Sluiten

Zoeken.

Artikelen

Activiteiten

Kennisbank

Podcasts

Projecten

Publicaties

Videos

Overig

Open brief van Amichai Chikli aan paus Franciscus: "Waarheid en God zijn één"

Door Redactie cvi.nl - 

23 december 2024

F240129YS63

Amichai Chikli spreekt tijdens een bijeenkomst van de Commissie voor Immigratie, Absorptie en Diasporazaken in de Knesset, Jeruzalem, op 19 december 2023. | Foto: Yonatan Sindel, Flash90.

Amichai Chikli, de Israëlische minister van Diasporazaken en Bestrijding van Antisemitisme, heeft onlangs een open brief gestuurd aan paus Franciscus. In deze brief reageert hij op recente uitspraken en gebaren vanuit het Vaticaan die volgens hem een onjuiste weergave van de geschiedenis en een verdraaiing van feiten over Israël bevatten. De brief, oorspronkelijk in het Engels geschreven, is hier volledig vertaald in het Nederlands, zodat u deze zelf kunt lezen.

Een Open Brief aan Paus Franciscus

Shalom,

Het is algemeen bekend dat Jezus werd geboren in de stad Bethlehem, zoals beschreven in hoofdstuk 2 van het Evangelie volgens Mattheüs: “Toen Jezus geboren was in Bethlehem in Judea, in de dagen van koning Herodes…”

Bethlehem is dezelfde stad waar Rachel, onze stammoeder, stierf bij de geboorte van Benjamin: “Op weg naar Efrat, dat is Bethlehem.”  Het is ook dezelfde stad in het noordelijke deel van het gebied van de stam van Juda, waar David, de zoon van Isaï uit Bethlehem, werd geboren. David werd koning van Israël, maakte Jeruzalem tot hoofdstad en bouwde het altaar op de berg Moria, waarop Salomo, zijn zoon, later de Tempel bouwde.

Het is algemeen bekend dat Jezus werd geboren uit een Joodse moeder, als Jood leefde en als Jood stierf. Het is ook algemeen bekend dat de term “Jood” zijn oorsprong vindt in Juda, de vierde zoon van Lea, van wie de stam Juda afstamt.

Het is algemeen bekend dat er mensen waren die probeerden de verbinding tussen de Joden en Juda uit te wissen; een van de meest prominente hiervan was keizer Hadrianus. Zeventig jaar na de Grote Opstand, waarin Titus de Tweede Tempel vernietigde, brak er een hevige opstand uit in Judea tussen 132–135 na Christus – bekend als de Bar Kochba-opstand.

Dit was een rebellie van de kleine Joodse natie tegen een wereldomvattend rijk, een diep toegewijd volk dat weigerde voor afgoden te buigen, weigerde de studie van de Torah op te geven, en weigerde zijn religieuze en nationale identiteit op te geven.

De gevolgen van de opstand waren zwaar. De Romeinse historicus Dio Cassius schreef:“…985 van hun belangrijkste dorpen werden vernietigd. 580.000 mannen werden gedood in gevechten en aanvallen, en het aantal doden door hongersnood, pest en brand is niet te meten, maar weinigen overleefden…”

Hadrianus nam geen genoegen met de fysieke vernietiging van de Joodse nederzetting; hij anticipeerde op de dag waarop de Joden zouden proberen terug te keren naar Judea. Daarom hernoemde hij de provincie Judea tot “Syria Palestina,” naar de Filistijnen, de aartsvijand van Israël. Ook veranderde hij de naam van Jeruzalem in “Aelia Capitolina,” waarmee hij de oude, historische naam van het Joodse volk uitwiste. Joden werd verboden hun heiligste stad te bezoeken of zich daar te vestigen.

Op slechts 13 minuten rijden van de Sint-Pietersbasiliek is op de Boog van Titus een processie van de Romeinse legioenen gegraveerd, waarbij heilige voorwerpen uit de Tempel in Jeruzalem, waaronder de Menora, worden afgevoerd – dezelfde Menora die nu het symbool is van de staat Israël. Titus sloeg ook een vernederende munt met daarop “Judea Captiva” (Judea de Gevangen), waarop Judea werd afgebeeld als een vrouw in gevangenschap.

Twee weken geleden nam u deel aan een vertoning die de Palestijnse narratief weerspiegelt, waarin Jezus wordt voorgesteld als een Palestijnse Arabier. Er is geen andere manier om de beslissing te begrijpen om zijn afbeelding in een wieg, gewikkeld in een keffiyeh, te presenteren.

Was dit een eenmalige zaak, dan zou ik deze brief niet hebben geschreven. Echter, slechts enkele weken voor deze vreemde en onjuiste voorstelling, bracht u in een ernstiger uiting de nieuwe bloedsmaad naar voren, waarin u suggereerde dat de staat Israël "mogelijk" genocide pleegt in Gaza.

U gaf aan dat beschuldigingen van genocide in Gaza “zorgvuldig onderzocht moeten worden.” U schreef: “Volgens sommige experts… heeft wat er in Gaza gebeurt de kenmerken van een genocide.”

Als een natie die zes miljoen van haar zonen en dochters verloor in de Holocaust, zijn we bijzonder gevoelig voor de bagatellisering van de term “genocide” – een bagatellisering die gevaarlijk dicht bij Holocaustontkenning komt.

Eén van de belangrijkste pleitbezorgers van deze nieuwe bloedsmaad tegen Israël is de mensenrechtenorganisatie Amnesty, die haar rapport opende met de verontrustende bewering dat Israël op 7 oktober 2023 een niet-uitgelokte aanval op Gaza lanceerde.

Dit is een wanhopige en walgelijke poging om de geschiedenis te herschrijven. Zoals u en burgers over de hele wereld weten, lanceerde Israël op die verschrikkelijke dag van 7 oktober geen enkele aanval op Gaza; integendeel. De terreurorganisatie Hamas, samen met duizenden Gazanen, lanceerde een brute aanval op het zuiden van Israël.

Deze terroristen pleegden gruwelijke oorlogsmisdaden tegen de mensheid, waaronder de massaslachting van tientallen Israëlische families in hun huizen en op de wegen, verkrachting en sadistisch martelen, de moord op tientallen buitenlandse arbeiders in de nederzettingen, de massamoord op honderden bij het Nova-festival, de wrede ontvoering van kinderen, vrouwen, ouderen en mannen, waarvan er nog 100 worden vastgehouden in Hamas-tunnels.

Veel van de gijzelaars zijn al dood, en degenen die nog leven, lijden nog steeds extreem in de meedogenloze handen van Hamas.

Het is een recht en een morele plicht om het kwaad te bestrijden, om de jihadistische monsters van Hamas te bestrijden. Het is verbijsterend dat dit zelfs nog uitgelegd moet worden aan de wereld.

Laten we ons herinneren wat genocide is, en in het bijzonder de genocide-ervaring die de kleine Joodse natie heeft doorstaan.

Laten we ons herinneren dat er tussen de Joden, die minder dan 1% van de Duitse bevolking in de jaren 30 uitmaakten, en de Duitsers geen eerdere gewelddadige, territoriale, religieuze of politieke conflicten waren. Voor het eerst in de geschiedenis van naties stelde een regering als haar ultieme doel de volledige uitroeiing van een weerloos volk waarmee ze geen conflict had, en waarvan de meesten niet eens op haar grondgebied woonden.

Dit is niet de plaats om de volledige, afschuwelijke strategie van de "Endlösing" uiteen te zetten; maar laten we één vernietigingskamp in herinnering roepen – Treblinka. Op 23 juli 1942 arriveerde een trein met 58 wagons bij de poorten van het kamp, volgepakt met 7.350 mensen. Veel van hen waren al gestorven door de intense hitte, gebrek aan water en de onmenselijke overvolle omstandigheden. Vanaf het platform werden de slachtoffers naar de gaskamers gestuurd. Kinderen en ouderen die langzaam liepen, werden naar een gebouw geleid met een vlag van het Rode Kruis erop; daarachter bevonden zich executieputten.

In september en oktober 1942 arriveerden gemiddeld twee tot drie treinladingen Joden per dag in het kamp, en het aantal doden op een dag kon oplopen tot 10.000–13.000. Soms werkten de gaskamers 's nachts, waarbij tot 20.000 mensen op één dag werden vermoord. Alleen al in Treblinka werden 845.000 Joden uit Polen vermoord. Dit is hoe genocide eruitziet. De stilte van het Vaticaan tijdens die donkere dagen van de Shoah is nog steeds oorverdovend.

Volgend jaar vieren we een belangrijke mijlpaal in de relatie tussen het Joodse volk en het christendom: de 60ste verjaardag van de Nostra Aetate-verklaring van het Tweede Vaticaans Concilie. We weten dat u een trouwe vriend bent van het Joodse volk. Alleen al het afgelopen jaar heeft u families van gijzelaars, gewonde soldaten, rabbijnen en Joodse leiders van over de hele wereld ontmoet. Wij waarderen deze inspanningen en streven ernaar de relatie tussen het Vaticaan en de staat Israël, evenals tussen de christelijke en Joodse gemeenschappen, verder te verdiepen.

Uw leiderschap, acties en leiding hebben immense invloed over de hele wereld. Daarom vraag ik u vriendelijk om uw standpunt over de genocide-bloedsmaad tegen de Joodse staat te verduidelijken.

Waarheid en God zijn één.

Hoogachtend,

Amichai Chikli
Minister van Diasporazaken en Bestrijding van Antisemitisme
Staat Israël

Bron: Amichai Chikli via Threats

Favicon CVI

De auteur

Redactie cvi.nl

Doneren
Abonneren
Agenda