Nazar had één droom: naar Israël gaan
Door Christenen voor Israël -
5 november 2020
Kiev Boryspil Airport, de internationale luchthaven van Oekraïne. Het is dinsdag drie november, drie uur ’s middags. Over enkele uren gaat de vlucht van de zestienjarige Nazar uit Bila Tserkva. Hij is één van de honderdveertig Joodse jongeren die vannacht zal aankomen in het land waar hij al jaren van droomt.
Code rood
Oekraïne binnenkomen is niet zo moeilijk: een negatieve uitslag van een corona-sneltest is genoeg om je vrijuit te kunnen bewegen in het land. Maar dat kan elke dag omslaan: het aantal besmettingen in het land stijgt explosief. In sommige ziekenhuizen in het binnenland liggen coronapatiënten tot op de gang, omdat de IC’s en ook de andere ziekenhuisafdelingen volzet zijn. Elk moment kan de Oekraïense regering besluiten om de reisbeperkingen aan te passen naar code rood. En als dat gebeurt, moeten alle plannen wéér worden omgegooid…
Uitgestorven
De luchthaven lijkt uitgestorven. Enkele vermoeide zakenreizigers haasten zich door de vertrekhal, met mondkapje en handbagage. De parkeerplaats bij de vertrekhal is zo goed als leeg. Tot het moment dat vijf touringcars er stoppen. Honderdveertig jongeren stappen uit de bussen. Voor sommigen is het de eerste keer dat ze een vliegveld van dichtbij zien. Voor iedereen is het de laatste dag dat ze Oekraïne hun thuisland noemen. Eén van die jongeren is Nazar. Hij groeide op in een weeshuis in Bila Tserkva. Zijn vader heeft hij nooit gekend, zijn moeder was verslaafd aan alcohol en kon niet voor hem zorgen. Nazar had één droom: naar Israël gaan.
Logistieke inspanning
De logistieke inspanning achter deze groep Joden die naar Israël emigreert is gigantisch. Zeventien medewerkers van Christenen voor Israël coördineren de reis, in nauwe samenwerking met het Joods Agentschap en Keren Hayesod uit Israël. Paspoorten, medische testen, bagage, vliegtickets en natuurlijk mondkapjes. Sommige van de Joodse jongeren en jonge gezinnen zijn gevlucht uit oorlogsgebied. Uit de oostelijk gelegen regio’s Donetsk en Mariupol, waar nog steeds onrust heerst tussen het Oekraïense leger en de pro-Russische separatisten.
Tientallen busjes zijn op 3 november ‘s ochtends vroeg vertrokken uit het hele land. Een land vijftien keer zo groot als Nederland. Op soms moeilijk begaanbare wegen, op weg naar het beloofde land. Maar ze zijn er nu allemaal. Ze kunnen vertrekken.
Vlucht
Het is inmiddels half acht ‘s avonds. Een half uur later dan gepland taxiet het vliegtuig de terminal uit. In feestelijke letters staat op het vliegtuig: ‘40 years blessing the Jewish people’, verwijzend naar het veertigjarig jubileum van Christenen voor Israël. Vanuit de eeuwenlange diaspora keert het Joodse volk terug naar haar oude thuisland: het land Israël. Daarbij geholpen door christenen.
Het is gelukt
Enkele uren later, diep in de nacht, landt de groep veilig in Israël. Het is gelukt. Er is weer een groep Joden thuisgekomen in het beloofde land. Wat zal de toekomst brengen voor deze 140 jongeren die vanaf vandaag zichzelf Israëlisch staatsburger mogen noemen? Nazar weet het wel: hij wil in Israël kinderen helpen die hetzelfde hebben moeten doormaken als hij. Hij wil hoop brengen in Israël. Vanaf vandaag wordt zijn droom werkelijkheid.
Dit artikel verscheen eerder in het Reformatorisch Dagblad