Adventsoverdenking 20 december • Lofzang van Maria (1)
Door ds. Kees Kant -
20 december 2024
Lezen: Lukas 1: 46-56
Maria is op een wonderlijke manier zwanger en verwacht het kindje Jezus. Tijdens een bezoek aan haar nicht Elisabeth spreekt Maria haar beroemd geworden Lofzang. Later het Magnificat genoemd. In het Latijn: hij/zij maakt groot. Het is de ziel van Maria die de Heere groot maakt; ‘en mijn geest verheugt zich in God, mijn Zaligmaker’ (Lukas 1:47).
Maria begint met God te loven. Vandaar dat haar woorden een ‘Lofzang’ worden genoemd. Als reden voor haar lof aan God geeft ze aan: ‘omdat Hij heeft omgezien naar de nederige staat van Zijn dienares (…) Hij die machtig is heeft grote dingen aan mij gedaan’. Wat zou Maria bedoelen met haar nederige staat? Ze is nog jong, 15 à 16 jaar, dus kinderloosheid zoals bij Hanna en Elizabeth, of een kindje verloren hebben kan nog niet de reden zijn. Zou ze haar lage komaf uit Nazareth bedoelen? Zoals Nathaniël later zei: ‘Kan uit Nazareth iets goeds komen? ‘ (Johannes 1:47).
Misschien speelt haar nederigheid en bescheidenheid hier een rol. Ze zei immers tegen de engel: ‘Zie, de dienares van de Heere, laat met mij geschieden overeenkomstig uw woord’ (Lukas 1: 38). Aan de andere kant was Maria ook een bloedverwante van haar nicht Elizabeth, van wie de evangelist Lucas zegt dat ze tot de ‘dochters van Aaron’ behoort. De priesterlijke stam. Dat is bepaald geen nederige staat. Wat zal ze bedoelen?