Na de zangavond vertelde ze me dat haar gemeente een nieuwe dominee had: “Hij kan mooi preken. Dat is waar, maar hij bidt nooit voor Israël en toen ik hem daar op aansprak, keek hij me verbaasd aan, haalde zijn schouders op en zei: ‘Maar ik heb helemaal niets met Israël’. Ik snap er niets van, hoe zou dat nu komen?”
Ik vraag het mezelf de laatste tijd ook steeds meer af: Hoe komt het dat sommige christenen Israël op hun hart dragen en het anderen niets zegt? Zou het misschien te maken hebben met het beeld dat mensen van Gods koninkrijk hebben? Ik bedoel dit: Wij geloven dat we na dit leven worden opgenomen in Gods heerlijkheid. We mogen Hem zien van aangezicht tot Aangezicht (1 Korintiërs 13). Niet op grond van onze verdiensten maar door het offer van Christus.
Maar stel je voor dat je aanneemt dat de hemel het eindpunt is: Opstanding der doden en een eeuwig leven, in de hemel. Dan kan ik me voorstellen dat je zegt: ‘Israël? Ik snap niets van die aparte aandacht: Joden moeten gewoon in Jezus geloven net als iedereen en dan komen zij ook in de hemel. Punt!’
Wij geloven echter dat de hemel niet het eindpunt is maar dat het koninkrijk op aarde zal aanbreken, dat God in de heilsgeschiedenis de aarde niet kwijtraakt of afstoot, maar dat Hij op weg is naar het herstel van de schepping. En wij geloven dat Hij dat doet door de geschiedenis van Israël heen. De profetieën, de toekomst die God Zijn volk beloofd heeft, het wordt werkelijkheid. Het Oude Testament blijft de horizon van het Nieuwe Testament. Jezus is niet het eindpunt van Gods beloften aan Israël, maar de bekroning en de bevestiging ervan. En eens zal Jezus met al Gods kinderen afdalen naar Sion. Ik denk dat dat een van de redenen is waarom wij zoveel met Israël hebben. Maar er zijn er meer...
Lees elke week een nieuw deel van deze rubriek!