Afgelopen sjabbat was de eerste dag van de maand Adar op de Joodse kalender. Mijn persoonlijke favoriete maand, omdat dit de vrolijkste maand is van het jaar. De Talmoed zegt: ‘Wanneer de maand Adar ingaat, vermeerderen wij onze vreugde’. Onze geleerden leren ons dat met name deze maand een goede maand is voor het Joodse volk.
Gunstige periode
Omdat de hele maand als een zeer gunstige periode wordt beschouwd, is het daarom ook een populair ‘seizoen’ voor bruiloften (ik ben zelf ook in deze maand getrouwd). De meest bekende dag van deze maand is natuurlijk Poeriem. Maar behalve deze feestdag is er ook een minder bekende dag; de verjaardag van Mozes op 7 Adar.
Iedereen weet hoe Mozes de Israelieten uit het land Egypte heeft geleid en dat G-ds grootste geschenk, de Thora, via hem aan onze voorouders is gegeven. Een geschenk waarmee wij perfectie in de wereld - en zegen in ons leven - kunnen brengen. Mozes leidde het Joodse volk van ballingschap naar verlossing. Maar de Joodse overlevering leert ons, dat de zevende dag van de maand Adar, ook de dag was waarop Mozes is overleden. Onze geleerden leggen uit dat veel rechtvaardige mensen overlijden op hun verjaardag, als teken dat ze een compleet leven hebben geleefd, in dienst van G-d.
Onze geleerden leggen uit dat veel rechtvaardige mensen overlijden op hun verjaardag, als teken dat ze een compleet leven hebben geleefd, in dienst van G-d.
Het Joodse volk is als… vissen
Elke maand van de Joodse kalender wordt door iets gesymboliseerd wat over die bepaalde maand spreekt. De maand Adar wordt gesymboliseerd door ‘vissen’. Om te overleven moeten vissen in water blijven - hun natuurlijke element. En zo moeten ook wij in ons ‘natuurlijke element’ van de Thora en mitswot (de geboden) blijven voor ons voortbestaan. Daar komt bij dat vissen zich in grote hoeveelheden voortplanten. Dit is ook weer een verwijzing naar het Joodse volk. Een volk dat gezegend is, en zal zijn, met vele ‘nakomelingen’; wat een toespeling is naar zowel grote gezonde families, als ook naar de vele goede daden die we doen.
Van verlossing tot verlossing
De volgende maand op de Joodse kalender is de maand Nisan waarin wij Pesach vieren; de verlossing van Egyptische slavernij. De vreugde die wij hebben in de maand Adar, is iets wat wij behoren te houden -en te vermeerderen- tot en met Pesach. En van Pesach, zal die vreugde ons weer brengen naar de Adar van het komende jaar.
In de periode vóór de maand Adar, lezen wij in de synagoge de Thora-gedeelten die spreken over ons lijden en ballingschap in Egypte, en over onze verlossing, redding en uittocht. Met de geboorte van Mozes, aan het begin van de maand Adar, is dit het begin van wat ons uiteindelijk de ‘eerste natie onder G-d’ zou maken. Reden genoeg om vreugdevol over te zijn.
De vreugde die wij hebben in de maand Adar, is iets wat wij behoren te houden -en te vermeerderen- tot en met Pesach.
Poerim en Pesach
De Thora-commentator Rasji (1040–1105) zegt dat met het ingaan van de maand Adar, de wonderbaarlijke dagen van Poerim en Pesach beginnen. De Talmoed zegt specifiek dat wanneer het een schrikkeljaar is (en er zijn twee Adars – Adar 1 en Adar 2) wij Poerim vieren in de tweede Adar; omdat deze het dichtst bij de maand Nisan ligt. Dit is zodat de verlossing van Poerim en Pesach samen zullen zijn.
In het boek Esther kondigt Mordechai een vastendag aan, om G-d te smeken hen te redden van de kwade Haman. Deze vastendag, wat leidde tot G-d’s verhoring van hun gebeden, vond plaats op de dag van Pesach. Mordechai zei namelijk dat, ‘als G-d ons niet zal redden, er volgend jaar niemand meer zal zijn om Pesach te vieren’. Verder werd Haman ook op Pesach geëxecuteerd. Hieraan zien wij dus, dat Adar inderdaad een maand is om ons te verblijden.
Moge de vreugde van deze maand het hele jaar met ons zijn.