Sluiten

Zoeken.

Artikelen

Activiteiten

Kennisbank

Podcasts

Projecten

Publicaties

Videos

Overig

Beschuldigingen Investico/ND/BOOS kloppen niet: “onzorgvuldige journalistiek”

Door Christenen voor Israël - 

22 april 2025

Beschuldigingen InvesticoNDBOOS kloppen niet “onzorgvuldige journalistiek” (2)

Foto: Canva Pro

Sinds eind maart liggen de stichting Christenen voor Israël en haar medewerkers zwaar onder vuur. Samengevat werd Christenen voor Israël ervan beschuldigd dat het huisjes heeft gefinancierd op de Westelijke Jordaanoever die op privaat Palestijns land zouden staan. Daarnaast werd de suggestie gewekt dat er bij Christenen voor Israël sprake zou zijn van ‘mogelijk’ financieel wanbeleid en het ‘mogelijk’ financieren van wapens. Na onderzoek van Christenen voor Israël en de Israëlische overheid, en een publicatie van de Telegraaf, blijken deze beschuldigingen gebaseerd te zijn op onzorgvuldige journalistiek.

Lees hier ons eerdere artikel over de beschuldigingen van Investico, ND en BOOS.

Op maandag 21 april publiceerde Telegraaf een uitgebreid artikel, waaruit blijkt dat de beschuldigingen die door BOOS (BNNVARA), Nederlands Dagblad en Investico in maart 2025 zijn gedaan geen fundament hebben en op cruciale onderdelen volkomen onwaar zijn. Zij baseren zich daarvoor op een verklaring van de Israëlische overheid.

Frank van Oordt: “We vinden het belangrijk dat journalisten kritisch zijn. Het is goed als de media kritisch kijken naar goede doelen. Ook Christenen voor Israël moet zich kunnen verantwoorden voor de besteding van de donaties, dat deze besteed worden voor de gegeven doelen. Maar bij dit onderzoek van ND, Investico en BOOS ontdekten we dat er sprake is geweest van journalistieke onzorgvuldigheid die Christenen voor Israël in een kwaad daglicht heeft gezet."

Wat zijn de beschuldigingen, en wat klopt ervan?

Beschuldiging 1: CvI heeft huisjes gebouwd op privaat Palestijns land. Conclusie: onjuist.

In 2022 heeft Christenen voor Israël een bijdrage gegeven voor een tiental tijdelijke woningen in het dorpje Revava op de Westelijke Jordaanoever. Deze verplaatsbare woonunits zijn geplaatst voor de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne. Investico, ND en BOOS beweerden in hun publicaties dat er een sloopbevel rust op de tijdelijke woningen, omdat deze woningen zich zouden bevinden op gestolen privaat Palestijns land. Deze beschuldiging strookt echter niet met de werkelijkheid.

Christenen voor Israël heeft over deze kwestie navraag gedaan bij de bevoegde instanties. Het Israëlische ministerie van Defensie (die verantwoordelijk is in dit gebied) heeft onderzoek gedaan naar het bestemmingsplan voor dit specifieke stukje land. Yehuda Eliyahu, Directeur Burgerzaken in Judea en Samaria, schrijft hierover in een verklaring het volgende: “Het volledige gebied van de nederzetting Revava, inclusief de betreffende tijdelijke eenheden, bevindt zich volledig in gebied C, volgens de Oslo Akkoorden.” Over de specifieke wijk schrijft hij: “Acht van de tien eenheden bevinden zich zonder twijfel op openbaar land […] We kunnen dus met absolute zekerheid stellen dat ten minste acht van de tien eenheden zich ongetwijfeld niet op particulier Palestijns grondgebied bevinden. De twee resterende eenheden zouden een meer diepgaande analyse vereisen van de vraag naar de status van het land waarop ze zich bevinden. Maar hoewel de status van het land waarop de resterende twee eenheden zich bevinden op dit moment onduidelijk is, zijn er volgens de momenteel beschikbare informatie geen aanwijzingen dat het particulier Palestijns grondgebied betreft. Bovendien dient te worden opgemerkt dat er tot op heden geen juridische claim is ingediend met betrekking tot dit terrein en dat er geen gerechtelijke procedures of rechterlijke uitspraken over lopen.”

In de brief licht het ministerie toe dat het sloopbevel een puur administratieve maatregel is die gaat over de vergunning van de huisjes, en dus niet over de eigendom van het land. De conclusie van het ministerie is daarom als volgt: “In het licht van het bovenstaande bewijsmateriaal is de kwalificatie van deze eenheden als inbreuk makend op particulier Palestijns grondgebied volkomen onjuist.”

Geen van de onderzoekspartners heeft documenten gepubliceerd (zoals bijvoorbeeld een eigendomsbewijs of een juridische claim) waaruit blijkt dat de beschuldigingen kloppen. Dit bevestigt dat er geen juridische grond is voor deze beschuldiging aan het adres van Christenen voor Israël.

Beschuldiging 2: CvI heeft ‘mogelijk’ wapens gedoneerd of contante giften gegeven. Conclusie: onjuist.

De tweede beschuldiging van BOOS en Investico was een stuk zwaarder, en tegelijkertijd nog minder onderbouwd met bewijsmateriaal. Door een ‘undercover’ interview onthulden BOOS (BNNVARA) en Investico dat Christenen voor Israël ‘mogelijk’ contante giften zou hebben gegeven of dat een gift ‘mogelijk’ gebruikt zou zijn voor de financiering van wapens door de stichting Or Ami van Nati Rom. Deze beschuldigingen werden overgenomen door andere media en hebben geleid tot kamervragen in Den Haag en raadsvragen in Amersfoort en Gouda. De beschuldigingen leidden tot tientallen dreigtelefoontjes, enkele demonstraties en verstoringen van bijeenkomsten van Christenen voor Israël.

Geen van de onderzoekspartners is met bewijs gekomen om deze beschuldigingen aan het adres van Christenen voor Israël te onderbouwen. In een verklaring geeft Nati Rom aan dat hij nooit gezegd heeft dat een gift van CvI gebruikt zou zijn voor wapens. Ook benadrukt hij dat CvI nooit contante giften heeft gegeven. CvI heeft daarnaast een volledige financiële verantwoording ontvangen van de organisatie van Nati Rom voor de eenmalige gift die in het najaar van 2023 is gegeven. Daaruit blijkt dat de gift voor zijn organisatie uitsluitend en volledig is gebruikt voor noodhulp, zoals voedselhulp, brandblussers en noodopvang van vluchtelingen.

Beschuldiging 3: Christenen voor Israël draagt extreem gedachtegoed uit. Conclusie: verzonnen.

In de publicaties van BOOS, ND en Investico worden diverse ‘experts’ aan het woord gelaten die het gedachtegoed van Christenen voor Israël becommentariëren. Onder meer komt Janneke Stegeman aan het woord, een theoloog die tevens voorzitter is van stichting Kairos Sabeel, de stichting die meerdere malen het gebouw van Christenen voor Israël heeft beklad. Zij wordt voorgesteld als neutrale duider, en noemt het gedachtegoed van Christenen voor Israël antisemitisch.

Er wordt geen reactie gevraagd aan CvI over het gedachtegoed dat wordt besproken in de artikelen en de uitzending. De zaken die worden benoemd zijn een karikatuur van ons gedachtegoed en kloppen zeker niet met onze visie, en zijn daarom schadelijk voor onze organisatie. In een artikel dat wij eerder publiceerden kunt u hierover meer lezen.

Conclusie

Uit onze bevindingen blijkt dat de beschuldigingen van Investico, BOOS en ND, die al een heel mager fundament hadden, niet kloppen. Directeur Frank van Oordt: “We betreuren het dat nieuwsmedia die zo’n belangrijke taak vervullen, zulke steken hebben laten vallen. Juist in zo’n gepolariseerd onderwerp als Israël zou een journalist moeten weten dat waarheidsvinding belangrijker is dan een pakkende kop of een sensationele beschuldiging”.

Als Christenen voor Israël zijn we meer dan ooit gemotiveerd om door te gaan met ons werk. Frank van Oordt: “Zonder onderscheid te maken willen we humanitaire steun blijven geven aan allen die het nodig hebben: aan Joden, Arabieren en andere minderheden. We blijven strijden tegen elke vorm van antisemitisme, en dat doen we omdat we als christenen ons verbonden voelen met Israël.”

Bekijk hier de uitzending:

Favicon CVI

De auteur

Christenen voor Israël

Doneren
Abonneren
Agenda