Sluiten

Zoeken.

Artikelen

Activiteiten

Kennisbank

Podcasts

Projecten

Publicaties

Videos

Overig

Israël en de kerk

Terug naar overzicht

Vijf punten die niet mogen ontbreken in de Israël-nota van de kerk

Door ds. Frank Heikoop - 

29 september 2023

5 punten die niet mogen ontbreken in de Israelvisie van kerken

Hoe verhouden wij ons als christelijke gemeente tot Israël? Dat is de vraag van elke Israël-nota, die gemeenten en kerkgenootschappen opstellen. Het is ook iets waar Christenen voor Israël al sinds de oprichting over nadenkt.

Tegenover Israël past de kerk een houding van verbondenheid, bescheidenheid en verwachting. Paulus maakte zich al zorgen om christelijke hoogmoed ten aanzien van Israël. Israël is als een edele olijfboom. De kerk is als een tak geënt op de wortel, die Israël is. Die wortel, Israël, draagt ons (Romeinen 11:18).

Ten aanzien van Israël komen er in onze tijd een aantal vragen af op ons, niet-Joden, gelovigen uit de heidenen. Als Christenen voor Israël geloven wij dat een aantal gezichtspunten belangrijk zijn.

5 belangrijke punten

Als gelovigen uit de heidenen dienen we:

1. ons steeds bewust te zijn van de onlosmakelijke band die we als gemeente van Christus met Israël hebben.

De relatie van de kerk met Israël heeft een uniek karakter. Het is een relatie die de kerk nooit kan hebben met Duitse, Palestijnse, of uit welk volk dan ook afkomstige christenen. God is de God van Israël. De kerk is in Israël ingelijfd en mag meedelen in een aantal beloften aan Israël. Dat maakt de band met Israël onvergelijkbaar met de band van de kerk tot enig ander volk.

2. de blijvende geldigheid van de landbelofte aan Abraham en zijn nageslacht te erkennen.

In het Oude Testament komt de de belofte van Israëls terugkeer naar het land Israël zelfs vaker voor dan de belofte van de komst van de Messias. In onze dagen is de Heere God bezig met de vervulling van die belofte van terugkeer. Overigens kan er tegenover hen die deze landbelofte niet aanvaarden evengoed op gewezen worden dat volgens internationaal recht Israël aanspraak kan maken op het land Israël. Al meer dan een eeuw lang is door Volkenbond en Verenigde Naties het bestaansrecht van Israël binnen veilige grenzen erkend.

3. er steeds oog voor te hebben dat de Bijbel op drievoudige wijze over Israël spreekt.

Israël is zowel een volk, als een land, als een staat. Het is een zegen dat het volk Israël in het land Israël opnieuw een staat Israël kon oprichten. Met alle drie weten wij ons verbonden. Dat sluit kritiek op Israël niet uit, maar liefde en verbondenheid met Israël staat voorop. Bij mogelijke kritiek zijn we ons bewust van de fouten die de kerk in een belaste geschiedenis ten opzichte van Israël heeft gemaakt.

4. scherp te zien dat het veelkoppige monster van het antisemitisme zich in onze tijd vooral richt tegen Israël als staat.

Die staat wordt gedemoniseerd, bijvoorbeeld door het beleid van de Israëlische regering te vergelijken met dat van de nazi’s. Het bestaansrecht van de staat Israël wordt ontkend. De BDS-beweging (Boycot, Desinvestering en Sancties) probeert de staat Israël te ondermijnen. In de kerk probeert deze beweging voet aan de grond te krijgen. We zijn waakzaam om onredelijke kritiek op Israël te onderkennen.

5. steeds te bedenken dat Israël Gods oogappel is, Zijn eerstgeboren zoon, het volk dat Hij geformeerd heeft.

We gedenken daarom Israël trouw in onze gebeden.

Wij geloven dat bovenstaande gezichtspunten aansluiten bij wat de Bijbel leert over Israël. Met name de hoofdstukken 9, 10 en 11 van  Paulus’ brief aan de Romeinen geven ons daarin richting.

God is de God van Israël. De kerk is in Israël ingelijfd en mag meedelen in een aantal beloften aan Israël.

8 voorrechten

Eerder in zijn brief heeft Paulus al geschreven dat aan de Israëlieten de woorden van God zijn toevertrouwd (Romeinen 3:2). In Romeinen 9:4 en 5 noemt Paulus nog eens acht voorrechten die Israël heeft ontvangen. Het zijn voorrechten die Israël vanuit Gods verkiezend handelen ontvangen heeft. God is daarop nooit teruggekomen.

Met de komst van Jezus Christus is de positie van Israël niet veranderd. Veel Joden zijn wel vijanden van het evangelie, maar naar de verkiezing blijven zij Gods geliefden (Romeinen 11:28). Paulus noemt de volgende genadegaven aan Israël, die God nooit meer terug zal nemen (Romeinen 11: 29):

1. Zij zijn Israëlieten en daarom aangenomen als Gods kinderen.

Uiteindelijk zal geheel Israël deel hebben aan het heil. Er zal een volheid van heidenen uit allerlei volkeren in Gods Koninkrijk binnengaan. Maar van één volk op aarde wordt gezegd: ‘gans Israël zal zalig worden’ (Romeinen 11:26).

2. Van hen is de heerlijkheid.

Die heerlijkheid is de aanwezigheid van de Heere God. De heerlijkheid van de Heere verscheen aan het volk Israël onder andere bij de Sinaï, in de wolkkolom in de woestijn (Exodus 24:16), en in de tabernakel (Exodus 40:34). Die heerlijkheid van de Heere heiligt de Israëlieten (Exodus 29: 43).

3. Van hen zijn de verbonden.

Meestal spreekt de Bijbel over verbond in het enkelvoud, maar een enkele keer gaat het om ‘verbonden’. God sluit Zijn verbond met Abraham. Hij bevestigt en vernieuwt het verbond bij de Sinaï. Het verbond met Israël vindt zijn bekroning in de vernieuwing door Jezus: ‘dit is Mijn bloed van het nieuwe verbond’ (Mattheus 26:28). Jezus vernieuwt het verbond ten overstaan van de discipelen, die met zijn twaalven het volk Israël vertegenwoordigen.

4. God heeft aan Israël de wetgeving geschonken.

Door de geboden van God kreeg het volk Israël de allerbeste leefregels, om in vrijheid voor Gods aangezicht te leven.

5. Israël ontving de eredienst.

De lofprijzing, de lezing van Gods Woord, de dienst van de offerande en de gebeden, Israël mocht met blijdschap God dienen, met vrolijk gezang voor Zijn aangezicht komen (Psalm 100:2). Door Israël is die eredienst ook tot de heidenvolkeren gekomen.

6. God heeft Zijn volk vele beloften toegezegd.

Bij de verbondssluiting met Abraham klonk de belofte dat het land Israël bestemd is voor Abraham en zijn nageslacht (Genesis 15:18). Abrahams nageslacht zal zo talrijk worden als het zand aan de oever van de zee (Genesis 22:17). God belooft Israël ook de terugkeer van alle stammen naar Sion, wanneer het volk verstrooid mocht raken onder de volken. Dat wij als heidenen ook de God van Israël mogen kennen en dienen is één van de beloften die God aan Zijn volk Israël gegeven heeft. Dat maakt ons bescheiden in de ontmoeting met Israël.

7. Van hen zijn ook de vaderen.

Zowel de Heere God als ook het volk Israël heeft grote achting voor de aartsvaders. Telkens vertelt de Bijbel dat God omwille van de vaderen Zijn volk met barmhartigheid en trouw behandelt. Ook de komst van de Messias en de toekomende verlossing van Israël geschieden omwille van de vaderen (Lukas 1:72).

8. Uit Israël is naar wat het vlees betreft de Christus, de Verlosser geboren.

Hij is de bekroning en het hoogtepunt van Gods trouw aan Israël. Jezus is een Dienaar van Israël geworden om alle beloften aan de vaderen te bevestigen (Romeinen 15:8). Een grote belofte is ook dat in Abraham alle volkeren van de aarde gezegend zullen worden. Dat zien we door Jezus gebeuren. Maar de Messias is en blijft in de eerste plaats de Goede Herder van de eeuwenoude kudde van God, de schapen van het huis van Israël (Mattheus 10:6). Wij kijken uit naar de dag dat de inwoners van Jeruzalem zullen zeggen: ‘gezegend is Hij Die komt in de naam van de Heere’ (Mattheus 23:39).

Heikoop

De auteur

ds. Frank Heikoop

Ds. Frank Heikoop is voorzitter van Christenen voor Israël

Doneren
Abonneren
Agenda