Oude profetieën worden steeds meer bewaarheid
Door Rabbijn mr. drs. R. Evers -
22 april 2024
Zelfs de ruwe verstoring van de opening van ons net opgerichte nationale Holocaustmuseum en de ontwijding van de herinnering aan de slachtoffers van de Sjoa mag niets afdoen aan de goede relatie tussen Nederland, de Joden en Israël.
In de oude Midrasj-verzameling*, die ongeveer 1500 jaar geleden werd opgetekend, vertelt Rabbijn Jitschak dat alle volkeren met elkaar zullen vechten in het jaar dat de Masjiach zich zal openbaren.
De koning of leider van Perzië, het tegenwoordige Iran, zal vechten met de koning of leider van Arabië, hetgeen hoogstwaarschijnlijk Saudi-Arabië is. De leider van Perzië zal naar Edom gaan om advies. Edom wordt traditioneel gezien als het Westen en omdat Amerika de krachtigste bondgenoot is, zal hiermee wel de Verenigde Staten bedoeld zijn.
* Oude verzamelingen van diverse rabbijnse verklaringen van de Tenach (red.)
Vernietiging
Daarna zal de leider van Perzië de hele wereld proberen te vernietigen. Zou dit een hint zijn naar de atoom-ambities van Iran? Alle volkeren zullen in paniek raken, “als een vrouw tijdens haar barensweeën”. Ook het Joodse volk zal in de stress schieten en zich afvragen waar men veilig kan zijn.
Maar G’d zal het Joodse volk geruststellen en zeggen: “Mijn kinderen, maken jullie je geen zorgen, alles wat ik gedaan heb, heb ik enkel voor jullie gedaan, waarom zijn jullie zo bang? Wees niet bevreesd, de tijd van jullie bevrijding is aangekomen. Deze laatste bevrijding zal niet zijn als de eerdere reddingen. Na de vorige bevrijdingen waren jullie onderworpen aan de volkeren maar na deze uiteindelijke verlossing zullen jullie niet meer onderworpen zijn aan andere naties”.
Ongelooflijk hoe een zeer oude bron de huidige situatie beschrijft en ons geruststelt. G’dzijdank hebben wij onze G’d die achter de coulissen dit allemaal orkestreert. G’d vraagt ons slechts om de boodschap van de berg Sinaï, de Tora ernstig te nemen.
Oplaaiend antisemitisme
Een nog oudere bron werpt ook licht op de situatie in de rest van de wereld. Het antisemitisme is inmiddels sky high, hemeltergend hoog. Ik sprak afgelopen weekend een Joods meisje uit Polen, dat door haar klasgenoten steevast ‘Hitler’ wordt genoemd.
Profetie over Ismaël
In een van de oudste profetieën in de Tora – direct na het verbond tussen de stukken van Abraham (Genesis 15) - staat een profetie over Ismaël of Jisjma’eel (Gen. 16:12): “En hij zal zijn een wilde ezel van een mens; zijn hand zal tegen allen zijn, en de hand van allen tegen hem; en hij zal wonen tegenover al zijn broeders “.
Deze profetie is kort, en min of meer onopvallend, maar volgens mij in deze generatie volledig uitgekomen. Het vormt op dit moment een behoorlijke bedreiging voor de Joodse wereldbevolking, gezien de onaangename antisemitische ontwikkelingen op dit moment buiten Israël.
Ik lees op de media, dat “volgens de abrahamitische religies Ismaël de voorvader van de Ismaëlieten is, die uiteindelijk de Arabieren werden “. Met name het einde van het vers “en hij zal wonen tegenover al zijn broeders“ is pas zeer recent gerealiseerd. Tot ongeveer 70 jaar geleden waren de woongebieden van de Arabieren en de overige wereldbewoners duidelijker gescheiden dan dit nu het geval is. Pas in deze generatie is er sprake van een behoorlijke integratie in bijvoorbeeld West-Europa en Amerika. Gezien de toenemende immigratie zal deze trend zich alleen maar doorzetten.
Een van de bekendste joodse Bijbelcommentatoren, Rabbi Mozes ben Nachman, ook wel Nachmanides genoemd (1195-1270, Spanje) geeft al aan, dat dit veel antisemitisme genereert en wij dit zullen merken. Inderdaad is ook deze voorspelling – helaas – uitgekomen.
Jammer al die antisemitische oprispingen
Het gevolg hiervan is wel, dat door al deze ontwikkelingen men zich als Jood in Nederland steeds minder thuis voelt. En dat vind ik bijzonder jammer gezien de goede relatie tussen Israël en Nederland. We hebben te veel mooie voetsporen en positieve ervaringen liggen in Holland om deze door inmenging van verschillende belangengroeperingen te laten ‘versjteren’ (Jiddisj voor verstoren). Zelfs de ruwe verstoring van de opening van ons net opgerichte nationale Holocaustmuseum en de ontwijding van de herinnering aan de slachtoffers van de Sjoa mag hier niets aan af doen.