Een historische Yad Vashem-onderscheiding voor kardinaal de Jong
Door Opperrabbijn Binyomin Jacobs -
21 september 2022
Kardinaal Johannes de Jong, die vanaf 1936 aartsbisschop was in Utrecht, kreeg vrijdag 19 september een Yad Vashem-onderscheiding. Tijdens de Tweede Wereldoorlog hielp hij Joden, met gevaar voor eigen leven, en verzette zich tegen de Jodenvervolging. Lees hier de toespraak van opperrabbijn Jacobs!
Afgelopen sjabbat lazen we in alle synagogen ter wereld de Sidra תבוא כי, waarin we o.a. in hoofdstuk 28 zin 9 lezen: בדרכיו והלכת: 'en gij zult Zijn Wegen bewandelen'.
De grote filosoof, wetsgeleerde en medicus Maimonides rekent deze woorden tot een van de 613 ge- en verboden die het Jodendom kent. Hij geeft als uitleg dat de mens zoveel mogelijk moet proberen om op G´d te lijken. Zoals de Midrasj, de verhalende literatuur, uitlegt: “Gelijk de Eeuwige genadig wordt genoemd, zo ook zult gij genadig zijn. Gelijk de Eeuwige barmhartig wordt genoemd, zo ook zult gij barmhartig zijn. En gelijk de Eeuwige liefdevol wordt genoemd, zo ook zult gij liefdevol zijn.”
Het is bekend dat Maimonides nooit algemene geboden, zoals “Gij zult Mijn geboden naleven” of “Gij zult uzelf heiligen” meetelt in het aantal van de 613 ge- en verboden die de Thora ons voorschrijft. Alleen specifieke geboden tellen mee. En dus rijst de vraag: waarom wordt hier bij “en gij zult Zijn wegen bewandelen” een uitzondering gemaakt en wordt een ogenschijnlijk algemene en overkoepelende opdracht verheven tot een specifiek individueel gebod?
In beweging
Het is heel wel denkbaar dat een mens keurig precies en nauwgezet leeft zoals Hij, de Eeuwige, dat van hem verlangt. Tot een overtreding komt hij nooit. En toch komt hij als het ware niet hoger op de spirituele ladder. Hij blijft op het geestelijke niveau staan waar hij stond. Leert ons de Thora hier: בדרכיו והלכת –er moet beweging zijn. Hoe krijgt een mens zijn spiritueel niveau in beweging? Door niet uitsluitend Zijn geboden te vervullen, maar door er bij voortduring van bewust te zijn dat Zijn wegen bewandeld moeten worden. Ieder gebod heeft zijn specifieke opdracht, zijn eigen manier van uitvoering, maar groeien, steeds hoger komen, in beweging zijn is een op zichtzelf staande opdracht.
Ik kan me voorstellen dat in de situatie van de jaren ’40-’45 velen keurig zich aan G’ds wetten hielden, alle geboden naleefden en geen overtreding begingen. Maar was er sprake van beweging? Waren ze bereid om op het moment dat beweging vereist was in beweging te komen? “Gij zult Zijn wegen bewandelen”. Het is niet voldoende om Zijn geboden na te leven. Zijn wegen moeten bewandeld worden, er moet sprake zijn van vooruitgang, spirituele stijging, beweging.
Gedurende de afschuwelijke oorlogsperiode was, volgens de historicus prof. Presser, vijf procent van de Nederlanders in beweging, maar het was een beweging in de verkeerde richting. Die vijf procent van onze Nederlandse bevolking heulde namelijk met de vijand, de nazi’s. Negentig procent zat bewegingsloos toe te kijken en liet het dus gebeuren. En slechts vijf procent bewoog in de juiste richting en bewandelde daarmee G’ds Wegen, met gevaar voor eigen leven. In die vijf procent zaten de bisschoppen, onder leiding van aartsbisschop de Jong. Want op zondag 3 augustus 1941 werd van alle kansels uitgesproken dat lidmaatschap van nationaalsocialistische mantelorganisaties niet alleen verboden was, maar ook uitsluiting van de sacramenten met zich mee zou brengen.
Voorafgaande aan die zondag is het volgende geschied:
In de nacht van zaterdag op zondag 3 augustus 1940 rinkelde in het aartsbisschoppelijke paleis de telefoon. De Sicherheidspolizei wilde de aartsbisschop spreken en wel onmiddellijk. Aartsbisschop de Jong laat dr. Geerdinck meedelen dat de heren over een half uur kunnen komen. De Jong dost zich uit in ambtskledij en in het grote vertrek voor bijzondere audiënties branden de luchters.
Als er precies om vier uur wordt gebeld doet Dr. Geerdinck open, vraagt de mannen van Himmler zich van hun jas te ontdoen en bestijgt voor hen uit de staatsietrap. Voor de deur aangekomen, vraagt hij hun namen, klopt en geleidt de heren naar binnen. De aartsbisschop staat in zijn ambtelijke kledij achter de tafel en zwijgt. Dr. Geerdinck kondigt aan: “Excellentie. Obersturmführer Matzker en zijn adjudant”. De Jong buigt ligt en blijft zwijgen. Geerdinck zegt: “setzen Sie sich”. Iedereen gaat zitten en iedereen zwijgt.
Tenslotte haalt de Obersturmführer een smal rolletje papier tevoorschijn en begint voor te lezen dat de afkondiging om lidmaatschap van nationaalsocialistische mantelorganisaties te verbieden morgenochtend niet mag plaatsvinden. De aartsbisschop geeft te kenen dat hij de boodschap begrepen heeft, waarop zijn bezoeker zegt: “Het is nu vier uur. Alle pastorieën kunnen per telefoon bereikt worden. De afkondiging in de kerk kan zonder moeite afgelast worden”. De aartsbisschop mompelt dat het hem duidelijk is.
Dan is het weer stil, een lange tijd. Ten slotte zegt Geerdinck “Heren, hebt u hiermee uw opdracht vervult?”. Ze mompelen van ja, waarop Geerdinck opstaat en de bezoekers zijn voorbeeld volgen. Er wordt afscheid genomen, zwijgend en zonder groet. De volgende zondagmorgen ging -uiteraard- de afkondiging overal gewoon door. De woorden non possumus non loqui klinken – “Wij kunnen niet zwijgen”.
Niet zwijgen
De Jong weigerde om gewoon als gelovig katholiek de Eeuwige te blijven dienen en te zwijgen. Hij wist dat er speciaal van hem als kerkleider beweging, actie werd verwacht.
Ik betreur het dat hem tijdens zijn leven de Yad Vashem onderscheiding niet kon worden toebedeeld, maar ben dankbaar dat mede dankzij de inzet van mijn goede vriend dr. Hans Themans we hier eindelijk vandaag toch bijeen zijn om de wereld te tonen wie en wat de Jong was.
Zijne Eminentie dr. Johannes kardinaal de Jong heeft de onderscheiding niet meer nodig, want hij wordt Boven dagelijks beloond voor zijn bereidheid om בדרכיו והלכת met gevaar voor eigen leven in beweging te gaan en in beweging te blijven in de duistere jaren ’40-’45, toen 90% van onze Nederlandse samenleving bewegingloos het zag en liet gebeuren.
Maar voor ons is deze bijzondere bijeenkomst van groot belang, want alertheid was, is en blijft geboden. Wat toen geschiedde kan vandaag en morgen weer gebeuren. De oorlog was in ons land beëindigd op 5 mei 1945, maar het antisemitisme, heden ten dage onder het pseudoniem antizionisme, is gebleven.