Vier doden bij terreuraanslag in Beer Sheva
Door Yoel Schukkmann -
23 maart 2022
In de zuidelijke Israëlische stad Beer Sheva vond afgelopen dinsdagmiddag een terreuraanslag plaats, waarbij een terrorist zijn auto op voorbijgangers ramde en vervolgens uitstapte om mensen neer te steken. Vier mensen werden vermoord en twee raakten lichtgewond. De terrorist stopte eerst bij een benzinestation, waar hij een vrouw neerstak die aan het tanken was en ging vervolgens naar het BIG winkelcentrum van de stad, waar hij de andere slachtoffers neerstak.
Een buschauffeur buiten het winkelcentrum schoot de terrorist neer en doodde hem. Het ging om een 34-jarige Israëlische Arabier, die les gaf op een middelbare school in zijn geboorteplaats Hura. Hij had een achtergrond van terroristische activiteiten en stond bekend als aanhanger van IS. Hij zat een gevangenisstraf van vijf jaar uit voor terreurgerelateerde misdaden en werd onlangs vrijgelaten.
De slachtoffers
Het eerste slachtoffer werd geïdentificeerd als Dorit Yachbas, een 49-jarige moeder van drie kinderen uit Mosjav Gilat, in het zuiden van Israël. Dorit liet ook een rouwende echtgenoot, ouders, broers en zussen achter.
De neef van het slachtoffer was een van de paramedici die naar de plaats delict haastte en tot zijn schrik ontdekte dat hij zijn eigen tante moest behandelen. "Ik was een van de eersten die ter plaatse kwam. Ik begon noodhulp toe te dienen aan een van de slachtoffers die bewusteloos was", zei paramedicus Yisrael Ozen. “Terwijl ik haar behandelde, identificeerde ik haar als mijn tante, de zus van mijn moeder. Ze had geen teken van leven en we waren genoodzaakt haar dood te verklaren. Ik was in shock, maar ik moest blijven functioneren en zorgen voor mijn oom die ter plaatse kwam.”
Een ander schokkend geval was toen een politieagent, die op de plaats van de aanval arriveerde, erachter kwam dat zijn zus een van de vermoorde slachtoffers was. Ze werd later geïdentificeerd als Lora Yitzchak, een moeder van drie meisjes, die in de buurt van de plaats van de aanslag werkte.
Een politieagent ter plaatse ontdekte dat zijn zus een van de vermoorde slachtoffers was.
Het derde geïdentificeerde slachtoffer was rabbijn Moshe Kravitzki, die een synagoge in Beer Sheva runde, evenals een gaarkeuken die elke dag veel ouderen en arme mensen te eten geeft. Het slachtoffer reed op zijn fiets toen de terrorist zijn auto op hem ramde, waarna hij de auto verliet om de andere slachtoffers neer te steken. Rabbijn Kravitzki laat zijn vrouw en vier kinderen achter.
Het vierde geïdentificeerde slachtoffer is Menachem Yechezkel, 67, een inwoner van Beer Sheva.
Amaleks aanval
Op de sabbat voor Poerim en op Poerim zelf zijn wij opgedragen om het kwaad dat Amalek ons heeft aangedaan te herinneren. Een deel van het Thoragedeelte dat we lazen, zei: "Je zult je herinneren wat Amalek jou onderweg heeft aangedaan toen jullie Egypte verlieten. Hoe hij je onderweg overkwam en alle achterblijvers afsneed, toen je zwak en vermoeid was, en hij G-d niet vreesde." (Deuteronomium 25:17-18).
De Joodse overlevering leert ons dat toen onze voorouders in de woestijn waren, zij volledig omringd waren door ‘hemelse wolken van glorie’, die hen tegen alles beschermden. Niets kon de Israëlieten schaden, zolang ze zich in deze wolken bevonden.
Als deze ons beschermden, hoe kon het dan zijn dat Amalek erin slaagde ons aan te vallen?
Rasji (1040-1106) legt uit dat het Hebreeuwse woord voor 'achterblijvers' betekent: “Zij die kracht ontbeerden vanwege hun overtreding. Omdat deze Joden hadden gezondigd, had de wolk hen verdreven, waardoor ze kwetsbaar waren voor de aanval van Amalek.” Degenen die zich buiten de bescherming van de ‘wolken van glorie’ bevonden waren, volgens deze verklaring, dus de mensen die gezondigd hadden.
We zien hier duidelijk dat deze oorlog van Amalek en een aanval waarvan G-d zegt dat we nooit mogen vergeten, een aanval was op mensen die misschien niet zo religieus zijn als wij. Mensen die misschien niet eens proberen om alle geboden te houden. Mensen die misschien zelfs tegen de Thora ingaan en die misschien zelfs overtuigingen hebben, of ideologieën aanhangen die wij verafschuwen. En toch zien we, dat als een vijand hen aanvalt, ze nog steeds altijd een van ons zijn. Ondanks alles blijven ze altijd een deel van ons volk. We mogen het niet altijd met hen eens zijn, maar ze blijven altijd familie. We moeten nog steeds om hen geven.
Eilanden van rust
In de zee van bloed en vuur dat ons vandaag omringt -of het nu de terreuraanslag van gisteren is, of de vernietiging van de Joodse gemeenschappen in Oekraïne- zijn er nog steeds schijnbaar geïsoleerde, afgezonderde eilanden, hier en daar.
Zo leer ik -terwijl dit alles in de wereld gebeurt- de hele dag Thora in mijn kollel, een leerhuis voor getrouwde mannen. En zit ik op mijn gemak en in vrede binnen de vier muren van onze synagoge. Maar terwijl ik daar gisteren zat, kreeg ik een telefoontje van een Nederlands Joodse man, die mij onder andere vertelde over iets dat hij had gelezen in een blog van rabbijn Binyomin Jacobs. Hij las hoe de meeste Joden van de Chabad-gemeente in Marioepol waren omgekomen. Een harde klap van de realiteit dat de wereld buiten onze ‘eilandjes’ helemaal niet zo rustig is. En toch zit ik hier nog steeds en bestudeer ik de Thora, G-d’s geboden, de Joodse wet, en proberen we goede daden te doen. Aan de ene kant kan het geruststellend zijn te weten dat er zulke eilanden van sereniteit zijn in al de huidige verwarring. Maar aan andere kant kunnen we misschien de vraag stellen: ‘Is het juist om, in een tijd als deze, in zo’n soort luchtbel te zijn van een wereld die helemaal goed is?’
Niet geïsoleerd leven
De Rambam (1138-1204), in de niet-Joodse wereld beter bekend als Maimonides, geeft ons een lijst van mensen die geen deel hebben aan de ‘Komende Wereld’. Deze lijst bevat ketters, sceptici, zij die de Thora ontkennen, enzovoorts. Maar het bevat ook een type persoon dat meestal niet echt wordt opgemerkt: “Hij die zich afscheidt van de gemeenschap”. Deze persoon, zegt de Rambam, kan onberispelijk zijn in zijn geloof en daden. Het kan zelfs zijn dat het onmogelijk is om zelfs maar een ding in het wetboek te vinden dat hij overtreedt. Maar hij wil echter geen deel uitmaken van de ‘gemeenschap van Israël’. Hij wil noch in zijn problemen, noch in zijn vreugde delen. Het is alsof hij zegt: ‘Laat mij alleen leven!’ Om die reden heeft deze persoon geen deel in de komende wereld. Hij wordt voor eeuwig afgewezen.
Als wij niet in die categorie willen vallen, moeten we bedenken dat zelfs de ‘eilanden van rust’ die er zijn, bestaan in een relatie en een strijd met al het lawaai om ons heen.
Ik ben er vast van overtuigd dat G-d op een dag een einde zal maken aan al het lijden in deze wereld.
— Yoel Schukkmann
Daarom moeten we niet leven in de stilte van isolatie. Integendeel: we moeten het gevoel hebben dat we binnen de huidige realiteit leven, met alle verwarring, vlammen, gevaar en bloedvergiet. Zelfs in onze vredige eilanden mogen we niet vergeten wat er ‘buiten’ gaande is, en moeten we hen altijd meenemen in de verdiensten van ons leren en onze gebeden.
Ik ben er vast van overtuigd dat G-d op een dag een einde zal maken aan al het lijden in deze wereld. Maar tot die tijd is het aan ons om deze gewonde wereld te helen. Moge G-d ons de kracht en de middelen geven om dit te doen.