Een gesprek over Joodse scholen in Amsterdam: 'Het begin van het einde van de democratie’
Door ds. Oscar Lohuis -
8 mei 2024
Op de Joodse scholen in Amsterdam is sinds 7 oktober sprake van een grote toeloop van leerlingen. De aanwas komt zowel van Joodse leerlingen die vanwege het toegenomen antisemitisme niet meer op een gewone school willen of kunnen zitten, alsook van naar Nederland gevluchte gezinnen uit Israël. Ik bezocht twee Joodse scholen: basisschool Rosj Pina en middelbare school Maimonides en sprak met Edwin Stokvis, bestuursvoorzitter van stichting Joodse Scholengemeenschap J.B.O., en Yigael Soesan, voorzitter van Stichting Vrienden JBO.
Zo te zien hebben de scholen zware beveiliging nodig?
“We hebben al sinds lange tijd allerlei veiligheidsmaatregelen moeten treffen, maar sinds 7 oktober hebben we voor extra bewaking moeten zorgen. Het veiligheidsgevoel heeft bij veel ouders en kinderen een enorme knauw gekregen. In de eerste dagen na de aanslag waren er ouders die met tranen in de ogen hun kinderen hier achterlieten, uit angst voor een aanslag. De eerste vrijdag na 7 oktober werd door vijanden van Israël uitgeroepen tot World Jihad Day. Ik heb het een enorm moeilijke beslissing gevonden, maar toen toch besloten de school op die dag te sluiten. Het moeten sluiten van een Joodse school in Nederland is het begin van het einde van de democratie.”
Wat is er verder veranderd sinds 7 oktober?
“Een specifieke groep Nederlanders is hier niet meer veilig. Op school dragen de jongens een keppeltje, maar we vertellen hun dat ze buiten de school hun keppeltje beter niet kunnen dragen. Dat doen we overigens al sinds de aanslagen in Brussel in 2016, maar nu is het nog veel erger geworden. Je kan in dit land niet zichtbaar als Jood over straat zonder gevaar te lopen. Als wij met z’n drieën met een keppeltje op de Dam zouden lopen, kunnen we er zeker van zijn dat we op een scheldwoord, bespuging of flinke beuk getrakteerd worden. Antisemitisme is salonfähig geworden. Je mag Joden aanvallen, uitschelden en bespuwen.”
Wat doet dit met de leerlingen op school?
“De impact die het op de kinderen heeft, is groot. Vanmorgen nog moesten we de leerlingen vragen nog niet naar school te komen omdat er een koffer in de straat was neergezet. De politie is in actie gekomen en nadat bleek dat de koffer leeg was, konden de leerlingen alsnog komen. Dit doet natuurlijk iets met de kinderen. Op 7 oktober was het vakantie (Loofhuttenfeest) waardoor een deel van de kinderen in Israël was en ook in de schuilkelders heeft gezeten. Iedereen van de Joodse gemeenschap in Nederland heeft wel familie, kennissen of vrienden die of slachtoffer zijn geworden op 7 oktober, of zijn gesneuveld in Gaza of op dit moment moeten vechten in de oorlog. We hebben in de weken daarna – en doen dat nog steeds – psychische hulp aan de kinderen gegeven. We verwachten overigens ook dat het invloed kan hebben op hun leerprestaties.”
Met welke uitingen van antisemitisme worden jullie geconfronteerd?
“Er zijn foto’s gemaakt van huizen met een mezoeza aan de deurpost. Er zijn Joodse leerlingen die op gewone scholen elke ochtend met de Hitlergroet bejegend worden. Sommige ouders laten hun kinderen al jaren niet meer met het openbaar vervoer gaan, omdat zij bang zijn voor wat er kan gebeuren als anderen hen herkennen als Joods. Het is zeker niet mogelijk een Ubertaxi te gebruiken voor vervoer van en naar de school. Soms halen ouders hun kinderen van de sportschool omdat het daar niet meer veilig is. Daarom hebben wij hier nu een sportschool ingericht. Hier in de school hebben wij sinds 7 oktober de Israëlische vlag opgehangen, maar in heel Amsterdam zie je die nergens meer, omdat het gevaar oplevert. Het drukken van een uitnodiging voor een bar mitswa kunnen wij niet door een willekeurige drukker laten doen door alle gegevens die erop staan. Als wij als school een uitstapje willen maken, moeten wij de kinderen streng beveiligen.”
Krijgen jullie ook steunbetuigingen?
“Ja zeker, we hebben heel veel steunbetuigingen gehad vanuit de samenleving, zowel van individuen als scholen, instellingen en bedrijven – waarvan een flink deel uit Urk – wat wij als hartverwarmend ervaren. Ook is zowel de landelijke als de plaatselijke overheid alert en staan ze voor ons klaar. Toch moeten wij veel extra beveiliging zelf bekostigen en daar hebben we echt hulp bij nodig. Daarom hebben wij ook de stichting Vrienden JBO opgericht. Omdat structurele financiële ondersteuning van onze scholen nu belangrijker dan ooit is.”
Dit interview verscheen eerder in onze maandkrant Israël Aktueel. Klik hier om gratis abonnee te worden!