Sluiten

Zoeken.

Crisis in Libanon leidt tot lof voor Israël

27 mei 2020

F200304AH01

Uitzicht over de grens met Libanon. - Foto: Flash90

Israëls noorderbuur Libanon staat op de rand van de afgrond en kampt met een enorme crisis. Daarbij is er een tekort aan voedsel ontstaan, waardoor ruwweg de helft van de bevolking dreigt te verhongeren.

De coronacrisis verergerde de toch al enorme economische en financiële crisis in Libanon en sinds kort kunnen veel mensen geen essentiёle voedselbenodigdheden zoals groenten, fruit en vlees meer kopen. Libanon is een van de meest ongelijke samenlevingen ter wereld. De top tien van rijkste mensen in Libanon verdient zestig procent van al het inkomen in het land.

Het land kampt met een grote voedselcrisis nadat het de import van voedsel niet meer kon betalen omdat de dollarreserves waren opgedroogd. Premier Hassan Diab heeft het Internationaal Monetair Fonds nu gevraagd om een hulppakket van 10 miljard dollar dat gedeeltelijk zal worden gebruikt om economische hervormingen door te voeren en een door verliezen geplaagd banksysteem moet behoeden voor instorting. Daar komt bij dat de Libanese pond onlangs instortte, waardoor de voedselprijzen verdubbelden. Dit veroorzaakte nieuwe onrust. Demonstranten gingen opnieuw de straat op en staken banken in verschillende Libanese steden in brand.

“Nasrallah had niets te zeggen over de enorme crisis in zijn eigen land en zweeg over de dreigende broodcrisis in Libanon.”

Vergelijking met Israël

De ongekende crisis motiveerde de Libanese journalist Nadim Koteich om op te staan voor de waarheid en een interview te geven aan LBC-televisie een Libanese tv-zender waarin hij zijn land met Israël vergeleek. Wat van Libanon is geworden, is de schuld van de Libanese regering, zei Koteich, met president Michel Aoun als hoofdschuldige volgens de Libanese journalist.

“Noch Hezbollahleider Hassan Nasrallah, noch de Libanese president Michel Aoun zijn het antwoord om Libanon terug te voeren tot haar gerespecteerde status onder de internationale gemeenschap,” beweerde Koteich. Hij zei dat niemand die Michel Aoun op belangrijke posities had benoemd, ‘normaal’ was gebleven. “‘Aounisme’ is geen politiek fenomeen. Het is een ziekte. Er is een geestesziekte die in Libanon het ‘Aounisme’ wordt genoemd,” spotte Koteich in verwijzing naar het beleid van Aoun.

De Libanese journalist vergeleek vervolgens zijn land met Israël en prees de Joodse staat voor haar omgang met de economie en de coronacrisis die in Israël nu onder controle is. Nadat hij de propaganda van Hezbollah over Israël belachelijk maakte, zei Koteich dat Israëli’s tien keer productiever zijn dan hun Libanese buren.

Toen zijn vrouwelijke Libanese interviewer Koteich eraan herinnerde dat Israël internationale steun krijgt, antwoordde hij dat Libanon “vroeger ook internationale steun kreeg. We waren vroeger een gerespecteerd land. In de jaren zestig was Israël een dom klein land en wij waren een gerespecteerd land”, voegde Koteich eraan toe.

Zijn interviewer liet Koteich vervolgens niet los en vertelde hem dat mensen in Libanon zijn lof voor Israël niet zouden waarderen. Koteich was niet geïntimideerd en antwoordde: “(die mensen) houden nooit van iets. Israël heeft belangrijke shows op Netflix. Dit is de zachte kracht (van het land). We hebben het over een wetenschappelijke macht, een economische macht, een culturele macht en een militaire macht.”

Hij sloot het interview af door te zeggen dat het Libanese volk wat zelfonderzoek moet doen en zich af moet vragen hoe men in deze puinhoop terecht is gekomen.

Verval

Libanon is inderdaad in verval geraakt sinds de Tweede Libanonoorlog nu bijna 14 jaar geleden. De financiële crisis in 2008 veranderde de status van Libanon als centrum voor toerisme, handel en financiële zaken met verschillende marktmonopolies die de economie nu vrijwel geheel beheersen.

Het land exporteerde in feite niets anders dan diensten en betaalde importen door buitenlandse investeringen in het land aan te moedigen. Libanon had een negatieve handelsbalans van 30 procent van het bruto nationaal product en stelde de Centrale Bank in staat enorme deviezenreserves op te bouwen. Dit beleid maakte de Libanese economie kwetsbaar voor externe schokken zoals de coronacrisis en de zogenaamde Arabische Lente, de opstanden tegen dictatoriale regimes in Arabische landen die veranderde in een Islamistische winter.

Hezbollah

De opkomst van Hezbollah in de Libanese politieke arena maakte de zaken nog erger en daarom werd de politieke onrust en volkswoede van vorig jaar langzaam gericht op de door Iran gesteunde sjiitische terreurgroep. Hezbollah is de dominante kracht in Libanon en heeft niets gedaan om het leven van het Libanese volk te verbeteren, omdat het geobsedeerd is met de vernietiging van Israël.

Hezbollah-leider Hassan Nasrallah toonde opnieuw zijn obsessie met Israël toen hij vorige week een toespraak hield ter ere van de door Iran opgerichte Quds (Jerusalem) Dag, een jaarlijks haatfeest gericht op Israël en de Joden in het land. “De introductie van dit virus van een entiteit, is een kankertgezwel te midden van onze umma (islamitische natie)”, zei Nasrallah in een verwijzing naar de onafhankelijkheidsverklaring van Israël in 1948. “Palestina van de rivier naar de zee moet worden bevrijd. Israël heeft helemaal geen legitimiteit en moet worden vernietigd”, vertelde de Hezbollahleider zijn publiek.

Verzet (Terreur) was de enige manier om het doel van de “bevrijding van Palestina” te bereiken via de “Iraanse Verzetsas”, die volgens Nasrallah Syrië, Palestina, Jemen, Irak, Pakistan, Afghanistan en Libanon omvat.

“Iedereen die denkt dat men deze positie kan veranderen door middel van sancties of druk, vergist zich en zou wanhopig moeten zijn over de pogingen om dat te bereiken”, zei de Hezbollah-leider.

Nasrallah had niets te zeggen over de enorme crisis in zijn eigen land en zweeg over de dreigende broodcrisis in Libanon.

“Libanon, ooit de graanschuur van het oostelijke Middellandse Zeegebied, staat voor een dramatische uitdaging die tien jaar geleden ondenkbaar leek: het risico van een grote voedselcrisis”, schreef de Libanese premier Hassan Diab in een wanhopig opinieartikel voor The Washington Post.

Hij doelde op het feit dat Libanon nu bijna al zijn graan uit Rusland en Oekraïne importeerde, maar deze landen hebben hun graanexport naar Libanon verminderd of stopgezet als gevolg van de coronacrisis, die nu ook verergert in het geplaagde land.

Doneren
Abonneren
Agenda