Sluiten

Zoeken.

Artikelen

Activiteiten

Kennisbank

Podcasts

Projecten

Publicaties

Videos

Overig

Oog voor elkaar

Door Rabbijn mr. drs. R. Evers - 

5 oktober 2020

oog

“Zie! Vandaag leg ik jullie zegen en vloek voor: de zegen, als jullie luisteren naar de geboden van Hasjeem, jullie G’d die Ik jullie vandaag voorschrijf; de vloek, als jullie niet luisteren naar de geboden van Hasjeem, jullie G’d en afwijkt van de weg, die ik u vandaag gebied, om andere goden na te lopen” (Deuteronomium 11:26-28).

Deze verzen staan vlak voor de verbondssluiting, de vloeken en de zegeningen bij de berg Gerizim en de berg Ebal, waar alle mensen voor elkaar verantwoordelijk werden.

Zijn wij ook in onze privésfeer verantwoordelijk voor onze omgeving? Hoe kunnen we leren onze buren en medemensen te waarderen? Dat staat aangeduid in de boven geciteerde verzen.

‘Zie’, staat in het enkelvoud. Maar de vers gaat verder in het meervoud: jullie. Rabbi Efraim Luntshits (18eeeuw) verbindt deze verandering van enkelvoud naar meervoud met de befaamde uitspraak van onze Wijzen, dat `we te allen tijde de wereld met ons spirituele oog moeten bekijken alsof deze exact in balans is, dat de verdiensten en goede daden dus precies opwegen tegen de zonden en slechte daden’ (B.T. Kiddoesjien 40b).

In het openingsvers wordt de enkeling daarom aangesproken op zijn verantwoordelijkheid voor het geheel van de gemeenschap; onze privé aangelegenheden gaan in feite iedereen aan. Deze gedachte wordt juist hier benadrukt omdat we zo meteen overgaan naar de opdracht van het uitspreken van de vloeken voor de wetsovertreders en de zegeningen voor de wetshandhavers op de bergen Gerizim en Ebal, waar alle individuen voor elkaar verantwoordelijk werden.

Kinderen zijn jullie voor Hasjeem (G’d). Maakt geen onderscheid.

— (Deuteronomium 14:1)

Elkaar waarderen

Wat de Thora hier propageert, druist natuurlijk enorm in tegen de normen en waarden van onze cultuur. Over het algemeen stelt onze omgeving, dat wat iedereen privé doet, hij of zij maar voor zichzelf moeten uitmaken. Dat gaat niemand anders wat aan. Dat is inmiddels zelfs wettelijk geregeld. Dit is te begrijpen in een multiculturele samenleving, waar honderden zeer uiteenlopende levensvisies op enkele duizenden vierkanten kilometers gemoedelijk moeten zien samen te wonen.

Wij Joden worden echter geacht een veel grotere eenheid te vormen omdat we dezelfde levensvisie delen en een gemeenschappelijk doel hebben.

“De zegen wanneer jullie zult luisteren’: bij de vloek staat dat die geldt wanneer men niet luistert en afwijkt van de weg (dwz. ook verkeerd handelt). Maar de zegen krijgen we al wanneer we alleen luisteren, want ook bij enkel een 'goede gedachte en een goede wil wordt het al aangerekend alsof men de goede daad, die men zich had voorgenomen, heeft uitgevoerd’ (Talmoed). Zo leren we ook onze medemens, die op dit moment misschien nog niet veel goeds doet, maar wel positieve intenties heeft, veel meer waarderen.

Boeken en bijbel-

studiematerialen

G'ds eenheid zien

In Deuteronomium 14:1 lezen we in de Nederlandse vertaling: "U bent kinderen van de HEERE, uw God. U mag uw lichaam vanwege een dode niet kerven.” In de Hebreeuwse brontekst staat echter niet ‘uw lichaam’ en daarmee is de tekst ook te lezen als 'maakt geen onderscheid'; schep geen verdeeldheid onder uzelf. Een oproep tot eenheid dus. Omdat we allemaal kinderen van G'd zijn, roept de Thora ons op tot eenheid.

Pas als we bereid zijn naar elkaar te luisteren en invoelend met de ander kunnen meegaan, is er hoop op verbetering. Maar daar is meer dan alleen geloof in G’d voor nodig. We moeten ook begrijpen, dat ieder mens aan ons gelijk is, dat ieder ander ook een stukje G’ddelijkheid is en heeft. Intermenselijke verschillen benadrukken alleen maar de grootheid van Hasjeem (G’d).

Rabbijn-mr.-drs.-R.-Evers_avatar-90x90 (1)

De auteur

Rabbijn mr. drs. R. Evers

Rabbijn R. Evers was opperrabbijn in Dusseldorf. Hij maakte in de zomer van 2021 met zijn vrouw alija naar Israël. 

Doneren
Abonneren
Agenda