Universiteiten moeten een veilige en academische omgeving zijn en de zionistische identiteit van Joodse studenten respecteren. Er wordt aan de grondvesten van onze samenleving gemorreld. Wij mogen nooit voor tirannen zwichten.
Binnenkort lezen we aan het einde van het boek Leviticus een aantal stevige vervloekingen, die op de loer liggen maar waartegen we beschermd worden (Lev. 26: 44-45): “Maar bovendien: wanneer zij in het land van hun vijanden zijn, dan zal Ik hen niet verwerpen en niet van hen walgen door hen te vernietigen en Mijn verbond met hen te verbreken, want Ik ben hun G‘d. Ik zal ter wille van hen denken aan het verbond met de voorouders, die Ik voor de ogen van de heidenvolken uit het land Egypte geleid heb om hun tot een G‘d te zijn. Ik ben G’d“.
In Bern was de rector principieel: zo kan het ook nog eens een keer
Ik moest bij deze tekst denken aan de toestanden, die de Joodse universitaire studenten wereldwijd ondervinden. In Bern vertelt de rector magnificus dat zij zich niet door actiegroepen laten chanteren. Onverschrokken ging rector Christian Leumann de kantine van Unitobler binnen, de plek die ongeveer 300 studenten en activisten bezet hielden. Ze beschuldigen de Universiteit van Bern van medeplichtigheid met Israël en interne censuur tegen solidariteit met Palestina.
Rector Leumann maakte ter plekke onmiskenbaar duidelijk wat hij van het protest vindt. “Deze bezetting is onaanvaardbaar”, zei hij tegen de verzamelde menigte. De universiteit moest haar onderwijstaak vervullen en iedereen die niet hield van de academische oriëntatie van de individuele instituten moest maar iets anders kiezen. “We laten ons niet chanteren en roepen de krakers met klem op het terrein onmiddellijk te verlaten.”
Politiek en wetenschap scheiden
Voor de 100 medewerkers, die de bezetting steunden, gold, dat ze de naam van de universiteit niet mochten beschadigen: “De politiek mag de wetenschap niets voorschrijven. De wetenschap is de vijfde macht in iedere staat. Ons werk is wetenschappelijk onderzoek te doen, betrouwbare en controleerbare feiten te verzamelen, transparante methoden te hanteren en in een verdraagzame omgeving over de interpretatie van de feiten te discussiëren.
Wanneer wij onze onafhankelijkheid van de politiek niet kunnen waarborgen, zijn wij onze geloofwaardigheid kwijt en verliest de gemeenschap het vertrouwen in de wetenschap. Dan zijn wij een verlengstuk van de politiek geworden en heeft men ons als wetenschappelijk instituut niet meer nodig, aldus de rector (Tages Anzeiger, 16/05/24, kort samengevat).
Amsterdamse puinhoop
In Amsterdam daarentegen heeft het bestuur van de Universiteit van Amsterdam er “een puinhoop van gemaakt”. Alumni en studenten voelden zich al jarenlang niet thuis op hun ‘alma mater’. „Dat had veel eerder de kop ingedrukt moeten worden. Dat vind ik, en velen met mij. Het is nu tijd om in te zien dat we terug moeten naar een neutraal, academisch klimaat. Naar een veilig klimaat, waarin polarisatie wordt tegengegaan”, legt Alexandra Stein, initiatiefneemster van een groeiende groep Joodse en niet-Joodse alumni, uit.
Deze groep wil ’vrije toegang tot onderwijs voor studenten van alle afkomsten‘ en roept het UvA-bestuur op ’zich ervan bewust te zijn dat mensen zich sociaal en fysiek onveilig voelen doordat bijvoorbeeld generiek antizionistische demonstraties raken aan hun identiteit, persoonlijke opvatting en culturele geschiedenis’.
Bovendien vindt deze groep terecht, dat huisregels van de UvA strikt worden gehandhaafd. Haatzaaien en discriminatie moet met alle macht worden tegengegaan. Ook mogen de banden met Israëlische universiteiten niet worden verbroken omdat dit in strijd is met de academische vrijheid.
Waar het om gaat is, zoals Afshan Ellian dit in Elseviers Weekblad (10/05/24) omschrijft, dat de universiteiten pal moeten staan voor de academische vrijheid en zich niet onder druk mogen laten zetten door een aantal actiegroepen. Het gaat hier niet zozeer om Joodse belangen maar om de fundamenten van onze westerse samenleving, die hier op hun grondvesten staan te schudden.
Met democratische middelen de democratie om zeep helpen
Prof. mr. dr. Afshin Ellian (Teheran, 1966) vindt het feit, dat het UvA-bestuur een lijst van Israëlische samenwerkingspartners openbaarde, getuigen van minachting voor de academische vrijheid. Maar er is natuurlijk meer aan de hand. Het demonstratierecht staat niet ter discussie: “Maar demonstranten mogen niet hun gezichten bedekken, niet oproepen tot haat of geweld, en uiteraard ook geen geweld gebruiken of barricades bouwen in de publieke ruimte“, aldus Ellian.
Met democratische middelen worden de democratie en onze vrijheid beschermd te worden tegen aantasting van onze identiteit om zeep geholpen: “Vandalisme van de bovenste plank“. G’d beware ons. Een volk dat voor tirannen zwicht, zal meer dan lijf en goed verliezen, dan dooft het licht.