Sluiten

Zoeken.

Artikelen

Activiteiten

Kennisbank

Podcasts

Projecten

Publicaties

Videos

Overig

Pleidooi voor bescheidenheid

Door Ds. Henk Poot - 

27 juni 2023

2021 CVI website (16)

Illustratie. (Foto: Canva)

Ruim een maand geleden vierden we het Pinksterfeest. Een feest dat alles met de kerk te maken, maar het heeft ook alles met Israël te maken. Misschien zelfs wel in de eerste plaats. Maar om dat te begrijpen gaan we terug naar het eerste Pinksteren. Dan komt het volk Israël aan bij de Sinaï en daar openbaart God zich aan het Joodse volk.

Het eerste Pinksterfeest

Pinksteren wordt vaak in verband gebracht met het Nieuwe Verbond en dat is helemaal terecht. Alleen om dat Nieuwe Verbond goed te begrijpen moeten we terug naar het eerste Pinksteren bij de berg Sinaï. Als God zijn knecht Mozes daar tot Zich geroepen heeft, beveelt Hij hem Israël te vertellen dat zij uit alle volken Gods eigendom zijn en dat zij een koninkrijk van priesters en een heilig volk zullen zijn. Zo zal Israël zijn rol vervullen in de heilsgeschiedenis.

Als Israël daarmee instemt, wordt er een verbond ingesteld: Mozes bouwt met twaalf stenen een altaar voor de Here God en laat stieren slachten om daarmee brandoffers en vredeoffers te brengen. Die twee soorten offers symboliseren de volkomen toewijding van Israël aan de Here en de verbondenheid tussen God en het volk. Mozes neemt dan de helft van het bloed van de offerdieren dat is opgevangen en sprenkelt dat op het altaar van de Here. En als de woorden van God opnieuw zijn voorgelezen en Israël de woorden opnieuw heeft beaamd, wordt de andere helft van het bloed uitgegoten over het volk. Met deze ceremonie wordt de relatie tussen Israël en God bevestigd. Vervolgens klimt Mozes op naar God. Hij zal veertig dagen op de Sinaï blijven en daar alle instructies van God over de inrichting van de tabernakel en de eredienst ontvangen en bovendien de twee stenen tafels met geboden die God Israël voorhoudt.

Israël in het beloofde land?

Voordat ik nu verder ga, wil ik een belangrijke en prangende vraag naar voren brengen. Hij werd me onlangs gesteld tijdens een lezing. De vraag was of Israël niet voorwaardelijk in het beloofde land woont. Met andere woorden: alleen als ze volkomen vroom en gehoorzaam is aan God, en ter illustratie werden meteen een paar zonden van het huidige Israël aangewezen. Ik heb de vraag met ‘ja’ beantwoord. Israël kan alleen in het beloofde land leven in volkomen gehoorzaamheid aan God. Dat geldt niet alleen voor Joden, maar voor alle inwoners van het land Israël, het erfdeel van de Here. De profeten zijn daar duidelijk over. Als Israël zondigt, zet zij haar plaats en positie op het spel. Neem bij voorbeeld Jeremia, via hem zegt God in hoofdstuk 15: ‘Al stond Mozes en Samuël voor Mij, dan zou mijn ziel zich toch niet tot dit volk neigen. Weg met hen, uit mijn ogen, laat hen heengaan!’(Jeremia 15:1, NBG’51). En dan roept God de vreselijke en goddeloze regering van koning Manasse in herinnering.

Het Nieuwe Verbond

Alleen, als je hier zou stoppen, doe je God geen recht. God zegt namelijk meer. Het oordeel is niet Gods laatste woord. In dezelfde profeet zegt God dat de dagen zullen komen dat Hij een nieuwe verbond zal sluiten met Juda en met Israël. Dat nieuwe verbond – let op dat de Bijbel eed en belofte als synoniemen gebruikt (zie: Lukas 1:72-73) – is dat God Zijn volk belooft al hun zonden te vergeven en dat Hij haar Zijn Geest zal geven om Hem voortaan te kunnen dienen en zo haar plaats in te nemen als koninkrijk van priesters.

Dat Nieuwe Verbond brengt Jezus ter sprake tijdens het Laatste Avondmaal: ‘Deze drinkbeker is het nieuwe verbond in mijn bloed dat voor u vergoten wordt’. En we zien hoe Jezus Zichzelf als het offer brengt aan het kruis van Golgotha. We horen zeggen dat het bloed komt over Israël en haar kinderen. En dat Jezus in de hemelvaart Zijn bloed in het hemelse heiligdom aan God toont (Mattheüs 27:25 en Hebreeën 9:12).

Maar dat niet alleen: zoals Mozes naar God opgaat en de geboden ontvangt, ontvangt Jezus nu van God de volkomen vergeving voor Israël en de Heilige Geest, de gaven van het Nieuwe Verbond. En op Pinksteren deelt Hij die uit aan Israël. Petrus maakt het duidelijk: ‘Nu Hij dan door de rechterhand van God verhoogd is en de belofte van de Heilige Geest ontvangen heeft, heeft Hij dit uitgestort wat gij en ziet en hoort [...] want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen die verre zijn (Handelingen 2:33 en 39). En die mensen in de verte zijn in de eerste plaats Joden (!). Er leven in deze tijd meer Joden buiten Israël dan in Israël. Pinksteren en de gave van het Nieuwe Verbond is dus allereerst een zaak tussen God en Zijn volk en helemaal niet de zogenaamde verjaardag van onze kerk. Die wetenschap moet ons bescheiden maken. We zijn op Pinksteren niet op ons eigen feestje!

We weten inmiddels wel dat God ons erbij gehaald heeft en ons in die belofte laat delen (Romeinen 15:27) en dat we zelfs alle voorrang hebben gekregen. Paulus zegt zelfs dat er een gedeeltelijke verharding op Israël ligt ter wille van de volken. Ook al zegt hij dat dat niet voor altijd is.

Gods antwoord als wij falen

Maar er is nog iets – en het is iets wat me enorm bezig houdt de laatste tijd: Israël heeft het Nieuwe Verbond ontvangen niet omdat ze zo vroom was, maar omdat ze vastliep.

De vergeving door het bloed van Christus en het geschenk van de Heilige Geest is Gods grote antwoord op het falen van Zijn volk. En dat moet ik goed in mijn oren knopen en nog meer bewaren in mijn hoofd en hart. Pinksteren is er niet voor vrome mensen, voor mensen die geestelijke spierballen hebben. Als een soort beloning, een extra beleving of iets dergelijks. Pinksteren en het Nieuwe Verbond is er niet voor mensen die willen weten dat ze christenen zijn! Pinksteren maakt me bescheiden.

Pinksteren is om nog een reden helemaal niet het feest van de kerk, in die zin dat we onszelf en de wereld laten zien hoe vitaal en levend we wel niet zijn. Pinksteren is Gods liefdevolle antwoord aan mensen die falen, die het niet halen, die twijfelen, die zelf de kracht niet hebben om God te bereiken, die vastlopen telkens weer. Die helemaal geen geweldig geloof hebben, of misschien hooguit bij vlagen. Mag ik het zo eens zeggen: Ik ben geestelijk gezien een prutser. En ik ben niet de enige, Paulus zegt namelijk: ‘Wij weten niet wat wij bidden moeten’. Je zal zo’n voorganger hebben. Iemand die niet kan preken, die niet weet hoe hij herder moet zijn, die niet eens kan bidden, laat staan iemand kan bekeren. Paulus die er niet aan dacht om voor Jezus te kiezen. Daarvoor is het Pinksteren. Christus pleit voor ons in de hemel en de Heilige Geest pleit voor ons op aarde. Hij bidt in ons, zegt Paulus (Romeinen 8). Geloven, goede werken, discipelschap, worship en praise. We kunnen er allemaal niets van. En daarom is het Pinksteren geworden. Het wordt ons allemaal gegeven. En daarom ook weet ik zeker dat het met Israël ook goed komt en dat ze in het land mogen wonen, totdat de Messias komt en nog veel langer. Ook al doen ook zij niet alles goed. Christus heeft immers als middelaar van het Nieuwe Verbond alle beloften van God aan Israël bevestigd (Romeinen 15:8).

henkpoot-1024x1024

De auteur

Ds. Henk Poot

Ds. Henk Poot spreekt als Israëlpredikant in heel Nederland over Gods plan met Israël. Voor de Israëlcursus gaat hij in op de betekenis van Jeruzalem voor de wereld en ons...

Doneren
Abonneren
Agenda