In tegenstelling tot de ballistische raket die maandagmiddag vanuit Jemen werd afgevuurd en buiten de territoriale wateren van Israël werd onderschept zonder schade aan te richten, was deze aanval anders.

Volgens het leger werden twee enorme ballistische raketten door de luchtmacht onderschept voordat ze het Israëlische grondgebied konden binnendringen. De kracht van de onderschepping was echter zo groot dat enorme stukken schrapnel op Israël zelf neerstortten. Een van de brokstukken sloeg in op een school in Ramat Gan, een buitenwijk van Tel Aviv, en zorgde ervoor dat het hele gebouw instortte. Andere brokstukken vernielden een aantal geparkeerde auto’s in de stad.

Gelukkig waren er geen grote fysieke verwondingen, hoewel de knal zo luid was dat de hulpdiensten verschillende mensen moesten behandelen die leden aan paniekaanvallen of lichte verwondingen opliepen toen zij naar hun schuilruimtes renden.

Nog voordat de Houthi’s hun verklaring hadden afgerond waarin zij stelden dat “Bezet Tel Aviv niet veilig is voor zionisten,” waren Israëlische gevechtsvliegtuigen, tankvliegtuigen en spionagevliegtuigen al 2000 kilometer verderop de haven van Hodeida aan het bombarderen. Doelwitten waren onder meer alle sleepboten die schepen de haven in begeleiden, energiecentrales en kranen die werden gebruikt voor het lossen van vrachten.

Volgens de woordvoerder van de IDF gelooft Israël dat alle terroristische activiteiten in de havens die door de Houthi’s worden gecontroleerd, nu volledig verlamd zijn.