40-dagenoverdenking 12 maart • Een lijdende Messias

Lezen: Mattheüs 16:21-23

Luister hier:

Mattheüs 16:21-23

21 Van toen aan begon Jezus Zijn discipelen te laten zien dat Hij naar Jeruzalem moest gaan en veel zou moeten lijden van de kant van de oudsten en de overpriesters en de schriftgeleerden, en dat Hij gedood zou worden en op de derde dag zou worden opgewekt.

22 En Petrus nam Hem apart en begon Hem te bestraffen; hij zei: God zij U genadig, Heere, dit zal beslist niet met U gebeuren!

23 Maar Hij keerde Zich om en zei tegen Petrus: Ga weg achter Mij, satan! U bent een struikelblok voor Mij, want u bedenkt niet de dingen van God, maar die van de mensen.

Overdenking

Het ene moment doet Petrus belijdenis van zijn geloof en krijgt hij een prachtig getuigenis van Jezus. Het volgende moment is het: ga weg achter Mij, satan! Want je bedenkt niet de dingen van God, maar die van de mensen. Zo dicht kan dat dus bij elkaar liggen: een Goddelijke openbaring en dan toch de plank helemaal misslaan. Aan de andere kant verwacht je dat ook niet, dat een koning die Zoon van de levende God is, moet lijden en zelfs sterven. Dat Jezus ook over Zijn opstanding op de derde dag spreekt, dringt dan niet eens meer door.

En toch, deze Koning móet lijden. Omdat Hij niet met wapens tegen vlees en bloed strijdt, maar tegen de geestelijke machten. ‘Ga weg, satan.’ Dat had Jezus al eens eerder gezegd, toen Hij verzocht werd in de woestijn (Mat. 4). Hij overwon de satan met Gods Woord. Zo zal Hij triomferen over Zijn vijanden. Deze Gezalfde Koning leren we pas echt kennen in het geheel van Zijn leven, dood én opstanding.

Hij móet lijden. Het is een Goddelijk moeten. Het loopt God niet uit de hand. Op Zijn dood lopen de machten stuk. Want Vader laat Zijn Zoon niet in de dood. Hij wekt Hem op.