Analyse: Een nieuwe dreiging voor Israël aan de horizon
Door Yochanan Visser -
23 april 2025
Nu de dreiging van de Sjiitische Iraanse ‘as van het verzet’ aanzienlijk is afgenomen door toedoen van het Israëlische leger en de soennitische jihadistische beweging Hayat Tahrir al-Sham (HTS), doemt er een nieuwe bedreiging op voor de veiligheid van Israël.
Deze dreiging gaat uit van Syrië, dat nu wordt bestuurd door een soennitische regering onder leiding van de voormalige al-Qaida-terrorist Ahmad al-Shara’a, ook bekend als Mohammad al-Juliani. Al-Shara’a heeft zich ontpopt tot een meester in vermommingen en misleiding. In januari 2024 ontbond hij officieel HTS, dat vervolgens opging in het nieuwe Syrische leger. Sindsdien gedraagt hij zich als staatsman en heeft hij zijn militaire uniform ingeruild voor een net pak met overhemd en das.
Dit leverde al-Shara’a de aandacht op van een aantal Westerse landen die dit opvatten als een scherpe koersverandering in Syrië na de val van het brute Assad regime. Er wordt inmiddels zelfs overwogen om de sancties tegen Syrië op te heffen en het land te helpen met de wederopbouw na dertien jaar oorlog. In Israël wordt echter geheel anders gedacht over de machtsovername door HTS in Syrië en kijkt men naar het grotere plaatje, en dat laat een nieuwe bedreiging voor de Joodse staat zien. Uiteindelijk blijkt al-Shara'a volgens ingewijden in de Joodse staat niet betrouwbaar te zijn, een opvatting die nog wordt versterkt door een recente onthulling over de nieuwe Syrische president.
Al-Shara’a als kameleon
Uit documenten die zijn gepubliceerd door sjiitische milities in Irak blijkt dat Ahmad al-Shara’a vijf jaar in een Amerikaanse gevangenis in Irak heeft doorgebracht, nadat hij werd gearresteerd op verdenking van betrokkenheid bij terroristische activiteiten namens Islamitische Staat (IS) en al-Qaida. De toenmalige terrorist wist zijn ware identiteit te verhullen en overtuigde de Amerikanen ervan dat hij Amjad Muzufar Hussein al-Nuaimi was, een burger uit de stad Mosul in Irak. Al-Shara’a had zelfs het lokale dialect van Mosul geleerd om zo vervolging te ontwijken. De documenten tonen ook aan dat hij vaker van identiteit wisselde om aan bestraffing vanwege terrorisme te ontsnappen.
Een Iraakse veiligheidsexpert die de vrijgegeven documenten bestudeerde, concludeerde dat al-Shara’a’s vermogen om van gedaante te wisselen niet alleen zijn leven had gered, maar ook zijn verdere toekomst bepaalde. In Israël vreest men dat hij deze vaardigheid nu inzet om erkenning te verkrijgen voor zijn regime, en om nieuwe banden aan te knopen met het Westen en met Arabische landen om zo zijn agenda te Verwezenlijken. Dit leidde al tot een uitnodiging voor een top van de Arabische Liga, die volgende maand in Irak zal plaatsvinden.
De agenda van Al-Shara’a en Turkije’s rol
Volgens Israëlische inlichtingendiensten is al-Shara’a’s beleid nauw verweven met dat van de Turkse president Recep Tayyip Erdoğan, die de situatie in Syrië aangrijpt om zijn streven naar een nieuw ‘Ottomaans rijk’ in het Midden-Oosten waar te maken. Wie wil begrijpen hoe Erdoğan Syrië benut voor zijn ambities, hoeft slechts te kijken naar Noord-Cyprus.
De islamisering van Noord-Cyprus als voorbeeld
Volgens Nicoletta Kouroushi, in een artikel voor European Conservative, heeft Turkije na de illegale bezetting van 37 procent van het overwegend christelijke Noord-Cyprus, vrijwel het volledige christelijke erfgoed in dit deel van het eiland vernietigd. In de plaats daarvan werd het gebied omgevormd in islamitische richting. Meer dan 520 Grieks-orthodoxe kerken zijn vernield, en ruim 23.000 historische monumenten, deels daterend uit de Byzantijnse periode, werden verwijderd.
Nadat circa 200.000 christelijke Cyprioten waren gevlucht, begon Turkije met het overbrengen van moslims voornamelijk uit Anatolië naar het noorden van het eiland. Sinds de inval in 1974 zijn daar 213 moskeeën gebouwd. Dit is een duidelijke schending van artikel 49 van de Geneefse Conventie. Toch bleef de internationale gemeenschap in dit geval stil – in tegenstelling tot de reacties op de Israëlische verovering van Judea en Samaria in 1967.
Al Shara’a en de agenda voor Syrië
Al-Shara’a’s koers in Syrië vertoont gelijkenissen met wat er in Noord-Cyprus is gebeurd. Na de val van het Assad-regime richtte hij een raad van geestelijke leiders (Shoura) op, die nu feitelijk het beleid van het land bepaalt, gebaseerd op een strikte uitleg van de islam.
De machtsovername door HTS werd volledig mogelijk gemaakt door Turkije, dat de jihadistische beweging voorzag van geavanceerde wapens en ander militair materiaal. Erdoğan, die aan het hoofd staat van de internationale beweging van de Moslimbroederschap, is bezig om het Turkse leger van militaire steunpunten te voorzien in gebieden zoals Palmyra (het Bijbelse Tadmon) in Centraal-Syrië. Dit komt bovenop de tientallen bases die Turkije al vestigde in Noord-Syrië, na de verovering van deze gebieden op de Koerdische YPG-militie.
Israël voorzag deze ontwikkeling en voerde tijdig een gedeeltelijke militaire operatie uit in het zuidwesten van Syrië, waar het een nieuwe veiligheidsbufferzone instelde. De regering in Jeruzalem maakte ook duidelijk dat zij geen aanwezigheid duldt van strijders van HTS-terroristen, Hamas of de Palestijnse Islamitische Jihad aan haar noordoostgrens.
Erdoğan’s agressieve houding ten opzichte van Israël
Hoewel gesprekken tussen Israël en Turkije plaatsvonden om een directe confrontatie tussen beide legers te vermijden, liet Erdoğan blijken dat dit hem niet zou afhouden van zijn gebiedsuitbreidende plannen in Syrië. Hij verklaarde herhaaldelijk dat Syrië volgens hem tot Turkije behoort, en noemde Jeruzalem zelfs een Turkse stad. Hij verwees daarbij naar het Ottomaanse verleden van de stad en naar de bouw van de stadsmuren rond de Oude Stad door sultan Suleiman de Grote tussen 1535 en 1542.
Israël ziet duidelijk dat na het uiteenvallen van de Iraanse sjiitische as, Syrië aan het opgaan is in een nieuwe soennitische as onder leiding van Erdoğan. Turkije mengt zich ook actief in het conflict in Gaza en werkt samen met Hamas. Vorige week bracht een delegatie van Hamas onder leiding van Khaled Mashal een bezoek aan Turkije, waar zij hartelijk werden ontvangen. Na overleg met de Turkse veiligheidsdienst regende het beschuldigingen richting Israël. Erdogan heeft sinds het begin van de oorlog in oktober 2023 Israël voortdurend bekritiseerd en beschuldigd van ‘genocide’ en ‘annexatie’ van Gaza en van het opzetten van deportatieacties in zowel Gaza als de vluchtelingenkampen van Judea en Samaria.
Jordanië
Jordanië, dat eerder succesvol Iraanse inmenging wist te keren, wordt nu bedreigd door de Moslimbroederschap. In april werd een complot ontdekt van een lokale afdeling van de Moslim Broederschap, gericht op het omverwerpen van het regime van koning Abdallah II. De inlichtingendienst ontmantelde een cel van zestien personen met nauwe banden met deze beweging, die aanslagen plande op overheidsinstellingen.
De regering in Amman heeft nu besloten om een einde te maken aan de banden van de legitieme Islamitische Arbeiderspartij met de Moslim Broederschap in Jordanië. Eerder was het lokale MB-filiaal al in de ban gedaan. Volgens bronnen in Jordanië had de groep, die uit vier cellen bestond, plannen om via terreur Koning Abdallah af te zetten en dan een Soennitisch regime te vormen dat een front tegen Israël zou moeten openen. De groep had verder opdracht gekregen om milities op te richten als onderdeel van het plan om Jordanië onder te brengen in de Soennitische as.
De groep ontving fondsen en training in Zuid-Libanon van een niet nader genoemd regime, maar insiders zeggen dat het om Turkije en Hamas (ook een onderdeel van de MB) gaat.
Libanon en de verschuiving van de machtsverhoudingen
De militaire neergang van Hezbollah in Zuid-Libanon heeft gezorgd voor een verschuiving in het politieke landschap van het land van de Ceders. De invloed van anti-Hezbollah-krachten neemt toe, en de soennitische gemeenschap – die 32 procent van de bevolking vormt – durft nu openlijk tegen Hezbollah in te gaan. Deze ontwikkeling is mede te danken aan steun voor het Libanese leger (LAF) van Westerse landen en van soennitische staten zoals Saoedi-Arabië.
De LAF heeft inmiddels de controle over het grootste deel van Zuid-Libanon, al is het ontwapenen van Hezbollah nog niet gelukt. Dat is wel de doelstelling van president Joseph Aoun, een maronitische christen en oud-generaal, die begin dit jaar is aangetreden. Aoun heeft verklaard dat alleen het nationale leger het recht heeft op bewapening.
De groeiende invloed van de soennieten blijkt onder meer uit raketaanvallen op Noord-Israël, gepleegd door Libanese Palestijnen van soennitische afkomst. In beide gevallen trad het Libanese leger daadkrachtig op en arresteerde de daders. Afgelopen zondag wist het leger een nieuwe aanval te voorkomen en nam het raketwerpers in beslag in de omgeving van Sidon, een bekende uitvalsbasis voor Palestijnse soennitische groeperingen.
Netanyahu
Premier Benjamin Netanyahu zei onlangs dat Israël via zijn acties aan de verschillende fronten “het gezicht van het Midden-Oosten heeft veranderd”. Hij lijkt gelijk te hebben gekregen, maar waarschijnlijk niet in de vorm die hij voor ogen had nu het Soennitische blok het vacuüm opvult.