Sluiten

Zoeken.

Het geheim van het Hemelse brood

Door Rabbijn mr. drs. R. Evers - 

27 juni 2016

4548866654_48f96febc1_o-1024x576

Dauw in de woestijn. - Foto: Matthew Reyes /CC 2.0 Flickr.com

Onlangs lazen we in de synagoge uit de Thora voor over het manna, het Hemelse brood, dat de Joden in de woestijn aten:

“En ‘s ochtends was er een laag dauw rondom het leger. Toen de dauwlaag optrok, was er op de bodem van de woestijn iets fijns, iets afgeschilds, fijn als de rijp op de aarde. Toen de kinderen Israëls dat zagen, zeiden zij tot elkaar: ‘Wat is het?’ Want zij wisten niet wat het was. Toen zei Mosje tegen hen: ‘Dit is het brood dat G’d geeft tot spijs’…Hij die veel had ingezameld, hield niet over, en hij die weinig had ingezameld, kwam niet te kort; zij hadden ieder naar wat hij at ingezameld. Mosje zei nu tegen hen: ‘Niemand zal ervan over­laten tot de volgende morgen. Maar sommigen luisterden niet naar Mosje en lieten van het Man­na over tot de volgende ochtend, maar er kropen wormen uit en het stonk.” (Sjemot/Exodus 16:13 e.v.).

Betekenis
Het fenomeen manna blijft voor ons een moeilijk onderwerp. Zelfs de betekenis van het woord is onduidelijk.

  1. Volgens Rasji (1040-1105) betekent het woord manna ‘íets dat klaar is om gegeten te wor­den’.
  2. Geleerden uit de 15e eeuw legden het woord manna uit als schenking of cadeau.
  3. Volgens de meeste verklaarders betekent Man echter: ‘wat is dat?’ – een uitdrukking van ver­rassing in het Hebreeuws. Het woord Ma betekent in het Hebreeuws ‘wat?’. Man was een Egyp­tisch woord dat de Joden hadden meegenomen uit Egypte. In het Nederlands werd het later manna.

Verbazing
De verbazing van de Joden toen ze het Man voor het eerst zagen, was begrijpelijk omdat het manna een geheel nieuwe schepping was. Het was als het ware Hemels voedsel in tegenstelling tot de kwartels, die gewone vogels waren.

Man hoe – wat is dat? was de openingsvraag toen ze er voor het eerst mee geconfronteerd werden. Juist in het woord Manna kwam het speciale karakter van het Manna tot uitdruk­king. De vraag ‘wat is het’ kon continu gesteld worden omdat het Manna de smaak kreeg van de wensen van de consument. Je kon in het manna proeven wat je wilde.

Sociale gelijkheid
In het manna kwam ook het principe van sociale gelijkheid tot uiting. De Joden waren hiervan volledig afhankelijk. Hoeveel of hoe weinig men er ook van probeerde bijeen te rapen, het kwam altijd uit op een Omer per persoon. Niemand kon zich meer voe­len dan zijn buurman. In materieel opzicht was iedereen gelijk. Volgens deze visie moet men Man hoe verklaren als ‘wie is er zo speciaal, dat hij zich beter voelt dan zijn buren’? Weg met de concurrentiemaatschappij!

Kwaliteiten van het manna
Het Manna had opmerkelijke kwaliteiten.

  1. Het was in het begin te vergelijken met astronauten­voedsel. manna werd volledig door het lichaam opgenomen en produceerde geen uitwerpselen.
  2. Pas toen de Joden zondigden door over de smaak van het manna te klagen, werd het manna gelijk normaal voedsel.
  3. Manna viel elke dag opnieuw, zodat de Joden het niet hoefden te vervoeren en het vers konden genieten. Omdat zij iedere dag weer bedacht werden vanuit de Hemel, richtten zij hun harten op G’d voor hun dagelijks brood.

Klagen over Hemels voedsel
Toch bleven de Joden niet tevreden over het manna. In de Midrasj-werken worden hiervoor verschillende redenen gegeven:

  1. Juist omdat zij steeds afhankelijk waren van deze dagelijkse “manna-dropping”, voelden zij zich onzeker. Iedere dag weer werden de Joden met hun neus op het feit gedrukt dat zij afhankelijk waren van Boven.
  2. Bovendien sloeg de verveling toe. Het manna had iedere dag dezelfde korianderachtige, witte verschijning. Men kon er alles in proeven wat men wilde maar het oog wil ook wat. Men kan wel een heerlijke biefstuk proeven, maar zolang dit niet wordt gezien, smaakt het toch minder.
  3. De Joden wilden tastbaar voedsel consumeren, en dat was dit Hemelse voedsel nu eenmaal niet.

Religieuze weegschaal
Het moeilijkst te verteren was wellicht het feit dat het manna ook fungeerde als religieuze graadmeter.

  1. Voor de Tsaddikiem – vrome mensen – viel het manna in “hapklare brokken” in hun tenten.
  2. Minder goede mensen moesten het manna op verre afstand gaan zoeken; tevens moesten zij het manna malen en koken.

Het religieuze niveau van de bewoners was direct her­kenbaar. Aan de afstand en de wijze waarop het manna viel was voor iedereen het religieuze niveau van zijn buurman zichtbaar. Zonder speciale wensen smaakte het manna voor kinderen als melk, voor volwassenen als brood, voor de ouderen als honing en voor de zieken als gerst in olie en honing.
manna had een heerlijke geur. Voor de dames diende het ook als parfum en opsmuk.

Wit als korianderzaad
Het manna was wit als korianderzaad. Ieder mocht daarvan een omer (ongeveer twee kilogram) inzamelen. Het moest binnen vierentwintig uur worden gegeten. Zodra de zon erop scheen, begon het te smelten. Vrijdag werd een dubbele portie ingezameld omdat er op Sjabbat geen manna viel. Gedurende de hele woestijnreis, veertig jaar lang, aten de Joden het Manna.

Voordat het manna viel, veegde een noordenwind de woestijngrond schoon. Daarna viel er regen en werd het schoongewassen. Vervolgens viel er dauw, dat hard werd door de wind, zodat het kon dienen als de tafel voor het manna, dat uit de Hemel viel. Dit manna werd weer bedekt door een tweede laag dauw, om het te beschermen tegen insecten en ongedierte (Mechilta).

Thora-leren
Toen de profeet Jeremia vele eeuwen later mensen aanspoorde om meer Thora te gaan leren, antwoordden zij: “Hoe kunnen wij onszelf in leven houden, als wij alleen maar Thora leren?”. De profeet haalde toen het kruikje manna uit de Tempel: “Zie wat uw voorouders heeft gediend als voedsel, toen zij in de woestijn de hele dag de Thora bestudeer­den. Ook jullie zullen door G’d worden onderhouden als jullie jezelf meer zetten aan de Thoras­tudie.”

Toen het erop leek dat de Tempel vernietigd zou worden, werd het kruikje manna verborgen, met de Heilige Arke en de zalfolie. In Messiaanse tijden zal de profeet Elija­hoe al deze dingen weer terugbrengen. Volgens de Talmoed (B.T. Chagiega 12b) zal in de tijd van de Masjie’ach het manna weer voedsel zijn voor de heiligen. Manna was geeste­lijk voedsel en zal in spirituele hoogtijden weer terugkeren. In Messiaanse tijden zal er dus geen voedselschaarste zijn.

Commitment
De Joden trokken de vrijheid tegemoet. Maar het Joodse begrip vrijheid is vrijheid in gebondenheid. Het manna is slechts de inleiding op de Matan Thora, het geven van de Thora. Alleen hij die bezig is met Thora is werkelijk vrij van alle aardse beperkingen!

Rabbijn-mr.-drs.-R.-Evers_avatar-90x90 (1)

De auteur

Rabbijn mr. drs. R. Evers

Rabbijn R. Evers was opperrabbijn in Dusseldorf. Hij maakte in de zomer van 2021 met zijn vrouw alija naar Israël. 

Doneren
Abonneren
Agenda