Voor het eerst sinds het begin van de oorlog raakte een raket het beveiligde binnengebied van Ben Gurion International Airport nabij Tel Aviv. Dit leidde tot enige vertragingen en kleine verstoringen, maar al snel werden de Israëlische luchtroutes weer heropend.

Deze aanval op de luchthaven trok zelfs de aandacht weg van het nieuws over een overwinning van Donald Trump.

IDF-stafchef Herzi Halevi reageerde onmiddellijk op de aanval en riep op tot uitbreiding van het huidige grondoffensief tegen Hezbollah.

Aanvankelijk bestond de vrees dat een militaire aanval op Libanon zou leiden tot een dagelijkse beschieting van meer dan 3000 raketten op Israël. De strategische prestaties van de IDF zijn dan ook ronduit indrukwekkend. Toch blijft de tol hoog; tot nu toe zijn 61 soldaten gesneuveld in de gevechten en hebben 40 burgers het leven gelaten door raketten en drones afkomstig uit Libanon, Irak en Syrië.

Israël weet dat het werk in Libanon moet worden afgemaakt, wat betekent dat onze troepen verder het Libanese grondgebied in moeten trekken. Ook weet Israël dat Iran de bron van deze dreiging is en dat, zodra die dreiging weggenomen is, er een reële kans op vrede ontstaat.

Met een nieuwgekozen president in het Witte Huis vanaf januari, leeft in Israël het gevoel dat, zoals Herzl ooit zei: "Als je het wilt, is het geen droom."