Sluiten

Zoeken.

Artikelen

Activiteiten

Kennisbank

Podcasts

Projecten

Publicaties

Videos

Overig

'In zoverre u dit aan één van deze Mijn minste broeders hebt gedaan'

Door Marianne Glashouwer - 

1 april 2025

In zoverre u dit aan...

Foto: Canva Pro

Kleng, kleng, kleng. In gedachten hoor je dat ze het uitschreeuwen, al die kinderen, anderhalf miljoen. Je hoort hun angst en radeloosheid en je ziet hun kleine, uitgemergelde gezichtjes voor je. Je ziet hun grote ogen, die je aankijken in verbijstering over wat hun overkomt. Je bent met stomheid geslagen en je staat er bij met tranen in je ogen.

Het Joods Museum

Het is alweer enige tijd geleden dat we in het Joods Museum in Berlijn waren, waar de geschiedenis van het Joodse leven in Duitsland vanaf de Middeleeuwen tot aan onze tegenwoordige tijd in beeld wordt gebracht. Je ziet daar o.a. de filosoof Moses Mendelssohn tot leven komen als hij in september 1743 als veertienjarige jongen aanklopt bij de stadspoort van Berlijn om daar de Thora te bestuderen. Zijn graf is nog als enige overgebleven op de oude begraafplaats in het voormalige hart van Joods Berlijn. De nazi’s verwoestten deze begraafplaats en maakten er een sportveld van.

Het Joods Museum heeft een prachtige vormgeving en er is van alles te beleven en te doen. Maar het meest indrukwekkend is het stiltecentrum, waar het monument voor de anderhalf miljoen vermoorde kinderen te vinden is. Dit monument bestaat uit een grote vlakte met kleine ronde kindergezichtjes met opengesperde monden. Ze zijn gemaakt van ijzer. "Het is de bedoeling dat je er over heen loopt", zei iemand tegen me. Dat vond ik eerst maar vreemd, want je loopt toch niet zomaar over zo’n monument heen! Ik zette de eerste stappen. Kleng, kleng, kleng. Een ijzingwekkend geluid. Als je er zo over heen loopt, dan hoor je als het ware dat al die kinderen het uitschreeuwen. Dat geluid gaat door merg en been.

Het heil is uit de Joden

In gedachten zie ik de Here Jezus voor me als Hij de kinderen zegent. Markus 10:13-16: "En ze brachten kinderen bij Hem, opdat Hij hen zou aanraken, maar de discipelen bestraften degenen die hen bij Hem brachten. Maar toen Jezus dat zag, nam Hij het hun zeer kwalijk en zei tegen hen: Laat de kinderen bij Mij komen en verhinder hen niet, want voor zodanigen is het Koninkrijk van God. (...) En Hij omarmde hen, legde de handen op hen en zegende hen."

Het waren allemaal Joodse kinderen, die daar door hun Joodse moeder bij de Heiland werden gebracht. De Here Jezus is geboren uit een Joodse vrouw, Maria – Miriam. Hij groeide op te midden van zijn Joodse familie. De eerste christenen waren Joden: de apostelen en de 3000 mensen die tot geloof kwamen op de Pinksterdag. Door hen is het Woord van God ook tot ons gekomen. Het heil is uit de Joden (Joh. 4:22).

Als we dat beseffen, dan kunnen we ook niet aan de kant blijven staan, nu het Joodse volk steeds meer alleen komt te staan en het antisemitisme weer overal de kop opsteekt.

Verantwoordelijkheid

Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren er in Duitsland christenen die het opnamen voor de kerk, maar er waren er niet zoveel die het opnamen voor de Joden. Een grote uitzondering was Dietrich Bonhoeffer, die Joodse mensen hielp ontsnappen en onderduiken.

Ds. Martin Niemöller, een van de oprichters van de Bekennende Kirche heeft later ingezien hoe de Duitse christenen in gebreke zijn gebleven. Hij zei: ”Als we bij het begin van de Jodenvervolging maar gezien hadden dat het de Here Jezus was die vervolgd en vermoord werd als 'de minste van deze onze broeders'. Als de kerk in Hitler Duitsland had beseft dat toen de Joden vervolgd werden, het Christus was die leed!“

In Math. 25:35-36 staat: "Want Ik had honger en u hebt Mij te eten gegeven; Ik had dorst en u hebt Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling en u hebt Mij gastvrij onthaald. Ik was naakt en u hebt Mij gekleed; Ik ben ziek geweest en u hebt Mij bezocht; Ik was in de gevangenis en u bent bij Mij gekomen." En als de rechtvaardigen zich dan niet kunnen herinneren wanneer ze dat gedaan hebben, dan horen ze uit Jezus’ mond: “Voor zover u dit voor een van deze geringste broeders van Mij gedaan hebt, hebt u dat voor Mij gedaan."

We hebben een verantwoordelijkheid tegenover Hem om op de bres te staan voor Zijn volk, als ‘wachters op de muren van Jeruzalem’ (Jes. 62:6). Door het offer dat Gods eniggeboren Zoon voor onze zonden gebracht heeft, mogen wij Zijn kinderen zijn. Daarom mogen we in liefde en solidariteit verbonden zijn met onze oudste broeder, Zijn eerstgeboren zoon Israël.

Dapper en onbaatzuchtig

Zoals die dappere medewerkers van de apotheek Pod Orlem, die in het getto van het Poolse Krakau stond tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zij waren niet Joods, maar zij leden mee met de Joodse inwoners van het getto. Amanda Barratt heeft daar een aangrijpend boek over geschreven: ‘De apotheek in het getto’. De vier jonge medewerkers van de apotheek zagen alles wat er in het getto gebeurde: de moorden, de deportaties en de verschrikkelijke misdaden tegen Joodse mannen, vrouwen en kinderen. Met gevaar voor eigen leven hebben ze geprobeerd het vreselijke lijden te verlichten. Ze hebben maar weinig mensen kunnen helpen, want de dodelijke Nazi-machine kon ongehinderd zijn gang gaan.

In een interview na de oorlog sprak een van de vrouwen van de apotheek over haar ervaringen in het getto: “We hielpen wie we konden. En dat deden we oprecht en volkomen onbaatzuchtig, we vroegen er niets voor terug. We zagen de minachting waarmee de mensen in het getto werden behandeld en wisten dat dat ons ook zomaar kon overkomen. Hoe konden we hun dan niet de helpende hand toesteken?”

Laten wij zelf ook moedig doorgaan met op de bres te staan voor Israël. In deze tijd is het meer dan ooit nodig. Misschien wordt het ons niet altijd in dank afgenomen, maar we mogen weten: ‘Wie Israël zegent, wordt gezegend!’

Marianne Glashouwer

De auteur

Marianne Glashouwer

Marianne Glashouwer is spreekster van Christenen voor Israël. Ze is bekend van de Evangelische Omroep en schreef diverse boeken.

Doneren
Abonneren
Agenda