Sluiten

Zoeken.

Woede in Israël over verkrachting 7-jarig meisje

18 juni 2019

jeruzalem

Een Palestijnse Arabier uit het dorp Dir Kadis in Samaria zorgde op maandag voor walging en grote woede in Israël. De 46-jarige man, Nazmi Abed el-Hamid Kattousa, getrouwd en vader van een onbekend aantal kinderen, werd ongeveer drie maanden geleden opgepakt door Israëlische veiligheidsdiensten op verdenking van verkrachting en ontvoering.

Kattousa werkte als onderhoudsman bij een school voor Joodse kinderen en lokte een zevenjarig meisje met snoepjes naar een nabij de school gelegen in aanbouw zijnd gebouw waar hij met behulp van twee handlangers het kind verkrachtte.

Tijdens zijn verhoor werd met een polygraaf vastgesteld dat Kattousa loog toen hij de verkrachting in alle toonaarden ontkende. De Israëlische politie is nog op zoek naar de twee handlangers die het meisje aan armen en benen vasthielden en lachten tijdens de verkrachting.

Woede en walging

Het nieuws over de verkrachting zorgde voor walging en woede onder Israëlische politici en het publiek in de Joodse staat. Minister voor Publieke Veiligheid Gilad Erdan zei tijdens een herdenkingsplechtigheid voor gesneuvelde politieagenten dat de misdaad moet worden behandeld als een terreuraanslag.

“Het maakt niet uit wat deze walgelijke verkrachter zegt over zijn motieven en de omstandigheden (van de misdaad) dit incident moet worden onderzocht als een daad die werd ingegeven door nationalistische motieven”, aldus de Israëlische minister.

Erdan vertelde het publiek dat het justitieapparaat in Israël alle middelen moet gebruiken om de misdaad verder te onderzoeken en noemde de verkrachting een “ziekmakende, onmenselijke en ondenkbare daad”.

Kattousa zou tegen zijn handlangers hebben gezegd dat het Joodse meisje de verkrachting “verdiende” aldus Haim Bleicher de advocaat van de familie van het meisje.

Erdan beschuldigde de Palestijnse Autoriteit van ophitsing en zei dat de verkrachter en zijn handlangers waren beïnvloed door de haat die de PA dagelijks verspreid. Andere Israëlische politici, zoals Yisrael Beiteinoeleider Avigdor Liberman, herhaalden hun eis dat de doodstraf moet worden ingevoerd voor terroristen zoals Kattousa.

Liberman zei in een persverklaring dat de misdaad niet viel in de categorie pedofilie en bestempelde het als “pure terreur”. “Dit is precies het type strafzaak waarin ik niet zou aarzelen om van de rechtbank te eisen dat men deze walgelijke terrorist tot de dood veroordeelt,” schreef Liberman die bijval kreeg van de Unie van Rechtse Partijen in Israël.

Betzalel Smotrich één van de leiders van de nieuwe politieke partij schreef op Twitter dat hij wenste dat de doodstraf zou worden toegepast op “dit stuk vuil”. “Zo’n monster verdient het niet om adem te halen in onze wereld”, aldus Smotrich.

Premier Benjamin Netanyahu voegde zich later bij het koor dat een strenge straf eiste, maar ging niet zo ver dat hij ook de doodstraf eiste voor de dader en zijn handlangers.

Dir Kadis

Het was de tweede keer in één week dat het Palestijnse dorp Dir Kadis negatief in het nieuws kwam. Radi Nasser, de burgemeester van Dir Kadis, werd vorige week door de PA uit zijn ambt gezet nadat vier religieuze Joden uit de omgeving van het dorp deelnamen aan feestelijkheden na het huwelijk van de zoon van Nasser.

De vier Israelis uit nabijgelegen Joodse dorpen kwamen naar de bruiloft op uitnodiging van de zoon van Nasser met medeweten van zijn vader. De zoon werkte samen met de vier religieuze Joden in een garage in Modi’in Illit een ultra-orthodoxe Joodse stad nabij de zogenaamde ‘groene lijn’ in Samaria, de wapenstilstandslijn uit 1948.

Nasser ontkende later dat de vier waren uitgenodigd en beweerde dat zij aanwezig waren om hem in verlegenheid te brengen. De Joodse mannen waren volgens Nasser zonder uitnodiging met Arabische collega’s naar de bruiloft gekomen. Hij beweerde verder dat hij, nadat hem bekend was geworden dat er Joden onder de gasten waren, opdracht had gegeven om hen te verwijderen.

Het PA-ministerie van onderwijs maakte later bekend dat men een speciaal comité had opgericht dat verdere disciplinaire stappen tegen Nasser te nemen. Het ministerie zei verder dat de namen van de vier Israelis waren doorgegeven aan de Palestijnse veiligheidsdiensten een indicatie dat zij zouden kunnen worden vervolgd voor hun ‘misdaad’.

Arabische gasten die aanwezig waren tijdens de feestelijkheden publiceerden video’s van de dansende Joden op Facebook waarna er grote woede ontstond onder het Palestijnse publiek.

In één van die video’s was Nasser te zien terwijl hij samen danste met zijn Joodse gasten.

Doneren
Abonneren
Agenda