Sluiten

Zoeken.

Overdenking

Terug naar overzicht

Interactie tussen land en volk

Door Rabbijn mr. drs. R. Evers - 

19 april 2024

2021 CVI website (16)

Uitzicht op Jeruzalem, gezien vanaf de Olijfberg. | Foto: Chaim Goldberg, Flash90

G’d heeft afgelopen weekend land en volk bewaard voor de bommenregen vanuit Iran (14 april 2024/ 6 nisan 5784).

Wat betekent het vers (Deut. 11:12): “Het is een land waar uw G‘d, voor zorgt: voortdurend rusten de ogen van uw G‘d, daarop, van het begin van het jaar tot het einde van het jaar“.

G’d heeft afgelopen weekend land en volk gespaard en bewaard voor de bommenregen vanuit Iran. G’d is intensief bezig met het heilige Land, waarvan de hoofdstad ook wel de ‘navel van de wereld’ wordt genoemd omdat het op een kruispunt van continenten ligt.

Gelijk de navelstreng verbindt de hoofdstad Jeruzalem deze aardse wereld met alle hogere werelden. Het verbaasde mij, dat Iran zijn bommen ook over Jeruzalem liet vliegen. Het heet toch Al-Quds, het heiligdom?

Jeruzalem: begin en einde van de Schepping

In het grootste bevrijdingsplan blijven Israël en Jeruzalem centraal staan. Israël vormde het kruispunt van de oude beschavingen, die in Europa, Azië en Afrika lagen. Alle grote machten die buiten de grenzen van hun continent traden, trokken door het heilige land en kwamen in contact met het Jodendom. Jeruzalem heet niet voor niets “het centrum van de wereld”. Zijn centrale ligging en spirituele uitstraling verzekerden zijn status als heilige stad.

Jeruzalem vormt het beginpunt van de schepping, de uitvalbasis van onze aardse materiële realiteit. De heilige Arke, waarin de stenen tafelen en de Torarol van Mozes werden bewaard, stond in het Allerheiligste van de Tempel op een immense steen, die bekend stond onder de naam Ewen Sjetija – ‘de funderingssteen’. Tegenwoordig staat daar de “Dome of the Rock”.

De Talmoed legt uit, dat deze funderingssteen het eerste fysieke punt van de schepping van het universum vormde. Het heelal werd vanuit dit beginpunt ontvouwen (B.T. Joma 54b), totdat G’d het uitdijende heelal een halt toeriep.

Het aardse en hemelse Jeruzalem

De Hebreeuwse naam Jeruzalem komt van een combinatie van twee woorden: jeroe, ontzag en sjaleem, volmaakt. Tezamen betekent dit: volledig ontzag voor G’d.

Tegenover dit aardse concentratiepunt ligt de hemelse ruimte, waar alle hogere, hemelse krachten samenkomen. Het “hemelse Jeruzalem” ligt parallel aan het aardse Jeruzalem (B.T. Ta’aniet 5a). Daar vindt de interactie plaats met al die geestelijke werelden.

De navel verbindt de baby met zijn oorsprong en zijn lichamelijke en geestelijke bron. Dit hemelse Jeruzalem is de naam “sjaleem” – harmonie waardig omdat alle geestelijke creaties daar in perfecte eenheid co-existeren.

Deze interactie tussen G’d en het land Israël staat op verschillende plaatsen in de Tora en Profeten aangeduid.

De vloeken aan het einde van het derde Toraboek

Aan het einde van Leviticus wordt het Joodse volk zwaar gekastijd (Vajikra/Lev. 26: 32): “Ik Zelf zal het land verwoesten, zodat uw vijanden die daarin zijn gaan wonen, zich erover zullen ontzetten. Ik zal u dan onder de heidenvolken verstrooien en Ik zal achter u een zwaard trekken. Uw land zal een woestenij worden en uw steden een puinhoop“.

Deze woorden lijken een duidelijke vloek maar Ramban (Rabbi Mozes ben Nachman - "Nachmanides", 1195-1270, Spanje) legt het positiever uit. Hij citeert de woorden ‘zodat uw vijanden die daarin zijn gaan wonen, zich erover zullen ontzetten ‘. Deze woorden zijn een blijde boodschap, dat onze vijanden niet worden geaccepteerd door het heilige land.

Vanaf het moment dat wij zijn vertrokken, heeft het land Israël geen ander volk aanvaard. Iedereen probeert er zich te vestigen maar het lukt hun niet. G’ds land en volk zijn onscheidbaar. G’d reserveerde Israël voor zijn volk.

Het land spuwt goddelozen uit

Het heilige land reageert ook op goddeloos gedrag van zijn bewoners, Joods of niet-Joods (Vajikra/Lev. 18: 28): “Maar ú moet Mijn verordeningen en Mijn bepalingen in acht nemen. U mag geen enkele van die gruweldaden doen, de ingezetene van het land niet, en ook de vreemdeling niet die in uw midden verblijft.

Want de mensen in dit land die er vóór u waren, hebben al die gruweldaden gedaan, zodat het land onrein geworden is. Laat het land u niet uitspuwen, omdat u het verontreinigt, zoals het het heidenvolk dat er vóór u was, uitgespuwd heeft“.

Afschrikwekkend voorbeeld

Rasji (1040-1105, Worms) en Rabbi Chaim ibn Atar (1696-1743, Marokko) leggen hier uit, dat G’d het Joodse volk en andere bewoners van Israël waarschuwt niet in dezelfde heidense fouten te vervallen zoals de vroegere inwoners van Kanaän. Zoals een dokter zijn patiënten het beste waarschuwt door een afschrikwekkend voorbeeld, waarschuwt G’d ons voor gruweldaden met het schrikbeeld van de verdrijving van de vroegere heidense inwoners.

G’d wil alleen het beste voor iedereen. Daarom waarschuwt hij ons voor het ‘uitspuugmechanisme’, dat kennelijk in Israël heerst. Het is ons bestwil om ons hiervan constant bewust te zijn.

De aanplanting van bossen in Israël

In de Talmoed (B.T. Sanhedrien 98a) doet Rabbi Abba een bemoedigende uitspraak: “Er bestaat geen duidelijker voorteken voor de Messiaanse tijden dan het vers uit Ezechiel (36:8-9): “Maar u, bergen van Israël, u zult uw takken weer voortbrengen en uw vruchten voor Mijn volk Israël dragen, want zij komen naderbij. Want zie, Ik kom naar u toe, Ik zal Mij naar u toewenden, en u zult bewerkt en bezaaid worden“.

Het contact tussen G’d en Zijn schepping leidt tot een fundamentele vraag in iedere religie. Hoe is contact mogelijk tussen het eindige en het Oneindige, een band tussen geschapene en Schepper?

G’d is Schepper en Leider

We weten, dat G’d alle hogere en lagere werelden dirigeert en onherroepelijk tot de Mesiaanse eindtijd leidt. Bovendien is al het geschapene voor zijn bestaan afhankelijk van G’d. Zonder Zijn constante scheppende creativiteit zou alles onmiddellijk ophouden te bestaan.

Wanneer de Tora over Jeruzalem spreekt wordt de uitdrukking “de plaats, die G’d zal uitkiezen om Zijn naam te doen wonen” (vgl. Deut. 12:11) gebruikt.

G’d associeert Zichzelf met deze plaats. Zelfs koning Salomo had moeite met deze fusie van het aardse en bovenaardse toen hij bij de inwijding van de eerste Tempel uitriep: “Zie de Hemel, zelfs de Hemel van de Hemelen, kan U niet bevatten, hoeveel te min dit huis, dat ik gebouwd heb” (I Koningen 8:27).

Wisselwerking

Verbinding betekent interactie. G’d verbond zich op de één of andere wijze met de aardse Tempel en de funderingssteen waardoor ook contact mogelijk werd met al die geestelijke krachten, die daarboven in het hemelse Jeruzalem geconcentreerd zijn.

G’d zal het hemelse Jeruzalem pas betreden nadat Hij eerst het aardse Jeruzalem bezocht heeft (B.T. Ta’aniet 5a). Hierin ligt dezelfde gedachte verwoord als in Jakobs droom, waarin G’d zelf bovenaan de ladder verscheen. Het is het idee van verbinding en vereniging van alle werelden van de hoogste tot en met de laagste, met G’d, waarin het aardse centraal staat.

Rabbijn-mr.-drs.-R.-Evers_avatar-90x90 (1)

De auteur

Rabbijn mr. drs. R. Evers

Rabbijn R. Evers was opperrabbijn in Dusseldorf. Hij maakte in de zomer van 2021 met zijn vrouw alija naar Israël. 

Doneren
Abonneren
Agenda