Ooit zullen de dossiers die door de Allerhoogste worden bijgehouden, geopend en bekendgemaakt worden. Niemand ontkomt daaraan. De aardse rechtspraak is gebrekkig. Vele feiten komen niet aan het licht. Vele namen ontbreken. Velen hebben hun verleden zorgvuldig toegedekt. En de rechterlijke uitspraken en vonnissen zijn dus gebrekkig. Het blijft mensenwerk. En velen ontspringen de dans. Maar dan niet meer.

Recht

Ooit zal er recht geschieden. Wat een troost voor de slachtoffers. Wat een huiveringwekkend vooruitzicht voor de daders. Openbaring 21:8 zegt: “Maar de lafhartigen, de ongelovigen, de verfoeilijken, de moordenaars, de hoereerders, de tovenaars, de afgodendienaars en alle leugenaars – hun deel is in de poel, die brandt van vuur en zwavel: dit is de tweede dood.”

Ook de moordenaars. Toen en nu. Ook zij die destijds Joden (en anderen) verraden hebben voor een paar gulden en ze daardoor een zekere dood injoegen. De apostel Paulus zegt in Romeinen 12:19 “Wreekt uzelf niet, geliefden, maar laat plaats voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, spreekt de Here.”

Joods bloed

Ook de leugenaars komen er niet mee weg. Met hun leugens en ideologieën van linkse, rechtse of democratische (humanistische/hellenistische) dictatuur die vervolgens in de geschiedenis stromen van bloed opleverden. Na de leugen volgt de moord. Johannes 8:44 zegt dat de duivel de vader is van de leugen – en hij is ook de mensenmoorder van den beginne. Stromen van Joods bloed hebben er gevloeid. Eeuwenlang. Tot op de huidige dag. En de getallen van de christenvervolging nemen wereldwijd elk jaar toe. Maar niemand van de daders komt er uiteindelijk mee weg.

Boek des Levens

Gelukkig wordt er ook nog een ander boek met dossiers geopend. Het boek des Levens van het Lam, zegt Openbaring 21:27. Daarin staan de namen van allen die hun heil bij Hem gezocht hebben. En gevonden hebben. Wat een troost.

Mozes treedt in bij God over de zonde van Israël en zegt in Exodus 32: 32 “Maar nu, vergeef toch hun zonde – en zo niet, delg mij dan uit het boek dat Gij geschreven hebt. Maar de Heere zei tot Mozes: Wie tegen Mij gezondigd heeft, zal Ik uit Mijn boek delgen.” Ieder is persoonlijk verantwoordelijk. David bidt zo over de goddeloze vijanden van Israël in Psalm 69:29: “Laten zij uit het boek des levens worden uitgedelgd, met de rechtvaardigen niet worden opgeschreven.” Huiveringwekkende woorden.

Een nieuwe weg

Maar het is nog niet te laat om je om te keren en je schuld te belijden. Om een nieuwe weg in te slaan. Dat geldt ons allen, ook voor de moordenaars. Dat geldt ook onze kerken en gemeenten. En onze overheid. Ja, ons allen. De oude berijming van Psalm 130 vers 2 zegt: “Zo Gij in 't recht wilt treden, O Heer, en gadeslaan, onze ongerechtigheden: Ach, wie zal dan bestaan? Maar neen, daar is vergeving, altijd bij U geweest; dies wordt Gij, Heer, met beving, recht kinderlijk gevreesd.”