De sjtreimel is een traditioneel hoofddeksel voor getrouwde mannen in de chassidische wereld, die in Oost-Europa ontstond rond de achttiende eeuw. In Israël brengt de bontmuts echter enkele ongemakken met zich mee. De hoeden zijn erg warm. Het hoofddeksel is niet ontworpen voor het warme Israëlische klimaat. Het komt daarom wel voor dat mannen door de warmte worden bevangen en flauwvallen.

Dit gebeurt helaas steeds vaker. Klimaatverandering zorgt voor warmere zomers en dit heeft in de chassidische wereld stemmen doen opgaan tegen het gebruik van de sjtreimel. In elk geval tijdens het zomerseizoen. Afgelopen week bracht rebbe Eemar Tujlowki, een leidende figuur binnen het chassidisme, samen met diverse andere rebbes en rabbijnen, een verklaring uit, waarin het gebruik van de sjtreimel wordt ontraden.

In plaats van de bonthoed, raden de rabbijnen het gebruik van een strohoed aan. Hoewel velen dit zullen associëren met de Amish-gemeenschap in Amerika, was de strohoed al eeuwen in gebruik bij Joodse gemeenschappen in warmere klimaten, zoals in Zuid-Amerika en de Caraïben.

Het verdwijnen van de bonthoed uit het Israëlische straatbeeld heeft meer voordelen. De sjtreimel wordt gemaakt van echt bont. De strohoed is dus diervriendelijker. Bovendien is deze veel goedkoper. Rebbe Tujlowki ging zijn volgelingen voor en droeg bij de presentatie van de verklaring een strohoed.