In het begin van het Lukas-evangelie worden een paar ontmoetingen met een engel of een groep engelen genoemd. Daarna horen we nog maar één keer dat een engel actief is, namelijk in de hof van Getsemané als de Heere Jezus Hogepriesterlijk bidt omtrent de wil van Zijn hemelse Vader.

Ook is er sprake van twee mannen in witte kleding bij het lege graf die de vrouwen aangeven dat zij de Levende niet bij de doden hoeven te zoeken, maar ik vermoed op grond van wat we in Lukas 9 lezen eerder dat zij Mozes en Elia als vertegenwoordigers van Wet en Profeten mogen worden herkend.

Door interpretaties vanuit beeldende kunst en rondom het Kerstevangelie zou de indruk kunnen ontstaan dat engelen veelvuldig voorkomen. Eerlijk gezegd is de Bijbel juist terughoudend. Jakob ontmoette engelen. Hij zag daarin een bemoediging een leger van God. Engelen zijn niet meer en niet minder dan boden van God. Zij hebben lang niet altijd vleugels nodig. Merken we op dat Mahanaïm ‘twee kampen’ betekent. Straks zendt Jakob boden – hetzelfde woord als engelen – uit, kort daarna twee kampen op weg naar de ontmoeting met zijn broer. Hij zoekt verzoening.

Welke boden en boodschappen brengen ons in Advent de verzoenende boodschap van de God van Israël?