Het Jodendom kent veel symbolen en rituelen. Allerlei voorwerpen hebben een betekenis. Ze drukken iets uit van het geloof van Israël in de Eeuwige. In deze reeks bekijken we een aantal van deze tekens van geloof.
Symbolische tapas
We kennen natuurlijk allemaal de matse, het ongezuurde “brood van de ellende” dat de Israëlieten in Egypte aten en dat nog steeds een belangrijk element is bij de Pesachviering. Een ander essentieel element in de Bijbel is het paaslam. Alleen kan er sinds de verwoesting van de tempel geen paaslam meer geslacht worden, althans, volgens de orthodox-Joodse traditie. Maar bij de Seder op de eerste avond van Pesach komt nog een aantal symbolische gerechtjes op tafel. Ze worden niet in de Bijbel genoemd, maar maakten in de oudheid deel uit van het feestelijke banket dat het grondpatroon voor de sederviering vormde. Gaandeweg kregen ze bij de viering ze een symbolische betekenis. Meestal liggen ze bij elkaar op kleine schaaltjes op een speciaal bord, de sederschotel, of in ronde uitsparingen in het bord.
De schotel
Wat betreft de rangschikking hebben verschillende gemeenschappen verschillende gebruiken. En ook dat kan een symbolische betekenis hebben. Maar het voert te ver om daarop in te gaan. In ieder geval liggen er de volgende dingen op de schotel:
- Zeroa (been): dat kan een geroosterd lamsbot zijn, maar omdat er zolang de tempel er niet is ook geen paaslam geslacht kan worden, wordt vaak een gebraden kippenpootje neergelegd.
- Beetsa (ei): een hardgekookt en vervolgens op het vuur of in de oven geroosterd ei. Het ei herinnert aan het extra feestoffer dat vanouds met Pesach (en andere feesten) in de tempel gebracht werd naast de gewone offers. Het ei wordt ook wel gezien als symbool van rouw enerzijds, en vernieuwing van het leven anderzijds.
- Maror (bitter kruid): meestal wordt hier sla voor genomen. De bittere smaak symboliseert de bitterheid van de slavernij in Egypte.
- Charoset: een zoet mengsel van appel, noten en wijn, dat door zijn grijzige kleur herinnert aan het leem van de tichelstenen in Egypte, maar door zijn zoete smaak ook de bevrijding oproept.
- Karpas: groente, meestal peterselie, wordt aan het begin van de maaltijd in zout water gedoopt en als amuse gegeten, zoals dat bij een feestelijk diner gebruikelijk is. Het symboliseert ook de lente.
- Chazeret: radijs of mierikswortel, de scherpe smaak symboliseert eveneens de bitterheid van de slavernij in Egypte.
Al vertellend en etend proef je letterlijk de slavernij en de bevrijding.
Dit is deel 17 van de reeks 'Tekens van geloof'. Meer lezen? Het vorige artikel ging over Megillat Esther en vindt u hier.