Breng de Joden thuis: Wat doen we en waarom?
Door Kees de Vreugd -
10 april 2025
Sinds jaar en dag helpt Christenen voor Israël Joden die willen emigreren naar Israël. Waarom doen we dit, waar komt dit initiatief vandaan en wat is onze onderliggende motivatie om hierbij te helpen? Dat leest u in dit artikel.
Het land Israël (zo wordt het grondgebied in de Bijbel en de Joodse traditie genoemd, of er nu wel of geen onafhankelijke staat is) is het onvervreemdbare thuisland van de Joden. Dat is zo uitgesproken door de Volkenbond in 1920 en 1922, en in 1947 nog eens bekrachtigd door de Verenigde Naties. Deze uitspraak erkent de Bijbelse band tussen volk en land Israël en vormt de internationaalrechtelijke basis voor de stichting van de staat Israël in dat gebied[1]. Joden wereldwijd voelen op een of andere manier een connectie met het land Israël. Het verlangen om terug te keren naar Sion (in het Hebreeuws wordt die terugkeer ‘alija’ genoemd) wordt al meer dan tweeduizend jaar elke dag in de Joodse gebeden uitgesproken. Het moderne zionisme is een politieke vormgeving van dat eeuwenoude verlangen.
[1] Het besluit van de Volkenbond bevat de clausule “met dien verstande dat niets zal worden gedaan dat de burgerlijke en religieuze rechten van bestaande niet-joodse gemeenschappen in Palestina of de rechten en politieke status van joden in enig ander land schade zal berokkenen.”
Joodse terugkeer naar Israël door de eeuwen heen
De eeuwen door zijn er steeds Joden individueel (zoals bijvoorbeeld de grote Joodse geleerde Nachmanides (rabbi Moshe ben Nachman) in de dertiende eeuw vanuit Spanje) of in groepen (zoals bijvoorbeeld de volgelingen van de Vilna Gaon in de achttiende eeuw vanuit Litouwen) naar Israël gegaan. In de negentiende eeuw gingen steeds meer Joden, geïnspireerd door het zionisme, naar Israël emigreren. Dat is een beweging die nog steeds doorgaat en die een nieuwe impuls kreeg toen in de jaren ’90 de grenzen van de voormalige Sovjet-Unie opengingen.
In de jaren na de Tweede Wereldoorlog besloten vele tienduizenden Joden dat zij in Europa geen toekomst meer hadden, en zij emigreerden naar Israël. Daarnaast moet gewezen worden op de grootschalige immigratie vanuit de Arabische wereld na de stichting van de staat Israël in 1948. In de periode 1948-1955 zijn naar schatting zo’n 850.000 Joden uit de Arabische landen naar Israël teruggekeerd. Het grootste deel van hen moest vluchten vanwege het toenemende antisemitisme in hun landen van herkomst. Intussen zijn er ook immigratiegolven geweest vanuit landen als Ethiopië en India.
In de jaren ’80 heeft de gemeente Jeruzalem Christenen voor Israël gevraagd om te helpen bij de opvang van de Joodse immigranten uit Ethiopië. Vanaf de jaren ’90 is ook hulp ingeroepen door het Joods Agentschap voor immigranten uit de voormalige Sovjet-Unie, die voor een belangrijk deel uit Oekraïne komen.
.jpg?width=0&mode=crop&format=jpeg&signature=ba85d2d94ab2cd598406d276e956d54b9c88214b)
Nieuwe immigranten uit Frankrijk komen aan op een speciale “Aliyah Vlucht” op de luchthaven Ben Gurion. | Foto: Tomer Neuberg/Flash90
Is er in de Joodse staat plek voor minderheden?
De Bijbel spreekt op diverse plaatsen over de rechten (maar ook de plichten) van de niet-Jood in Israël. De Onafhankelijkheidsverklaring die David Ben-Goerion op 14 mei 1948 heeft uitgesproken reikt de hand naar de andere bevolkingsgroepen in het land en roept hen op om in vrede samen te leven en het land op te bouwen.
In de staat Israël wonen niet alleen Joden. In totaal wonen er in het land ca. 1,8 miljoen Arabische inwoners, Druzen, Arameeërs en andere minderheden die de Israëlische nationaliteit bezitten en volledig en volwaardig deel uitmaken van de samenleving. Ze hebben stemrecht, dienen in het Israëlische leger, hebben zitting in het parlement, werken zij aan zij met Joden in bedrijven en ziekenhuizen, en zijn rechters in het Israëlische Hooggerechtshof.
Het initiatief om terug te keren ligt bij de Joden zelf en uiteindelijk bij de God van Israël en Zijn Messias.
Waarom helpt Christenen voor Israël mee met de alija?
In de Bijbel lezen we dat God heeft beloofd dat Hij Zijn volk Israël vanuit alle landen bij elkaar zal brengen in het Beloofde Land (zie bijv. Ezechiël 36:24 onder vele andere teksten). Als we nu al bijna twee eeuwen lang de Joden in groten getale zien terugkeren, geloven we dat daarin God aan het werk is. En we willen Hem - met eerbied gesproken - niet graag voor de voeten lopen.
Een belangrijke motivatie om Joden te helpen, zijn de woorden uit Jesaja 40:1: “Troost, troost Mijn volk.” Dat is, als je nauwkeurig leest, een opdracht aan de (niet-Joodse) volken. Zij – wij dus ook – worden opgeroepen om Israël te troosten: het leed van de ballingschap is voorbij; God brengt Zijn volk weer thuis. Dat is overigens ook de boodschap van Christenen voor Israël aan de kerk, en als wij een boodschap aan de Joden hebben, is het ook dit.
In het protestantisme was lange tijd de overtuiging dominant dat de Joden zich eerst tot Jezus zouden bekeren, voordat zij naar het land terug zouden gaan. Sinds de negentiende eeuw dringt het besef door dat God niet volgens onze schema’s en stramienen werkt, maar dat Hij zelf Zijn tijd en wijze bepaalt. Net zoals God zelf de tijd bepaalt van de wederkomst van Jezus, dat is niet iets wat Christenen voor Israël zou kunnen forceren of bespoedigen door Joden naar Israël te brengen. Dat laatste benadrukt Jezus zelf ook in Mattheüs 24: “Maar die dag en dat uur is aan niemand bekend, ook aan de engelen in de hemel niet, maar alleen aan Mijn Vader.” Christenen voor Israël voelt zich aangesproken door wat we zien gebeuren in deze tijd, belicht vanuit het profetische Woord.
Wie doet het?
Christenen voor Israël faciliteert op verzoek Joden die willen emigreren naar Israël. We helpen Joden die deze wens hebben op een praktische manier, door financiële steun voor de reis of de reisdocumenten en door steun bij de opvang en integratie in het land. Maar het initiatief om terug te keren ligt bij de Joden zelf. En uiteindelijk, naar onze overtuiging, bij de God van Israël en Zijn Messias.