Afgelopen week werd het Israëlische nieuws vooral beheerst door de situatie in Bnei Brak, een stad in Israël, ten oosten van Tel Aviv, met zo’n 186.000 inwoners. De bevolking is er ultraorthodox Joods. De corona-voorschriften die voor het hele land gelden, leken hier genegeerd te worden en het gevolg is een enorme uitbraak van het virus. Getallen als 75.000 geïnfecteerden worden in de media genoemd.
Ik zag televisiebeelden waarbij politie en leger de wijk ingingen om mensen te arresteren. Het maakte me boos. Voorschriften zoals honderd meter afstand, het dragen van een mondkapje, gesloten winkels, geen synagogediensten en geen grote bijeenkomsten in het algemeen zijn vervelend, maar het is tijdelijk. Ook brengen zij, door hun gedrag, de rest van de Israëlische bevolking in gevaar. Omdat ik niet te snel wilde oordelen, belde ik een orthodox Joodse vriendin die in Jeruzalem woont, met de vraag hoe dit zo ver heeft kunnen komen.
De overheid heeft er niet bij stilgestaan dat deze gemeenschappen een andere aanpak vragen.
“… Voor dit soort gemeenschappen bestaat het leven uit de kehilla, dat betekent gemeenschap, de groep. Ze zijn gewend om alles samen te doen, zoals synagogediensten en Joodse studie. Religie is hun leven. Een sjoel sluiten is nog nooit gebeurd in Israël, zelfs niet tijdens de vele oorlogen. Het is een enorme klap voor ze dat dit nu is gebeurd en het kost veel gewenning.
Ook is het belangrijk je te realiseren dat deze gemeenschappen geen televisie of radio hebben. Als iets niet verteld wordt, zal het hen nooit bereiken. De fout ligt vooral bij de lokale overheid, zoals bij de burgemeester van Bnei Brak. Hij had zich moeten realiseren wat de leefgewoonten van deze groepen zijn. Maar het ligt ook zeker aan de overheid die er niet bij stil heeft gestaan dat deze gemeenschappen een andere aanpak vragen.
De informatie die zij krijgen, komt via de rabbijnen. Die hadden vanaf het begin ingeschakeld moeten worden. Wat het zo treurig maakt, is dat deze groepen juist heel gehoorzaam en gedisciplineerd leven, geheel volgens de Joodse wetten. En, en dat maakt het nog wranger, in de Joodse religie is een van de belangrijkste verplichtingen je lichaam gezond en schoon te houden.
De verspreiding is zo hevig, omdat het grote families zijn die vaak in kleine flats wonen. Het doet me verdriet te zien hoe meedogenloos de media zijn. Het zorgt voor nog meer vooroordelen. Terwijl er ook hele prachtige initiatieven zijn. Ik krijg al twee weken, iedere dag, een warme maaltijd thuis bezorgd met verse groenten en vlees. Het wordt gefinancierd door een ultraorthodoxe Joodse filantroop die onbekend wil blijven. Het is bestemd voor alle bewoners in Jeruzalem die boven de 65 zijn.
De gemeente heeft een netwerk opgezet en de stad verdeeld in woonwijken. Elke woonwijk heeft een team van vrijwilligers die het eten aan huis komt brengen. De meeste van hen zijn ultraorthodox. Weet je trouwens dat de meeste liefdadigheidsinstellingen hier opgezet zijn door ultraorthodoxe Joden; ze staan open voor iedereen, religie en afkomst zijn niet van belang. Zoals Yad Sara, Shalva, er is een gratis ambulance service, Aleh, Zaka …”
Toen mijn blog klaar was, hoorde ik op de radio dat het aantal zieken in Bnei Brak tussen de twee en drieduizend is. Het blijft voorzichtig zijn met het geloven van de media en dan, maar ik heb dat de afgelopen jaren al vaker geschreven, ben ik zo blij met de nieuwsverschaffing van Christenen voor Israël.