Hebron

De naam Hebron is verwant met het Hebreeuwse werkwoord havar, wat zoiets als 'verenigen' betekent, maar ook met het woord chaver, wat 'vriend' betekent.

De stad Hebron is een van de oudste steden van Israël. Al vóór de geschiedenis van het volk Israël was Hebron een Kanaänitische stad. Abraham vestigde zich nabij Hebron in 1697 vóór Christus. (Gen. 13:8)

Na de verovering van het land Israël, geeft Jozua de stad Hebron aan Kaleb de zoon van Jefunne, de enige van de twaalf verspieders die naast Jozua ook niet bang was voor de Kanaänieten. (Joz. 14:13)

Herodes de Grote bouwt door heel Israël indrukwekkende gebouwen. Ook over een eerder gebouw over de spelonk van Machpela laat hij een groots bouwwerk bouwen dat vandaag de dag nog te zien is.

Het Herodiaanse bouwwerk over de Machpela wordt door Byzantijnse christenen verbouwt tot kerk. Later maken moslims er een moskee van.

In 1981 betreden archeologen voor het laatst de spelonk onder de Machpela. Ze nemen enkele stukken aardewerk mee die afkomstig blijken uit de achtste eeuw vóór Christus. Hieruit maken ze op dat de spelonk al ten tijde van de Eerste Tempel een bedevaartsoord was. De spelonk is uit respect voor de doden niet toegankelijk.