De Nederlandse staatsomroep baseerde haar rapport uitsluitend op valse informatie door wat NOS “mensenrechtenorganisaties” noemt. In feite gaat het echter om organisaties die tegen de Israёlische aanwezigheid zijn in Judea en Samaria, die uitsluitend de belangen van de Palestijnse Arabieren verdedigen en geen interesse hebben voor de humanitaire situatie van Joden.

Dat NOS haar journalistieke plicht verzuimt is niet nieuw. De redactie van het NOS Journaal maakte mij in 2009 duidelijk dat voor hen de exclusief Palestijnse humanitaire situatie de leidraad was in hun berichtgeving over het Palestijnse Israёlische conflict. Dat was tijdens een gesprek in Hilversum met de redactie van het NOS Journaal. Dit gebeurde nadat ik samen met de Nederlandse organisatie WAAR een lijvig rapport had gepubliceerd over de volstrekt eenzijdige NOS berichtgeving over de eerste Gaza Oorlog, die begon tijdens Kerst in 2008 en eindigde aan het eind van januari 2009.

NOS Journaal gaf toe dat men valse informatie had gepubliceerd over die oorlog en dat men het lijden van de Palestijnse bevolking in Gaza het belangrijkste aspect van dat gewapend conflict vond. Nu gaf NOS opnieuw een beeld dat belangrijke informatie over de feiten rond het dispuut over het land waarop de Bedoeїnen leven in de heuvels ten zuiden van de stad Hebron, buiten beschouwing liet.

De juridische strijd over wie de eigenaar van het gebied dat door de Arabieren Masafer Yatta wordt genoemd is al meer dan twintig jaar oud en werd vorige week uiteindelijk door het Israёlische Hoogegerechtshof (HCJ of Bagatz in het Hebreeuws) beslist. Het hoogste rechtsorgaan in Israёl staat bekend om haar neiging om in het voordeel van Palestijnse Arabieren of Palestijnse organisaties te vonnissen. Dat werd in de berichten die door de zogenaamde ‘mensenrechtenorganisaties’ waar NOS haar rapport op baseerde echter volledig buiten beschouwing gelaten. Het HJC baseerde haar vonnis op gebrek aan bewijs over de aanwezigheid van de Bedoeïenen in Masafer Yaffa voordat het terrein in gebruik werd genomen als militair oefenterrein.

In berichten op Twitter werd het Hof uitgemaakt voor de “zionistische bezettingsrechtbank” en werd naar voren gehaald dat één van de rechters in Judea woont. Dat is “illegaal bezet gebied” volgens deze organisaties en het Democratische Congreslid Rashida Tlaib. Tlaib was degene die het HJC uitmaakte voor “Illegale Militaire Bezettingsrechtbank” op Twitter. Zij baseerde haar absurde conclusie op een eerder bericht van de antisemiet Mohammed El-Kurd. Het Hooggerechtshof in Israёl staat boven alle partijen en maakt deel uit van het civiele rechtssysteem.

De feiten over Masafer Yatta

El-Kurd beweerde verder dat Palestijnse Arabieren 13 generaties lang in Masafer Yatta hebben gewoond en het land hebben gecultiveerd. Echter, een grondig onderzoek van het Palestine Exploration Fund (PEF) uit 1981 bewees dat het gebied onbewoond was en slechts vier antieke ruines telde van onder andere waterbronnen.

In het zelfde jaar besloot de toenmalige Israёlische Minister van Landbouw Ariel Sharon om de 3.000 hectares van het onbewoonde gebied in het zuiden van Judea toe te wijzen aan het Israёlische leger (IDF). Het leger had behoefte aan meer oefenterreinen en vanaf dat moment werd de toegang tot het gebied verboden verklaard. Dit is altijd het geval met militaire oefenterreinen, omdat er wordt geschoten.

Sharon kwam mede tot zijn besluit omdat hij wist dat de Palestijnse Arabieren toen al bezig waren met het bouwen van illegale buitenposten. Masafer Yatta bestaat nu uit 11 van die illegale buitenposten.

Andere feiten

Dan zijn er nog twee andere belangrijke feiten die in alle berichten die pro-Palestijnse media (inclusief The Guardian in Engeland en NOS in Nederland) en NGO’s publiceerden, werden genegeerd.

Ten eerste is er het feit dat “de Palestijnen” in die berichten in feite Bedoeїenen zijn. Deze nomaden trekken van de ene plaats naar de andere en wonen zelden in gewone huizen. De Bedoeїenen in de heuvels ten zuiden van Hebron staan bekend om hun gewoonte om de zomer met hun kuddes geiten door te brengen op het platte land en de winters in de stad Hebron.

De illegale buitenposten die zij stichtten in Masafer Yatta na de ondertekening van de Oslo Akkoorden zijn verder allen gelokaliseerd in het zogenaamde C-gebied. Dit gebied werd onder de Oslo Akkoorden toegewezen aan Israёl. Bouwplannen in Judea en Samaria moeten sinds die tijd worden voorgelegd aan COGAT, het civiele bestuursorgaan van de IDF in dit gedeelte van Israёl. Onnodig te zeggen dat COGAT geen enkel bouwplan voor Masafer Yatta heeft gezien.

De EU en de illegale bouw in het C-gebied

Palestijnse Arabieren, geholpen door de Europese Unie, proberen echter al geruime tijd de status-quo situatie na de ondertekening van de Oslo Akkoorden te doorbreken en hebben honderden illegale bouwsel geconstrueerd in Samaria en Judea, De EU heeft honderden prefab huizen geleverd aan Palestijnse Arabieren die in het C-gebied wonen. Het gaat daarbij voornamelijk om Bedoeїen die tot voor kort in tenten leefden. Men kan een gedeelte van deze prefab huizen zien langs de weg van Jeruzalem naar de Dode Zee.

Israёl werd vorige week ook bekritiseerd over bouwplannen voor ongeveer 4.000 huizen in bestaande Joodse dorpen en steden in Judea en Samaria. De Amerikaanse regering van President Joe Biden was onder de critici en beweerde dat deze nieuwbouw de vorming van een Palestijnse staat onmogelijk zou maken. Ook hier werd in de vele negatieve reacties (de EU veroordeelde de plannen ook) buiten beschouwing gelaten dat dezelfde commissie die de bouw van de 4.000 nieuwe huizen voor Joden goedkeurde, ook met terugwerkende kracht 1.000 illegale Palestijnse huizen in het C-gebied legaliseerde.

De 4.000 nieuwe huizen zullen dus worden gebouwd met al jaren bestaande bestemmingsplannen binnen de gemeente grenzen van Joodse dorpen en steden in Judea en Samaria.

De bekendmaking van de nieuwbouwplannen kwam minder dan een dag na de gruwelijke aanslag in de stad Elad waarbij drie Joodse mannen werden vermoord met bijlen en slagersmessen. Israёl heeft in het verleden vaker gereageerd met het goedkeuren van nieuwbouw in de Joodse steden en dorpen in Judea en Samaria na grote terreuraanslagen.