Sluiten

Zoeken.

Massagraf kindslaven uit het oude Egypte

Door Adam Eliyahu Berkowitz - 

5 juli 2017

kindslaven-1-1024x512

Armen en torso skelet van jeugdige uit de ‘Noordelijke graven begraafplaats.’ (Foto: Facebook Page, Mary Shepperson)

Massagraf kindslaven uit het oude Egypte mogelijk aanwijzing voor het ‘Exodusverhaal’ van de Israëlieten?

Exodus 1:22: ‘Toen gebood de farao heel zijn volk: Al de zonen die geboren worden, moet u in de Nijl werpen, maar al de dochters mag u in leven laten.’

Een archeoloog heeft in Egypte een begraafplaats ontdekt vol skeletten van kindslaven uit de tijd van de farao’s. Deze beklemmende vondst lijkt een echo van het Bijbelse verslag van de zware omstandigheden waaronder de Hebreeërs in Egypte leden. De vondst, samen met verschillende andere, verbinden een beroemde farao en zijn stad met het Bijbelse verhaal dat de pre-Exodus ervaring van de Hebreeërs in Egypte beschrijft.

Archeologe Mary Shepperson legde iets total onverwachts bloot tijdens de archeologische opgraving in Amarna in Boven Egypte. Na de begraafplaats aan het zuideinde van de oude in puin liggende stad onderzocht te hebben, schoof ze op naar een aparte begraafplek aan het noordeinde. Wat ze op deze nieuwe plek aantrof, schokte haar; smalle graven met een veelvoud aan lichamen, begraven met vrijwel geen ceremonie of zorg. Bij elkaar werden 105 ‘sets’ overblijfselen gevonden. Maar de meest schokkende ontdekking was dat alle overblijfselen toebehoorden aan jonge mensen waarvan de beenderen tekenen van meedogenloze arbeid en verwaarlozing vertoonden.

De lukrake wegruiming van de lichamen – waarvan 90% toebehoort aan jongeren tussen de 7 en 25 jaar – wees duidelijk naar de conclusie dat de kinderen niet door hun families verzorgd of begraven waren. Shepperson maakte eruit op dat de kinderen hoogstwaarschijnlijk slaven waren.

“In het oude Egypte was de familie erg belangrijk en het was de verantwoordelijkheid van de familieleden om er op toe te zien dat overleden gezinsleden voor het hiernamaals goed verzorgd werden,“ legde Shepperson uit in een verslag over haar bevindingen in de Guardian. “Dit is een sterke aanwijzing dat ze niet aan hun families teruggegeven zijn voor een begrafenis maar dat ze leefden en stierven ver van hun familie vandaan… De kinderen lijken bij hun ouders vandaan gehaald te zijn zonder de intentie ze te laten terugkeren.”

Hoewel hun nationaliteit niet door DNA bewijs is vastgesteld, komt de hypothese van professor Shepperson overeen met het Bijbelse verslag van farao die het op de kinderen van de Hebreeërs gemunt had door ze los te scheuren van hun ouders.

Toen gebood de farao heel zijn volk: Al de zonen die geboren worden, moet u in de Nijl werpen, maar al de dochters mag u in leven laten.’ Exodus 1:22

Breaking Israel News sprak met een expert op het gebied van Bijbelse archeology, Harry Moskoff. Moskoff gaf aan dat de Bijbelse link heel goed mogelijk was ondanks de verschillen. Hoewel de Thora zegt dat pasgeborenen in de Nijl gegooid werden, “zou het kunnen zijn dat deze manier van spreken een metafoor is voor kinderen die bij hun families weggehaald worden om harde slavenarbeid te verrichten. Dit is niet ongewoon voor de Bijbel. Maar het is wel een stapje verwijderd van wat de tekst zegt,” gaf hij toe.

Moskoff was geboeid geraakt door andere punten die Echnaton met de Hebreeërs verbond. Echnaton is de farao die omstreeks 1350 v.Chr. Amarna bouwde. De stad was naar de Be’ni Amran genoemd en men geloofde dat deze stam in die streek geleefd heeft. De naam van de stam is bijna identiek met Amram, de naam van Mozes’ vader.

Er is een overvloed aan spijkerschrifttabletten gevonden bij Amarna die verwijzen naar een volk die ‘Apiroe’ of ‘Habiroe’ genoemd werden. Sommige geleerden geloven dat dit een verwijzing is naar voortvluchtige slaven. De verwantschap met het woord ‘Ivri’ (Hebreeër) is opmerkelijk. Andere geleerden kwamen daardoor op de gedachte dat de oorspronkelijke Hebreeërs deel uitmaakten van de ‘Habiroe’ waarvan de latere Israëlieten slechts een tak waren.

“Vondsten zoals deze hebben veel archeolgen ertoe gebracht op zoek te gaan naar de historische basis voor de Uittocht,” merkte Moskoff op.
De vondst van Shepperson duidt op een verbinding tussen de Hebreeërs en Amarna; maar lang vóór deze ontdekking is door veel geleerden al een connectie tussen Echnaton en de Joden gesuggereerd. Echnaton was bekend door zijn radicale godsdienstige hervorming: hij verving het veelgodendom van Egypte door monotheïstische aanbidding van één god, de zonnegod die geen gedaante of beeld had; daarin had deze (af)god een punt van overeenkomst met de God van de Hebreeërs.

De grondlegger van de modern psychoanalyse, Sigmund Freud, was ervan overtuigd dat de verbinding tussen Echnaton en de Hebreeërs tot uitdrukking kwam in die hervorming door de farao. In zijn controversiële boek Mozes and Monotheism suggereert Freud dat Mozes een volgeling van Echnaton was die het Egyptische monotheïsme naar de Hebreeërs overbracht. Egyptologen verwerpen deze Bijbelse connectie met Echnaton. Professor C. F. Pfeiffer schreef in zijn boek Tell El-Amarna and the Bible dat de meeste archeologen de datum van Mozes plaatsen in 1280 v.Chr., bijna 100 jaar later dan Echnaton leefde.

Echter, “er bestaan veel verschillende theorieën over de precieze tijdlijn van de Hebreeërs in Egypte,” zoals Moskoff naar voren bracht. Hierbij haalde hij Tim Mahoney aan die in zijn boek en documentaire Patterns of Evidence de Hebreeërs een paar honderd jaar eerder in Egypte plaatste, precies ten tijde van de regering van Echnaton.
Vertaling: Evelien van Dis

Adam-Eliyahu-Berkowitz

De auteur

Adam Eliyahu Berkowitz

Doneren
Abonneren
Agenda