Het splijten van de zee: geen woorden maar daden
Door Rabbijn mr. drs. R. Evers -
25 april 2022
We moeten vaak meer doen dan alleen bidden.
Afgelopen vrijdag, op de zevende dag van Pesach, lazen we in de synagoge over redding van het Joodse volk aan het strand van de Rode Zee. Dit was het eerste stadium van hun wonderlijke reis naar Israël.
Wat ging hieraan vooraf? De Joden zijn 3334 jaar geleden uitgetrokken uit Egypte, maar stonden na zeven dagen reizen voor de wateren van de Rode Zee. Ze konden niet verder en raakten in paniek (Ex. 14:1-15).
Weten Wie G’d is
G’d wilde dat ze bij de zee hun kamp zouden opslaan, want farao zou dan van de Joden zeggen dat ze verdwaald zijn in de woestijn en zijn ingesloten. Farao zou ze willen terughalen, wat G’d in staat stelde om korte metten te maken met farao’s gehele leger.
G’d belooft Mozes dat Hij het hart van Farao zou verharden en dat farao hen dan zou achtervolgen: “Dan zal Ik ten koste van de farao en ten koste van heel zijn leger geëerd worden, zodat de Egyptenaren zullen weten dat Ik G‘d ben. En zo deden zij.”
Na zeven dagen reizen stond het Joodse volk aan de oever van de Rode Zee en raakten in paniek.
Toen de koning van Egypte verteld werd dat het volk gevlucht was, keerde het hart van de farao en zijn dienaren zich tegen het volk, en zij zeiden: “Hoe hebben we dit kunnen doen, dat wij Israël uit onze dienst hebben laten gaan?”Toen de farao dichtbij gekomen was, sloegen de Israëlieten hun ogen op, en zie, de Egyptenaren trokken achter hen aan. Toen werden de Israëlieten zeer bevreesd en riepen tot G‘d, en zij zeiden tegen Mozes:
“Waren er in Egypte geen graven, dat u ons hebt meegenomen om in de woestijn te sterven? Hoe hebt u dit met ons kunnen doen door ons uit Egypte te leiden? Was dit niet wat wij in Egypte al tegen u zeiden: Laat ons met rust, laten wij de Egyptenaren maar dienen? Want het is beter voor ons de Egyptenaren te dienen dan in de woestijn te sterven.”
G’d zal voor u strijden
Maar Mozes zei tegen het volk: “Wees niet bevreesd, houd stand, zie het heil van G‘d dat Hij vandaag nog voor u zal bewerken! Want de Egyptenaren die u vandaag ziet, zult u tot in eeuwigheid niet meer terugzien. G’d zal voor u strijden, en ú moet stil zijn. Toen zei G’d tegen Mozes: Wat roept u tot Mij? Spreek tot de Israëlieten en zeg dat zij opbreken“.
De traditie leert ons dat de Joden eerst de zee in moesten lopen en pas daarna het wonder van het splijten van de Rode Zee zou plaatsvinden. Het splijten van de Rode Zee was een uitermate groot wonder, hoewel het in de Tora vrij eenvoudig beschreven wordt. G’d liet een enorme sterke wind waaien en het water van de Jam Soef (Rode Zee) werd uit elkaar geblazen. Daardoor ontstond een pad in de zee waar de Bnee Jisraeel (het volk Israël) overheen trok. Aan de andere kant van het pad door de Rode Zee klommen ze weer aan wal. De Egyptenaren volgden hen in de zee. De wind stopte echter en de zee spoelde terug waardoor iedereen verdronk.
Geloofstest
De Thora vertelt ons dat het Joodse volk totaal in paniek raakte met farao’s leger achter zich. Ze baden tot G’d, maar G’d zei tot Mozes dat dit geen tijd om te bidden was en er nu iets anders gedaan moest worden om de redding te bewerkstelligen: “Wat roept u tot Mij? Spreek tot de Israëlieten en zeg dat zij opbreken!“.
In plaats van bidden zou Mozes het Joodse volk moeten opdragen om voorwaarts te gaan naar de zee. Pas dan zou G’d hen redden. Dit is onbegrijpelijk! Is bidden niet altijd gepast en noodzakelijk? Kijken wij in tijd van nood niet altijd op naar G’d?
In plaats van te bidden moest er iets gedaan worden.
Tot op heden waren de Joden passief. G’d deed alles. Nu vroeg G’d aan het Joodse volk om te laten zien dat ze volledig op G’d vertrouwden. Zouden ze G’ds opdrachten volledig en zonder morren uitvoeren, in de woeste baren van de Rode Zee stappen in het vertrouwen dat de almachtige G’d een wonder van redding zou verrichten?
Het was een geloofstest. Tot nu hadden de Israëlieten zich nog niet onvoorwaardelijk verbonden aan het Opperwezen.
Geen woorden maar daden
Nu moesten de Joden actief handelen en de G’ddelijke opdrachten blindelings navolgen. Het stadium van ‘geen woorden maar daden’ was nu in volle glorie aangebroken. De Joden sprongen in de Rode Zee en deze spleet voor hun ogen. Ze haalden de overkant en waren gered op hun weg naar Israël.
Daar, aan de andere kant van de Rode Zee, wachtten hen nog vele beproevingen. Maar deze eerste test hadden ze glansrijk doorstaan. De zee deelde zich pas toen de Joden hun onvoorwaardelijke trouw aan G’ds woord toonden. Zo begon de reis van de Israëlieten door de geschiedenis. We moeten vaak meer doen dan alleen bidden.