloos, als een onuitputtelijke bron van water. Niet voor niets wordt Gods Woord vergeleken met water, want het ontspringt elke keer opnieuw.”

Christenen hebben ook mondelinge traditie

“In feite heeft het christendom zijn eigen mondelinge traditie, maar jullie noemen het niet zo. Stap een christelijke theologische bibliotheek binnen en wat zie je? Honderdduizenden verschillende boeken. Allemaal andersdenkenden. Christenen voeren alleen die discussie niet met elkaar. De Talmoed voert de discussie met elkaar.

En wat zegt de Talmoed over het meningsverschil? ‘Deze en deze is de stem van de Levende God’. Dus als Shamai ‘ja’ zegt en Hillel ‘nee’ of andersom, dan zijn beide de stem van God. Maar toch zegt de Talmoed: wij volgen Hillel. Maar als beide de stem van God zijn, waarom zou je dan Hillel volgen? ‘Omdat’, zegt de Talmoed, Hillel meer van de discussie bevordert. Hij stelt eerst de mening van Shamai en zet daar zijn eigen mening tegenover. Shamai doet dat niet.

De Joodse mondelinge leer bewaart ook de mening van de minderheid. Waarom doen we dat? Omdat, zegt de Talmoed, er ooit misschien een generatie komt die zal zeggen: ‘Dat is een betere mening’ en dan wordt het een meerderheid. En dan leven zij toch volgens de traditie.”

God als discussiepartner

“Een mooi voorbeeld uit de Thora van hoe God de mens gebruikt als middelaar van Zijn Woord is het verhaal van de vijf dochters van Selofchad. Hun vader heeft geen zonen gekregen en daarom zouden zij volgens de wet geen erfdeel krijgen in het Beloofde Land. Dus gaan ze naar Mozes en Mozes legt hun vraag voor aan God. En wat zegt God? Die meisjes hebben gelijk en dan verandert God de wet; vrouwen mogen ook erven.

Enkele hoofdstukken later komen de stamleiders en die zeggen: ‘Als die meisjes buiten de stam trouwen, vervalt hun erfdeel aan een andere stam’. En opnieuw gaat Mozes tot God en zegt God: ‘Zij hebben gelijk’. En dan wordt de wet veranderd zodat wordt bepaald dat die meisjes alleen binnen hun eigen stam mogen trouwen.

Hier functioneert Mozes als een profeet. Hij moet het aan God vragen. Als hij als rabbijn handelt, hoeft hij het niet te vragen en in veel gevallen handelt Mozes ook als rabbijn.

In de Bijbel lees je hoe Mozes met God in discussie gaat en hoe God zich door Mozes’ argumenten laat overreden. Zo zie je dat God een discussiepartner wordt in de vorming van de Joodse wet. Maar zo zien christenen dat niet. Zij zien dat als mensenwerk, maar het is juist Gods werk, want wij zijn partners. Dat is onze opdracht ook.”

Bijbel zonder Talmoed

“Natuurlijk kun je de Bijbel lezen zonder Talmoed. Dan zit je op het letterlijke niveau. Op die manier keek Rashi (een van de grote Joodse leermeesters, red.) ook naar de Bijbel. Je hebt ook een ander niveau, het juridische niveau. Je hebt midrash hagada (uitleg over het verhalende niveau, red.) en midrash halacha (uitleg over het juridische, wetgevende niveau, red.). Maar dan heb je het commentaar op de uitleg en het commentaar op het commentaar en zo ontwikkelt het Woord zich verder.

Mag je een harttransplantatie uitvoeren? Daar staat niets over in de Talmoed. Maar vanuit de Thora, de Talmoed en de commentaren, zijn rabbijnen tot de conclusie gekomen dat het mag.

Een Joods jongetje wordt besneden op de achtste dag. Maar als zo’n jongetje hemofilie heeft, kan het sterven. Volgens Talmoed hoeven de ouders als twee zonen na een besnijdenis zijn overleden, de derde niet te laten besnijden. Nu vraagt een arts aan rabbijn Moshe Feinstein in New York: ‘We kunnen nu vóór de besnijdenis bepalen of een kind hemofilie heeft of niet. Staat dat vermogen om het kwetsbare patroon van deze familie te onthullen nu gelijk aan het tweemaal toezien of een kind sterft?’ Daarover staat niets in de Talmoed, maar er worden wel twee levens gered. Is dat dan mensenwerk? Nee, dat is Gods werk.”

Concrete spiritualiteit

“Wat christenen nog meer uit de Joodse mondelinge leer kunnen leren is hoe het Jodendom de biologische concrete situatie van de mens serieus neemt als een deel van de spiritualiteit. Bij christenen wordt met religieuze spiritualiteit alleen gedacht aan de geestelijke kant.

Mensen vragen me wel eens wat mijn meest spirituele momenten van de dag zijn. Dat is als ik naar de wc ga en als ik ga eten. Als ik ga eten wordt ik geconfronteerd met God; wat ga ik eten, wat mag ik eten volgens de spijsweten. Als ik poep, dan ben ik blij. Na afloop spreken wij een zegen uit (het asjer jatsar gebed) en danken we God die ons in zijn wijsheid heeft geschapen met een in- en uitgang.

Want als er één is verstopt, is het onmogelijk om voor God te staan. Wat een wonderbaarlijke wijsheid. In dat biologische leven, seks, eten, dáár is de heiligheid. Niet in het aansteken van kaarsen.”

Bloedvolk

“Wij zijn allemaal uit Adam, uit de aarde (adama), net als de dieren, maar tegelijkertijd horen wij niet bij de aarde en zijn we niet als de dieren en kunnen wij het geheel heiligen. Daarom zijn we een volk, bloedvolk, concreet. We zijn geen notie, maar een natie. En met dat imperfecte volk heeft God zijn verbond gesloten. Je mag er niet van houden, maar zo is onze traditie en als je dat ontkent, ontken je onze identiteit.

Ik wou dat het niet zo was, maar het is zo. En het feit dat we die traditie zo hebben gehouden, bewijst dat het zo hoort. Hoe komen we anders terug in Israël na achttienhonderd jaar? Spreken we weer Hebreeuws? Dat is het punt: de concreetheid van Israël.

Het Jodendom is betrokken met de concreetheid van de zaak. Het christendom zoekt die heiligheid alleen boven. Een extreem voorbeeld daarvan is de kerkvader Origenes. Die castreerde zichzelf. Maar het krijgen van kinderen, de lichamelijke gemeenschap is een mitzwe. Natuurlijk gebonden aan bepaalde regels, maar je moet je er niet voor schamen. Je mag er juist over jubelen. Het is Gods gave aan ons.

Dat is zo’n andere aanpak. Daarom is het op Sjabbat ook verplicht om drie maaltijden te gebruiken. Het is niet heilig om afstand te nemen van het lichaam. Nee, maak juist ruimte voor het lichaam. Die maaltijden zijn een concrete, intieme heiligheid waarbij de concrete realiteit van de mens serieus wordt genomen. Dat kunnen christenen van ons leren.”

Oneindige illuminatie

“Als je de Bijbel leest zonder de mondelinge leer, leer je de Joodse traditie niet kennen. De Talmoed zegt: ‘De Thora heeft zeventig facetten, als een diamant’. Elke tekst heeft meerdere interpretaties. Je krijgt het beeld van een glans van oneindige illuminatie. Niet één vast dogma.

Joodse denkers hebben die verschillende kanten gezien als de kern. Abraham Ibn Ezra dacht dat astrologie de kern van de zaak was, Nachmanides de Kaballa, Maimonides de filosofie… Toch hadden deze mensen samen kunnen bidden, want dat is de normatieve kant van het Jodendom.

Zie jij God als een man met een baard? Prima. Zie jij Hem als een grote filosoof? Ook goed. Als een uitstraling van de sefirot? Het maakt niet uit, zolang je in je normen maar hetzelfde doet. ‘Zorg dat je op tijd in sjoel bent, want we hebben een minjan (tien mannen, zonder wie het gebed in de synagoge niet kan plaatsvinden, red.) nodig’.”

Geen bekeringsdrang

“Een laatste punt dat ik wil noemen is het volgende: Het Jodendom wil niemand bekeren. Iedereen mag geloven wat hij of zij wil, alleen zijn er de Noachidische voorschriften. Het christendom wil wel dat iedereen christen wordt, net als dat de islam wil dat de hele wereld moslim wordt. Ook het communisme heeft zo’n universeel streven en dat heeft in alle gevallen tot vreselijk geweld geleid.

Het Jodendom heeft niet dat streven naar universele. Wij kennen een universeel particularisme: er zijn verschillende groepen. Dat streven naar het universele is ook de zonde van de toren van Babel. Dat is puur totalitairisme. Ik zeg het extreem: het christendom heeft een totalitaire theologie. En hoewel het christendom de verlichting is doorgekomen en niet langer wereldlijke macht heeft, is de theologie nog hetzelfde.”

Rabbijn dr. Tzvi Marx werkt op interreligieus gebied in Nederland en Israel en geeft op diverse plaatsen, zoals het Windesheim Hogeschool en de Folkertsma Stichting les over het Jodendom en de Talmoed. Hij schrift artikelen en is auteur van een boek, Disability in Jewish Law (2002), over hoe de Joodse traditie omgaat met handicaps.

5jImnjU2_400x400

De auteur

Ruben Ridderhof

Ruben Ridderhof werkt aan de ontwikkeling van educatieve materialen bij Christenen voor Israël. Hij werkte eerder jarenlang op de redactie van Israël Aktueel en voor de website van de stichting....

Doneren
Abonneren
Agenda