Messiaanse tijden zijn nog nooit zo dichtbij geweest. Zal er ooit vrede komen in het Midden-Oosten? De Tora geeft een hint. Een puntje hoop.
Ik vrees dat we voorlopig al heel blij mogen zijn als er een cease-fire komt. Volgens Leon de Winter kennen landen, die aangesloten zijn bij de Organisatie van Islamitische Samenwerking (OIC) met een kleine twee miljard mensen, geen individuele vrijheden en democratische processen die op die van het Westen lijken.
Als dat zo is hebben wij te maken met of: de macht van de religie of met het recht van de sterkste. Met de sterkste kan je wellicht nog theedrinken of onderhandelen.
Religie is niet onderhandelbaar
Maar met religieuze principes kun je niet ‘sjoemelen’. Die moeten nagekomen worden. Israël ligt in islamitische gebied. Het is onverteerbaar, dat de staat Israël joods is. De Winter stelt verder dat er ook vanuit de Koran geen hoop op vrede komt. Joden en christenen zijn ketters. Dat heeft gevolgen.
Inmiddels is de situatie in het Midden-Oosten niet rooskleurig. Als het zo doorgaat, liggen zowel Gaza als Zuid-Libanon in puin.
Verwoesting en begin van hoop
De Bijbel schetst een dergelijke situatie ook in de begintijd van Abraham. Ondanks alle gebeden en pogingen van Abraham om Sedom te redden werden Sedom en Gomorra verwoest (Gen. 19:24-26): ”G’d liet zwavel en vuur over Sodom en Gomorra regenen...Hij keerde deze steden en heel de vlakte ondersteboven”.
Messiaans lichtpunt
Maar precies op dat gitzwarte moment creëerde G’d het lichtpunt, de Messiaanse toestand. De geboorte van Izaäk was net aangekondigd. Izaäk zou de grootvader worden van Juda (Jehoeda), die met Tamar een zoon kreeg die Perets heette en de vaderlijke lijn van de Messiaanse toestand in gang zou zetten.
Abraham werd door drie engelen bezocht. Iedere engel had een speciale opdracht. Gabriel zou Sedom en Gomorra verwoesten. Michael zou het goede bericht van de geboorte van Izaäk overbrengen en Raphael zou Abraham van de besnijdeniswond genezen.
Moederlijke lijn uit Moab
Na de grote ramp van de verwoesting van Sedom en Gomorra was het tijd om na al deze ellende ook een begin te maken met de voormoederlijke lijn van de Messiaanse toestand.
De moederlijke lijn zou uit het volk Moab komen. Deze lijn kwam van Lot, de neef van Abraham, die tot dat moment een weinig fraaie rol speelde. Het ging hem door de bemoeienissen van Abraham voor de wind maar hij keerde zich af van Abraham en ging in Sedom wonen, hoewel de mensen daar uitermate verdorven waren.
Lot als bedbedovergrootvader van David
Lot zou de voorvader van Ruth worden, de overgrootmoeder van koning David. Bij de verwoesting van Sedom werd het noodzakelijk – na al het kwaad en alle vernietiging, die dit had meegebracht – om Lot te redden uit Sedom. Lot werd met zijn twee dochters gered maar vluchten uit angst een grot in.
Zij meenden dat de hele wereld vernietigd was (Gen. 19: 31-35): “Toen zei de eerstgeborene tegen de jongste: Onze vader is oud en er is geen man in dit land om bij ons te komen op de manier die op de hele aarde gebruikelijk is. Kom, laten we onze vader wijn te drinken geven en met hem slapen, zodat wij door onze vader het leven geven aan nageslacht...De eerstgeborene kwam en sliep met haar vader… En het gebeurde de volgende dag dat de eerstgeborene tegen de jongste zei: Zie, ik heb de afgelopen nacht met mijn vader geslapen; laten we hem ook vannacht wijn te drinken geven…Zo werden de twee dochters van Lot zwanger van hun vader. De eerstgeborene baarde een zoon en gaf hem de naam Moab. Hij is de vader van de Moabieten, tot op deze dag”.
Het fundament van de verlossing was gelegd. De Moabitische Ruth stamt van Lot af en werd de voormoeder van de Messiaanse bevrijding. Ondanks de grote ellende in die tijd, legde G’d tegelijkertijd de fundamenten voor het grote licht, dat de hele mensheid ten goede komt.
G’ds wegen zijn ondoorgrondelijk
Helaas is er nog steeds oorlog. Laten we hopen, dat met de komst van de Masjie’ach die de universele vrede zal aankondigen, alle vijandigheid als sneeuw voor de zon verdwijnt.