Ik had ergens in het land een afspraak waarvoor het handiger voor was om een taxi te nemen dan met mijn eigen auto te gaan. Ik had de taxi ruim van te voren besteld en hij kwam te vroeg. Zeer bijzonder in dit land van ‘altijd te laat komers.’
De reis zou zo’n half uur duren en we raakten aan de praat. De chauffeur vertelde dat hij uit Akko kwam en dat zijn ouders en grootouders daar ook waren geboren. Ik vroeg hem naar de afschuwelijke rellen van ruim een maand geleden, waarbij door hevige ongeregeldheden tussen Joden en Arabieren vooral in Akko veel schade was aangericht. Bij het hotel en het visrestaurant van Uri Buri, prachtige bijzondere plekken die met veel liefde waren opgebouwd.
Het mooie Akko
Vanuit zijn achteruitkijkspiegel keek hij me aan. Hij zei, met een diepe zucht: ‘Dat waren geen jongeren uit Akko, die relschoppers kwamen overal vandaan, maar niet uit Akko. Ze hebben door het hele land veel schade aangericht. Het was vreselijk. Maar het is ze niet gelukt, ze willen ons uit elkaar drijven en dat krijgen ze niet voor elkaar. Akko is het voorbeeld van co-existentie.’
We mijmerden samen wat voort over de strekking van de rellen en de gevolgen. Maar ook over het mooie Akko met haar eeuwenoude geschiedenis. ‘Onze kinderen studeren en wonen in Jeruzalem en Tel Aviv. Ik hoop dat ze ooit, als ze gezinnen hebben, terugkeren naar hun geboortestad.
Tijdens ons prettige gesprek bleef door mijn hoofd gaan dat ik geen idee had of hij van Arabische of Joodse afkomst was. Zijn Ivriet had geen Arabisch accent. Ik keek wat rond in de auto, maar kon geen aanwijzingen vinden. Sommige taxichauffeurs hebben een foto van hun rabbijn of sjeik hangen. Vaak ook geven Arabische of Israëlische teksten de afkomst van de chauffeur weer. Maar de auto was net nieuw, dat had hij me inmiddels ook verteld. ‘Een dure auto, maar een goede investering’, zo concludeerde hijzelf heel tevreden. Maar daardoor was er nog geen persoonlijke toevoeging in het interieur aangebracht.
Stigmatiseren
Ik realiseerde me plotseling dat ik datgene aan het doen was, wat ik bij anderen zo afkeur: het stigmatiseren van de medemens. Dagenlang vroeg ik mezelf af, waarom het zo belangrijk was om de afkomst van de chauffeur te willen weten. En, ook, waarom ik het hem niet gewoon had gevraagd. Ik heb op beide vragen geen antwoord.
Dit blog gaat niet over goed of slecht, maar over het feit dat we met zijn allen moeten blijven werken aan de totstandkoming van een betere maatschappij, waar ruimte is voor iedereen.