“Ik heb er geen woorden voor”, sprak iemand. Dat begrijp ik als gevoelsuitspraak. Het onrecht aan Israëlische burgers gedaan, is te groot. Zou het ooit rustig worden? Welke woorden zouden het verdriet en onrecht in een goed licht stellen? Nee, ik begrijp maar al te goed dat mensen er gevoelsmatig ‘geen woorden’ voor hebben.

De dichter Herman Gorter verzuchtte eens: “Ik heb alleen maar woorden”. Je zou, behalve financiële ondersteuning iets meer willen doen voor het Joodse volk. En dát lukt nou net niet! Daar zit onze pijn van machteloosheid en het op afstand meeleven. “Ik heb alleen maar woorden”. Wat kan ik doen tegen zo’n uiting van Jodenhaat?

Psalm 130

Het is waar; ik heb alleen maar woorden. Maar, welke woorden mogen dat zijn? Wie de woorden van Israël met bijvoorbeeld Psalm 130 met Israël meebidt, heeft niet alleen ‘maar’ woorden. Nee, die mag weten ‘levende woorden’ te hebben. Die alles met het Woord van de God van Israël te maken hebben.

Op het feest van Simchat Thora klonk zelfs op zo’n afschuwelijke dag als zaterdag 7 oktober in Israël was, toch de vreugde, dat de God van Israël niet zwijgt. Zijn Woord spreekt. Anders dan blijkbaar namaakgoden heeft Hij het niet nodig dat mensen Zijn Naam groot maken door een kwetsbaar mens te doden, verwonden, bespotten of vernederen. Integendeel. Hij legt Zijn Woord als gebed bij Zijn volk. En wij mogen het met en voor Israël bidden. We hebben een Levend Woord. Spreek slechts één Woord!

Psalm 130 zingt vanuit de diepte met de zwaarste tonen, als de laagste toon in een Passie. Het geeft ruimte en wekt hoop; doet met verwachting uitzien. Uitzien als een ‘wachter op de morgen’. Dat staat er tot tweemaal toe, als een stellige belofte die zeker waar zal worden God; Hij Zelf zal Israël verlossen!

Bid vandaag voor Israël met de woorden van Psalm 130:

Een pelgrimslied.
Uit de diepten roep ik tot U, o HEERE;

Heere, hoor naar mijn stem.
Laat Uw oren opmerkzaam zijn
op mijn luide smeekbeden.

Als U, HEERE, op de ongerechtigheden let,
Heere, wie zal staande blijven?

Maar bij U is vergeving,
opdat U gevreesd wordt.

verwacht de HEERE,  mijn ziel verwacht Hem
en ik hoop op Zijn woord.

Mijn ziel wacht op de Heere,
meer dan wachters op de morgen,
wachters op de morgen.

Laat Israël hopen op de HEERE,
want bij de HEERE is goedertierenheid
en bij Hem is veel verlossing.

Ja, Hij zal Israël verlossen
van al zijn ongerechtigheden.