De Joodse geleerden leren ons dat Hasjem ons niet alleen beoordeelt op onze daden, maar ook op de intenties in ons hart. Zelfs wanneer dingen niet gaan zoals gepland, of wanneer de weg vol obstakels lijkt te liggen, ziet G-d de strijd, het verlangen en de moeite die we doen.
Hij waardeert wat in ons hart leeft, en in Zijn oneindige chesed (liefdadigheid) beloont Hij ons op manieren die we nooit hadden verwacht. De Sfas Emes, rabbijn Yehudah Aryeh Leib Alter (1847-1905), legt uit dat het Chanoeka wonder niet alleen lag in de fysieke overwinning of het branden van de menora.
Maar dat het vooral lag in de oprechte, diepe intentie van de Chashmonaim om G-d te dienen met mesiroet nefesj (zelfopoffering), ondanks de overweldigende moeilijkheden. G-ds wonderen waren een reactie op deze oprechte wil en toewijding
Afgelopen week mochten ook wij dit persoonlijk ervaren.
Gastvrijheid
We wilden ons huis tijdens Chanoeka weer open stellen voor jesjiva-jongens. We wisten namelijk dat veel van deze jongens, die ver van huis leren, geen plek hadden om Sjabbat Chanoeka door te brengen.
Het concept van hachnasat orchim (gastvrijheid) is een van de oudste mitzvos (geboden) in de Thora. Onze voorvader Abraham was de belichaming van deze eigenschap, en onze geleerden leren dat “wie gasten verwelkomt in zijn huis, het is alsof hij de Sjechiena (de G-ddelijke aanwezigheid) verwelkomd”.
Maar toch stonden wij, net zoals de Chashmona’im, voor praktische uitdagingen. Onze financiële situatie was krap. Een grote groep jesjiva-jongens uitnodigen betekende extra kosten — meer eten, meer voorbereiding. We vroegen ons af of we dit financieel gezien wel aankonden.
We zouden namelijk geld moeten uitgeven dat we op dat moment eigenlijk niet konden missen. Maar we herinnerden ons dat G-d Zelf belooft dat wie deze mitzvah vervult, zowel in Olam Haba (de komende wereld) als in deze wereld wordt beloond.
Simpel Verzoek
Men zegt dat achter elke grote man, een nog grotere vrouw staat. Nu zou ik mijzelf nooit een “grote man” durven noemen, maar ik kan wel zeggen dat mijn vrouw groter is dan ik. Ze probeert namelijk altijd te leven volgens de woorden van de Joodse geleerden in Pirkee Avot (5:13):
“Wie zegt ‘Wat van mij is, is van mij, en wat van jou is, is van jou — er zijn meningen die zeggen dat dit een eigenschap van Sodom is”. Dit betekent dat wie overdreven beschermend is over zijn eigendom, de eigenschap van chesed – liefdadigheid- mist, een eigenschap die de mensen van Sodom verachtten.
Op de eerste avond van Chanoeka hield mijn Rebbe een tisj — een Chassidishe bijeenkomst gevuld met zang en inspiratie. Bij een tisj zit de Rebbe aan het hoofd van een lange tafel, omringd door zijn chassidim, en deelt hij zijn wijsheid. De synagoge was stampvol.
Ongeveer 1.000 chassidim stonden op tribunes aan de zijkanten van de zaal en keken aandachtig naar de Rebbe. Onder hen waren ook veel jesjiva-jongens die regelmatig bij ons eten. Na afloop kwam een van hen naar mij toe. Hij wist nog steeds niet waar hij zou eten op Sjabbat… dus nodigden we hem uit. En, zoals dat vaak gebeurt, groeide één gast uit tot negen gasten.
Alleen had deze jongen één simpel verzoek: latkes. En dus, bereide mijn vrouw, met haar gebruikelijke toewijding, stapels en stapels latkes. Tijdens de Sjabbat-maaltijd vertelde een andere jongen dat, “sinds we in jesjiva zijn, hebben we geen latkes gegeten.. tot nu toe. De laatste keer dat we latkes hadden was thuis…” op z’n minst twee jaar geleden.
Je zou denken dat het slechts een simpel verzoek was. Maar het symboliseerde iets veel groters: een verlangen naar thuis, naar warmte, naar een gevoel van verbondenheid. En toen deze jongens rond onze tafel zaten, mengde de gloed van de Sjabbat-kaarsen zich met de geur van versgebakken latkes. Het creëerde een sfeer van warmte en saamhorigheid. Ze zongen, we deelden woorden van Thora, en voor een paar kostbare uren voelden ze zich echt thuis.
De Chasam Sofer, rabbijn Mosje Schreiber (1762-1839) leert dat Chanoeka een tijd is waarin verborgen licht wordt onthuld. De menora symboliseert het geestelijke licht dat blijft schijnen, zelfs wanneer we omringd zijn door duisternis. We beseften dat door ons huis open te stellen, we dat verborgen licht aan het onthullen waren — het licht van gastvrijheid, dat de Sjechina in ons leven brengt.
G-ddelijke leiding
De moeder van een van deze jongens zei ooit tegen mijn vrouw: “Je geeft mijn kinderen veel meer dan alleen Sjabbat maaltijden. Je geeft hen een thuis ver weg van huis.” Maar terwijl we ons voorbereidden voor Sjabbat, voelden we ook de financiële druk. De kosten waren opgelopen, en we vroegen ons af of we onszelf misschien te veel hadden belast?
Een paar dagen na Chanoeka lukte het me eindelijk om een online-technisch probleem met mijn Nederlandse bankrekening op te lossen. Toen ik inlogde, zag ik iets onverwachts: een donatie van 200 euro, speciaal bedoeld voor Chanoeka-maaltijden.
Een tijd van dankbaarheid
De Sjoelchan Aroech (Orach Chaim 670:1) leert dat de dagen van Chanoeka zijn vastgesteld als “dagen van dankbaarheid en lof”. Maar ware dankbaarheid betekent niet alleen G-d te danken voor grote openlijke wonderen. Het betekent ook dat we de verborgen wonderen in ons dagelijks leven herkennen en waarderen.
Rabbijn Elimelech Biderman zegt vaak dat “wanneer iemand met een vol hart geeft, G-d dat hart vult met zegen.” Het gaat niet om de kwantiteit van de mitzva, maar om de intentie erachter. G-d beloont elke daad van goedheid met Zijn grenzeloze liefdadigheid.
De Slonimer Rebbe, rabbijn Shalom Noach Berezovsky (1911-2000), schrijft dat het verborgen licht van Chanoeka ons eraan herinnert dat G-d altijd bij ons is, zelfs als we Hem niet zien. Wanneer we vanuit ons hart geven, onthullen we dat verborgen licht.
Vertrouwen op Hasjem Rabbijn Avraham Yeshaya Karelitz (1878-1953) leert dat bitachon (vertrouwen in G-d) niet betekent dat alles zal verlopen zoals wij dat wensen. Echter, betekent het dat we vertrouwen dat alles wat gebeurt, van G-d komt en voor ons eigen goed is.
Toen we ons huis openden, wisten we niet hoe we het financieel zouden redden. Maar we deden het met geloof en vetrouwen dat G-d zou voorzien – en dat is wat Hij deed.
Moge het verborgen licht van Chanoeka onze wegen altijd blijven verlichten, en mogen we allemaal de gloed van gastvrijheid in onze huizen en levens brengen, met het vertrouwen dat G-d ons altijd omringt met Zijn liefdadigheid.