Iets moois creëren zodat de ziel kan leven
Door Anemone Rüger -
6 september 2024
Israëls oorlog tegen terreur gaat door terwijl overlevenden, familieleden en evacués op de een of andere manier proberen om te gaan met elke nieuwe dag. Onze CvI-medewerkers zijn altijd ter plaatse om er te zijn voor oude en nieuwe vrienden in deze moeilijke tijd.
In de buurt van Hadera is een deel van de geëvacueerde kibboets Kfar Aza ondergebracht, die samen met Be'eri het zwaarst werd beschadigd door de aanvallen van Hamas op 7 oktober. Van de 900 kibboetsniks werden er 65 vermoord en 19 gijzelaars genomen; vijf zijn nog steeds in de klauwen van Hamas. In de eetzaal van het hotel staat een tafel voor hen gedekt, die er bij elke maaltijd aan herinnert dat een deel van de familie ontbreekt.
"Veel van onze vrienden en kennissen zijn overleden", zegt Yankele, een goede vriend van de CvI-familie. "In zo'n kleine stad kent iedereen iedereen."
"Ik wil de hele tijd mensen bellen die niet eens meer bestaan", zegt zijn vrouw met diepe pijn in haar stem. De twee ontsnapten met hun leven na meer dan dertig angstige uren in de schuilkelder. Maar de innerlijke wonden hebben veel tijd nodig om te genezen.
Ze vertellen ons hun dramatische verhaal, en dat ze zich niet voor maanden, maar voor jaren zich ergens anders moeten vestigen. Op middellange termijn hoopt ze wat meer privacy te krijgen in een caravan op het terrein.
"Heb je een momentje?" vraagt Yankele. Hij wil ons graag de werkplaats laten zien, zijn creatieve toevluchtsoord. Hij is al eens langdurig ziek geweest – PTSS (posttraumatische stressstoornis). Eén van de vele raketten die in het verleden op Kfar Aza werd afgevuurd, doodde de buurman voor zijn ogen; een ander landde in de kinderkamer van zijn huis. Toen stortte zijn fragiele wereld in. In de loop der jaren hielp handwerk Yankele zijn weg terug naar het leven te vinden. Hij schildert en hij werkt met draad.
"Jarenlang was het hebben van een creatieve workshop voor de regio de droom van Livnat Kotz, een vrouw uit de kibboets", zegt Yankele. "Ze werd op 7 oktober met haar familie vermoord. Toen kwam onze kibboetsgemeenschap hier als evacués bij elkaar en vervulde haar droom."
We kijken even om ons heen. In het voorste gedeelte van de werkplaats wordt hout bewerkt, er wordt gezaagd en geschroefd. Aan de zijkant staan enkele afgewerkte schildersezels. In een andere ruimte wordt keramiek vervaardigd. Dan laat Yankele ons zijn eigen kleine atelier zien. Zijn atelier thuis was veel groter. Maar ook hier brengt hij elk vrij uurtje door, en daar heeft hij er veel van op dit moment.
Elke vrij plekje op de muur is bedekt met Yankele's kunstwerken. Maar een paar zijn beschadigd. "Ze hingen aan de muur van mijn huis in Kfar Aza", legt Yankele uit. "Ik heb ze hier naartoe gehaald. Dit is waar Hamaskogels zijn ingeslagen. Ik weet nog niet of ik het zal repareren of het zal laten zoals het is, als een gedenkteken."
“Ik wil de hele tijd mensen bellen die niet eens meer bestaan”
Er ligt nog een nieuw project op Yankele's werkbank, dat hij ons graag laat zien. "De boom hier werd besteld door een soldaat, die in Gaza was als paramedicus. Hij weet nog niet dat ik er geen geld voor zal aannemen... En zie je hier het mooie blauw?
De ouders van een jongen die door de terroristen werd gedood, bestelden dit. Hij had hele blauwe ogen. Daarom wilden ze iets blauws... Sommige mensen vragen me hoe ik hier iets moois kan maken na het bloedbad... Ze zijn verbaasd dat ik nu niet alles in zwart schilder... Maar dit is mijn manier om met alles om te gaan. Het helpt me om iets met mijn handen te doen."
En eindelijk zie ik wat Ilanit, de vrouw die naast me in het vliegtuig zat, me al had verteld. Het deed me denken aan het jaarlijkse Darom Adom-festival, het festival van het Rode Zuiden dat plaatsvindt tussen Be'eri en Shokeda, langs de Gazastrook, en dat de bloei van de anemonen in februari viert.
Ilanit: "Ik ben eigenlijk fysiotherapeut. Maar ik werk graag met keramiek. Toen de oorlog begon, kwamen we als pottenbakkers uit het hele land bij elkaar en maakten aardewerken anemonen. En we hebben ze vervolgens op verschillende plaatsen 'geplant' – in Sderot aan de Gazastrook, aan de Dode Zee, in Ashkelon op de oprit naar het ziekenhuis waar de slachtoffers worden behandeld..."
Het is het Israëlische antwoord op terreur: schoonheid verspreiden en hoop planten.