Sluiten

Zoeken.

Het bedrog van Esau

Door Rabbijn mr. drs. R. Evers - 

16 november 2018

1280px-Horst_Gerrit_Willemsz._-_Isaac_blessing_Jacob_-_Google_Art_Project

Isaak zegent Jakob. - Beeld: Gerrit-Willemsz. Horst (1612 - 1652)

Was Jakob – hij was op dat moment 63 jaar oud – er op uit de zegen te stelen van Isaak? Nee want de zegen (beracha) was al van hem. Hij had hem 50 jaar daarvoor gekocht. Jakob was de eigenaar van het eerstgeborenrecht en de bijbehorende zegen.

Waarom diende dan die verkleedpartij met die geitenvellen om op Esau te lijken en zijn blinde vader te misleiden? Isaak wist niets van die verkoop vijftig jaar eerder. Esau kon hem dat niet vertellen. Hij zou volledig in ongenade vallen bij zijn vrome vader. Als Isaak zou weten, dat Esau niets om het eerstgeboorterecht gaf en de daaraan verbonden religieuze rechten en plichten, zou hij Esau waarschijnlijk onterven.

Ook Jakob zei niets. Vader Isaak zou enorm teleurgesteld raken in Esau die alleen leefde voor de jacht. Jakob wilde niet degene zijn die zijn broer Esau beschaamd zou zetten. Om niemand te shockeren of te beschamen moest Jakob zich wel verkleden…

Maar wat was Isaaks beweegreden om Esau te willen zegenen? Had hij na 63 jaar niet door wat Esau’s natuur was?

Scheiding lichaam en geest

Om dit te begrijpen, moeten we een stuk filosofie behandelen. Al sinds mensenheugenis zijn we bezig om het mysterie van de scheiding tussen lichaam en geest te ontrafelen. Meestal is men alleen gefocust op een van beide werelden. Sommige mensen zijn grotendeels bezig met deze wereld om bijvoorbeeld zo veel mogelijk geld te verdienen. Anderen zijn voornamelijk bezig met de andere wereld, de wereld van het Bovenaardse.

Deze dichotomie stoorde Isaak, de vader van Jakob en Esau. Hij wilde als tikkoen olam, correctie van deze tweedeling, een combinatie van aards en geestelijk realiseren door deze aardse wereld toe te wijzen aan Esau en de spirituele wereld aan Jakob. Voorwaarde hiervoor was natuurlijk wel dat zij elkander wederzijds zouden ondersteunen.

Esau zou het dagelijkse brood moeten verdienen om Jakob vrij te maken en in staat te stellen om Thora te bestuderen en de geboden uit te voeren. En Jakob zou hierdoor Esaus leven heiligen omdat Esau nu zijn noeste materiële arbeid niet alleen maar zou gebruiken om zijn fysieke behoeften te bevredigen maar ook om de Tora en de geestelijke waarden in stand te houden.

Rivka grijpt in

Het plan mislukte helaas omdat Rebekka al heel snel door had dat Esau dit nooit van zijn leven zou gaan doen. Hij zou al zijn geld besteden aan zijn pleziertjes en geen cent willen delen met de beoefenaars van de religie en de bestudeerders van de Thora. Hij was niet van plan om zijn rijkdom te delen met de religieuze Jakob. Hij vond religie niet interessant. Hij minachtte het zelfs.

Rebekka had het bedrieglijke karakter van hun zoon Esau beter door dan Isaak. Zij kwam uit een familie van oplichters. Haar vader had als heerser in zijn plaats de onaangename gewoonte om het ‘recht van de eerste nacht’ op te eisen. Als een meisje trouwde moest ze eerst slapen met Betuel, de vader van Rebekka (Betoe’eelheeft verwantschap met het Hebreeuwse woord voor maagdenvlies).

Laban, Rebekka’s broer was een doorgewinterde witteboordencrimineel (Lavanbetekent wit), een meesteroplichter en de mensen van Padan Aram (haar woonplaats) stonden bekend om hun bedriegelijke natuur. Rebekka was als ‘een roos tussen deze doornen’ maar kende de slechte praktijken uit haar omgeving natuurlijk van have tot gort.

Isaak had Esau helemaal door

Hoe kon de tweede Aartsvader Isaak zijn zoon Esau willen zegenen? Isaak wilde echter dat zijn twee zoons een partnerschap zouden aangaan: Esau zou garant staan voor de financiering van de spirituele inspanningen van zijn broer en deze ondersteunen. En hierdoor zou Jakob Esaus leven spiritueel verrijken.

Esau zou hiervoor de zegen van de materiele wereld krijgen. Dat laatste leek Esau wel wat maar hij was diep in zijn hart niet van plan hier ook maar iets van af te staan aan zijn vergeestelijkte broer.

Esau probeerde vader Isaak te imponeren door zich voor te doen als een genereuze weldoener die allerlei goede, liefdadige doelen steunde. Maar Rebekka realiseerde zich op het beslissende moment dat dit nooit zou gebeuren. Daarom besloot zij dat Jakob de zegeningen moest ontvangen. Anders zou hij van de honger omkomen of moeten stoppen met zijn spirituele arbeid en gaan werken.

G’ddelijke Voorzienigheid

Waarom moest Isaak met een meisje uit zo een slechte achtergrond trouwen? Omdat G’d wist dat een diep inzicht in het verdorven karakter van Esau op een beslissend moment in de geschiedenis van groot belang zou zijn. Isaak stond op het punt om Esau de beracha(zegen) te geven. Dit zou de totale toekomst van het volk van het Boek beïnvloeden. Dit moest accuut verijdeld worden.

Rebekka was de aangewezen persoon om in te grijpen. En deed dat ook. Zij was toen 86 jaar. Nooit eerder en nooit later is ze teruggevallen op haar bittere jeugdervaringen. Maar op het beslissende moment stond ze haar mannetje om G’ds plan met de wereld op de meest optimale wijze voort te zetten.

De verkleedpartij

We voelen ons zeer ongemakkelijk wanneer Jakob in actie komt met zijn verkleedpartij. Hij moest zich met geitenvellen bedekken om aan te voelen als Esau om de zegen te krijgen van Isaak. Wat ons ernstig stoort was het kennelijke bedrog wat nodig was om te krijgen wat eigenlijk al van hem was.

Het lijkt alsof Jakob de zegen van vader Isaak steelt.

Maar als we het oppervlakkig lezen vergeten we twee dingen. Een zegen kun je niet stelen. Als een zegen per ongeluk bij het verkeerde adres belandt, sorteert deze natuurlijk geen effect. Uiteindelijk komt alle zegen van G’d. G’d prikt door deze verkleedpartij heen. De blinde vader Isaak kan bedrogen worden. Maar G’d niet.

Zijn eigendom terughalen

Toen Jakobhet eerstgeboorterecht (en de zegen die daarbij hoorde) van Esau kocht was hij 13 jaar oud. Jakob had die eerstgeborenzegen dus al vijftig jaar eerder gekocht van Esau!Was hier misbruik van omstandigheden? Nee, want de Thora verklaart duidelijk: “Esau had minachting voor het eerstgeboorterecht” (Genesis 25:34). Het interesseerde hem niet. Esau had er geen enkele behoefte aan. Hijverkocht het zonder blikken of blozen. Maar dat was iedereen natuurlijk allangweer vergeten.

Conclusie: Esau was hier dus eigenlijk oneerlijk bezig. Niet Jakob! Jakob moest zich verkleden, niet om te bedriegen maar om zijn eigendom terug te krijgen omdat Esau nooit aan hun vader Isaak had verteld dat hij het eerstgeboorterecht (en de bijbehorende zegen) al 50 jaar eerder aan Jakob verkocht had.

Rabbijn-mr.-drs.-R.-Evers_avatar-90x90 (1)

De auteur

Rabbijn mr. drs. R. Evers

Rabbijn R. Evers was opperrabbijn in Dusseldorf. Hij maakte in de zomer van 2021 met zijn vrouw alija naar Israël. 

Doneren
Abonneren
Agenda