Sluiten

Zoeken.

Hoe preek ik over Israël

Door Yme Horjus - 

29 juni 2018

0401-vervangende-foto

Joden bidden voor de volken tijdens het Loofhuttenfeest. De wereld verguist Israël om al zijn ‘vreemde gebruiken’, maar zal eens erkennen dat Israël een bijzondere zegen draagt om de volken tot heil te zijn. - Foto: Flash90

Op de zondag vóór de viering van zeventig jaar Israël ging ik als gastspreker voor in een gemeente. Ik had het op mijn hart om aandacht te besteden aan aan het probleem van het toenemende antisemitisme in de wereld.

Enkele schrijnende voorbeelden waren de aanleiding, zoals die van de dood van een Joodse vrouw in Parijs. Ze was aan de Holocaust ontkomen, maar werd in haar hoge ouderdom alsnog slachtoffer van een hartgrondige afkeer van Joden.

Preken over antisemitisme

Wat ik nog nooit had gedaan, deed ik nu: ik zette bij het begin van de preek een keppeltje op mijn hoofd. Dat was voor mij een ultiem gebaar van verbondenheid. Ik had gelezen dat rabbijn Binyomin Jacobs op straat in Amsterdam dat niet meer kon doen en ook zijn baard wat oprolde en met clipjes vastzette. ‘Je past je aan, hè?’, zegt hij. De Joden moeten wel om het vol te houden. Het spugen, sneren en schelden is weer in. Vooral bepaalde allochtone tieners schepen er behagen in.

Ik hield mijn preek over die tekst die ervoor heeft gezorgd dat het antisemitisme door de eeuwen heen altijd pijnlijk actueel bleef: ‘Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen’. Het kon toch niet waar zijn dat het kleine groepje Joden op het pleintje vóór het gerechtsgebouw van stadhouder Pilatus verantwoordelijk was voor een zelfvervloeking, die alle Joden gedurende vele eeuwen en wereldwijd zou treffen?

Niet wegkijken

Joodse mensen in Nederland melden een oplaaiend antisemitisme in ons land. Ook vorig jaar bij de voetbalwedstrijd tussen AZ en Ajax waren spreekkoren te horen waarbij Joden het vreselijk moesten ontgelden. Ik heb een schoonzus die Joods is en die zich nu moet afvragen hoe veilig ze nog is in Nederland. Haar moeder is als enige van de familie teruggekomen uit de vernietigingskampen. Je houdt het niet voor mogelijk: moeten nu wéér koffers in de gang onder de kapstok staan voor het geval dat? Leon de Winter heeft het over ‘dit monster van het antisemitisme’.

Waarom ik over Israël preek? De Here Jezus, een zoon van Abraham, was zelf Joods en sprak deze woorden: “Het heil is uit de Joden!” We kunnen toch niet van Hem houden en tegelijkertijd de Joden straal negeren of erger? Ik heb op mijn hoorders van die zondagochtend het appel gedaan om niet weg te kijken of doen alsof antisemitisme de gewoonste zaak van de wereld is. Hadden we in de oorlog dat ook maar niet gedaan! Laten wij dan als christenen onze mond maar eens opendoen en niet langer zwijgen. Om Sions wil niet zwijgen!

Eeuwige afkeer

Waarom toch die eeuwige afkeer van de Joden? Ik schetste een situatie die we in het Bijbelboek Genesis lezen, waarbij de vrouw van Potifar met alle listen en lagen Jozef probeert te verschalken. Haar passie voor hem sloeg om in redeloze haat. Wanneer Potifar thuiskomt, zegt zij niet: “Die slaaf van jou wou met mij naar bed …” Néé, zij zegt: “Die Hebreeuwse slaaf die jij in huis hebt gehaald …”

Eerst weet zij niet welke kunstgrepen ze moet toepassen om deze knappe man in te palmen, nu spuugt ze op hem: die Jood! Eerst speelt ras of nationaliteit geen enkele rol, nu wordt Jozef gebrandmerkt als een inferieur wezen. ‘Die Jood!’

Mensen hebben zich wel eens afgevraagd: hoe kan nu zoiets als het antisemitisme ontstaan? Hier hebben we er een schoolvoorbeeld van! Bij de vrouw van Potifar ruiken we bij wijze van spreken het gas van Auschwitz, zo heb ik dat een keer iemand horen uitdrukken.

Iets ongelooflijks

Maar van God uit gezien is de situatie wel anders! De Bijbel spreekt in Zacharia 8:23 over een compleet andere werkelijkheid! Daar komt de profeet Zacharia zomaar vertellen dat er een tijd zal komen, dat er iets ongelooflijks zal gaan gebeuren. Al die volkeren die in macht, cultuur en wetenschap boven Israël verheven waren, zullen eenmaal de bijzondere zegen van Israël erkennen. Ze zullen jaloers worden op het volk en verlangen met hen te mogen delen in de zegen voor Israël. Zij willen zich met Israël verbinden, een bondgenootschap aangaan!

Zacharia gebruikt daarvoor een eigenaardige beeldspraak. ‘Tien heidenen’, zo zegt hij, ‘zullen de slip grijpen van een Joodse man en zeggen: wij willen met u gaan, want wij hebben gehoord dat God met u is.’

Het kan verkeren! Vervolgd, verstrooid, versnipperd over de aarde, nu in deze profetie een rolmodel! We raken aan één van de kostbaarste en meest kwetsbare gedachten van het Bijbels getuigenis. Zacharia schrijft er al eerder over: ‘Wie Israël aanraakt, raakt zijn oogappel aan…’ (Zacharia 2:8,9). We staan hier voor het raadsel van Gods uitverkoren volk. Waarom is dit volk uitverkoren? Wat is er zo bijzonder aan? Is dit volk meer hoogstaand, meer verheven? Nee, in Deuteronomium 7:7 vinden we wat God bewogen heeft om met dit volk een unieke weg te gaan:

““Het is niet, omdat u talrijker was dan de andere volken dat hij u liefkreeg en uitkoos – u was het kleinste van allemaal! Maar omdat hij u liefhad.” ”

De auteur

Yme Horjus

Yme Horjus is baptistenpredikant en is met emeritaat. Hij schreef dit artikel voor het zomernummer van Israël Aktueel.

Doneren
Abonneren
Agenda