“Uit jou, Betlehem in Efrata, te klein om tot Juda’s geslachten te behoren, uit jou komt iemand voort die voor mij over Israël zal heersen.” (Micha 5:1, NBV)
Betlehem mag dan een kleine stad geweest zijn in de oudheid, onbelangrijk was ze allerminst. Dit is de plaats waar Jakob Rachel begroef, waar de profeet Samuel David tot koning zalfde, waar de Moabitische Ruth Boaz ontmoette en waar Jezus werd geboren.
De stad ligt in een vruchtbaar gebied, zoals haar ander oude naam, Efrata, (‘Vruchtbaarheid’) al aangeeft. De naam Betlehem betekent ‘Broodhuis’ en de Arabische naam, Bayt Lahm (‘Vleeshuis’) duidt er eveneens op dat er geen gebrek aan voedsel bestond. In de dalen bevinden zich akkers voor wijnranken, olijf-, amandel- en vijgenbomen. De heuvels boden voedsel voor schapen en geiten. In de zomer en herfst is het landschap nog grauw, maar de winterregens kleuren het gebied weer groen.
De velden van Efrata, ten zuidoosten van Beit Sahour.
Het oudste gedeelte van het stadje bevindt zich op een hoogte van 777 meter boven de zeespiegel en 1267 meter boven de Dode Zee. Inmiddels is Betlehem uitgebreid met Beit Sahour in het oosten en Beit Jala in het westen. Deze drie woonplaatsen ten zuiden van Jeruzalem liggen in Palestijns autonoom gebied. Ten zuiden van Betlehem ligt de Joodse nederzetting Efrat.
In de heuvels bevinden zich grotten. De Betlehemieten bouwden hun huizen voor zo’n grot. Op deze wijze beschikten ze over een extra ruimte, die in de winter warmer was dan de rest van het huis en in de zomer koeler. De boeren konden de spelonken ook gebruiken om de dieren ’s nachts beschutting te geven. Jozef en Maria mochten mogelijk gebruik maken van zo’n binnenste gedeelte van een huis.
De traditie wil dat in de vierde eeuw plaatselijke christenen zeiden dat de geboortegrot zich tussen de bomen aan het einde van een gebogen heuvelrug bevond. Hieronymus (ca. 347-420) meldt dat de grot voor afgodendienst werd gebruikt.
Keizer Constantijn (ca. 274-337) besloot op deze plaats een basiliek te laten plaatsen. De bouwers kapten bomen om en verwijderden stukken overbodige rots en plaatsten boven de grot een achthoekige kerk. Deze prachtige kerk werd tijdens de opstand van de Samaritanen in 529 verwoest. Keizer Justianus I (ca. 527-565) liet de kerk echter herbouwen. Het is dit gebouw dat er nog steeds staat.
Het is niet zeker of Jezus in deze grot werd geboren, maar het is wel mogelijk. Dagelijks wordt de basiliek door duizenden pelgrims uit de hele wereld bezocht. In de onderaardse gedeelten kan het dringen zijn. Daar bevinden zich behalve de geboortegrot ook ondermeer de grot waar Hieronymus vanaf 390 verder werkte aan de Vulgata, de vertaling van de Bijbel in het Latijn.
Het herdersveld kan overal rondom Betlehem zijn geweest. Geen wonder dan ook dat er een protestants, Grieks-orthodox en franciscaans herdersveld is in Beit Sahour. Wat ze helaas allemaal met elkaar gemeen hebben is dat er weinig meer van het authentieke landschap over is. Ze bevinden zich namelijk in bebouwde gebieden.
Het veld van de franciscanen en die van de protestanten zijn evenwel zeer de moeite van een bezoek waard. Bezoekers kunnen hier grotten zien die meters doorlopen onder de grond. Het is makkelijk voor te stellen dat dergelijke grotten schuilplaats boden voor de herders, die als eersten hoorden over de meest unieke gebeurtenis in de geschiedenis.