Sinds 25 augustus, toen Israël een preventieve aanval uitvoerde en zelfs inwoners van Tel Aviv naar de schuilkelders vluchtten, is de situatie in het noorden van het land steeds grimmiger geworden.
Op 4 september werd het gebied getroffen door het zwaarste raketvuur sinds het uitbreken van het conflict, met meer dan 100 raketten die neerkwamen op de noordelijke gemeenschappen. De stad Kiryat Shmona werd zwaar beschoten, maar wonderbaarlijk genoeg vielen er geen slachtoffers.
De burgemeester van de stad, Avichai Stern, staat voor de hartverscheurende taak om steeds meer inwoners te vertellen dat hun huizen zijn verwoest. Niemand is gevrijwaard van de willekeurige dreiging van raketaanvallen. Diezelfde middag kreeg de jonge burgemeester het vreselijke nieuws dat ook het nieuwe huis van zijn ouders, waar zij jarenlang aan hadden gewerkt om hun pensioen voor te bereiden, compleet was verwoest door een voltreffer.
In de afgelopen weken is het bereik van de raketten vanuit het noorden verder naar het zuiden uitgebreid. Hezbollah heeft verklaard het aantal doelwitten te vergroten, met name in de Hula Vallei, een belangrijk agrarisch gebied in Israël. De voortdurende aanvallen zorgen niet alleen voor grote bezorgdheid over de veiligheid van de boeren, maar leiden ook tot een tekort aan arbeidskrachten, waardoor oogsten verloren gaan. Dit tekort is voelbaar in de winkels, waar groenten steeds schaarser worden en de prijzen stijgen.
Met elke aanval worden meer boerderijen verwoest, en de agrariërs die ooit hun levensonderhoud uit deze gronden haalden, verlaten hun huizen en trekken noodgedwongen verder naar het zuiden.