Sluiten

Zoeken.

Een verhaal over twee bomen

Door Petra van der Zande - 

8 september 2016

carob_63-1024x768

“In de ouderdom zullen zij nog vruchten dragen, zij zullen fris en groen zijn, om te verkondigen dat de Heere waarachtig is.”

— Psalm 92: 15, 16 HSV

Tijdens een Sjabbat-maaltijd vertelde een gast enthousiast over de vele johannesbroodbomen met hun prachtige felrode bloemen die in Migdal stonden.

“Maar die bomen bloeien pas in november,” zei ik en beschreef vervolgens de bloeiwijze en hoe de zaaddozen eruitzagen. “Nee hoor, het is echt waar.” Onze vriend had het uit de mond van de lokale bewoners gehoord. “Weet je waar het woord ‘karaat’ vandaan komt?” vroeg hij. “In Bijbelse tijden gebruikte men de johannesbroodboomzaadjes om edelstenen en goud te wegen.”

Ik was ervan overtuigd dat hij het over een andere boom had dan ‘mijn’ johannesbroodboom, dus dook ik in de boeken. Toen ik de ‘johannesbroodboom’ van onze vriend in het bomenboek zag begreep ik waarom men dacht dat het die boom was. Ook deze ‘flamboyante’ sierboom heeft lange peulen en zaden maar kleine, varenachtige blaadjes en oranjerode tot scharlakenrode bloemen. Heel wat anders dan de grove johannesbroodboom wiens uitbundige mini-bloemetjes uit de takken komen.

Heel wat anders dan de grove johannesbroodboom wiens uitbundige mini-bloemetjes uit de takken komen.

“Net zomin een muis in een koektrommel een koekje wordt, maakt een lange peul met zaden het nog geen johannesbroodboom,” schreef ik. Onze vriend nam het heel sportief op.

Je breekt zowat je tong over die lange Nederlandse naam. De Engelsen noemen het een locust (sprinkhaan) of carob tree. In het Hebreeuws heet hij charoev, van cherev (zwaard) en charav (droog).

Deze boom kan je vandaag de dag nog door heel Israël vinden. In Bijbelse tijden gebruikte men de gedroogde peulen vaak als dierenvoer. De meeste Bijbelvertalingen noemen het ‘schillen’ maar in werkelijkheid wilde de verloren zoon de johannesbroodboompeulen opeten die voor de varkens bestemd waren. Waarom? Omdat ze zo voedzaam waren.

Waarschijnlijk waren deze peulen ook deel van Johannes de Doper’s dagelijkse menu, vandaar de Nederlandse naam voor deze boom.

In de Bijbel vind je deze naam niet terug, maar wel in de Talmoed: “Zoals mijn voorvaderen [johannesbrood]bomen voor mij plantten, zo zal ik ze voor mijn kinderen planten.” (uit de Babylonische Talmoed)

De johannesbroodboom is brandwerend, heeft weinig last van plantenziektes en hoeft niet gesnoeid te worden. Het gaat erosie tegen, vormt een waterscheiding en windscherm en een plek waar vee onder kan schuilen. Generaties lang voedde deze bomen mens en dier en is dus (letterlijk) haar gewicht in goud waard. Zelfs een 70-jarige johannesbroodboom kan nog overvloedig vrucht dragen.

Net zoals de palmboom uit Psalm 92 kunnen ook wij nog op hoge leeftijd vrucht dragen en, net zoals de Johannesbroodboom, het hele jaar door fris en groen zijn, om te verkondigen dat de Heere waarachtig is!

Petra-van-der-Zande_avatar-90x90

De auteur

Petra van der Zande

Petra van der Zande woont sinds 1989 in Jeruzalem. Samen met haar man zorgde zij 21 jaar lang voor vier meervoudig gehandicapte Israëlische pleegkinderen. Nu is zij onder andere actief...

Doneren
Abonneren
Agenda