Sluiten

Zoeken.

Artikelen

Activiteiten

Kennisbank

Podcasts

Projecten

Publicaties

Videos

Overig

Antisemitisme

Terug naar overzicht

Christelijk antisemitisme

Door ds. Kees Kant - 

14 augustus 2024

bijlage 0601 - F240502YS58

Jongeren leren in Holocaustmuseum Yad Vashem over de slachtoffers van het nazisme. Met boven hen foto’s van Joden die slachtoffer werden van de Holocaust. | Foto: Flash90

Het antisemitisme is ouder dan het christendom. Denk hierbij aan de farao in Egypte en Haman in Perzië. Toch kunnen we ons als christenen niet achter deze historische feiten verschuilen, want haast nergens is het anti-Joodse denken zo doordacht en gesystematiseerd als in het christendom.

Eerste eeuwen

Er was al onbegrip onder christenen in de eerste gemeenten over het feit dat de meeste Joden niet konden aanvaarden dat Jezus de Messias is. In 70 na Christus werd de tempel verwoest, honderdduizenden Joden werden gedood en anderen eindigden in de verstrooiing. Dit drama werd in die jonge christelijke gemeenten rond de Middellandse Zee gezien als een oordeel van God. Hij heeft Zijn volk vervloekt en het verbond beëindigd. Kerkvader Justinus Martyr (95-140) schreef al in de tweede eeuw: “De rol van het Jodendom is uitgespeeld. De christelijke kerk is het ware Israël geworden. Door het doden van de ware gerechtigheid hebben jullie het hoogtepunt van jullie verdorvenheid bereikt.” Binnen de christenheid werden Joden steeds meer gezien als de ‘Godsmoordenaars’.

In de tweede eeuw schreef bisschop Cyprianus van Carthago (200-258): “De Joden zijn een vervloekt volk. En de duivel is de vader van de Joden”. Door dergelijke uitspraken werden Joden niet alleen in geestelijke zin gezien als voor eeuwig verloren, maar ook in het dagelijks leven gezien als gevaarlijk voor de samenleving. In Spanje en Engeland werden Joden zelfs gedwongen het land te verlaten.

Maatregelen tegen Joden

In 1179 besloot het Derde Lateraans Concilie dat Joden niet bij christenen mochten wonen, maar alleen in speciale wijken, getto’s, mochten wonen. In 1215 besloot het Vierde Lateraans Concilie dat Joden een gele hoed of lap op hun kleding moeten dragen. De gedachte achter deze maatregelen was de angst voor een verkeerde en zelfs gevaarlijke invloed van Joden op christenen. In 1492 besloten de Spaanse koning Ferdinand en koningin Isabella dat Spanje zuiver katholiek moest zijn. Joden kregen de keuze zich te bekeren en aan te sluiten bij de kerk en al hun Joodse gebruiken afzweren. Anders moesten ze het land verlaten of riskeerden ze gedood te worden.

Het is duidelijk dat hier een uiterst negatieve kijk op het Jodendom en op Joden zelf aan ten grondslag ligt. Regelmatig werden in diverse Europese steden Joodse huizen en winkels geplunderd en Joden gedood. Soms moest de paus optreden en waarschuwen om Joden te beschermen tegen de haatpreken van lagere geestelijken en het kerkvolk. De gangbare visie was dat Israël als Gods volk vervangen was door de christelijke kerk. Joden waren voor eeuwig verloren, tenzij ze zich bekeerden tot Christus, en lid werden van de kerk. Vooral de eis om hun Jood-zijn af te zweren, was voor Joden het bewijs dat die Jezus van de christelijke kerk niet de Messias kon zijn. De ware Bijbelse Messias zou zich nooit keren tegen Gods heilige wetten en instellingen. De formele houding van de christelijke kerk kan als anti-judaïsme gezien worden - aversie jegens de Joodse godsdienst - en niet als antisemitisch - afkeer jegens de Jood als mens. Maar de houding van veel christenen in de middeleeuwen was wel degelijk antisemitisch, omdat Joden vaak alleen al om hun Jood-zijn slachtoffer werden van plundering, of mishandeld of gedood werden.

Schokkende uitspraken

De uitspraken van Maarten Luther (1483-1546) tegen de Joden zijn algemeen bekend. Hij riep op tot verbranding van synagogen en verdrijving van Joden uit Duitsland. Het meest opvallend is zijn uitspraak dat Joden “zich niet meer zullen oprichten, of bekeerd worden”. Dat klinkt uitzichtlozer dan de katholieke houding, waar bekering nog mogelijk was. De bekende en gerespecteerde christen-humanist Erasmus (1466-1536) schreef in een brief aan zijn vriend Capito: “Er bestaat niets gevaarlijkers voor de onderwijzing van Christus dan deze meest verderfelijke pest, het Jodendom.” In de negentiende eeuw schreef de gereformeerde voorman en minister-president Abraham Kuyper (1837-1920): “Want toen het Sanhedrin gevonnist, en de priesters het volk opgehitst, en de mannen uit dat volk het ‘Kruist, kruist Hem’ en de vrouwen het: ‘Zijn bloed kome over ons!’ geroepen hadden, toen ging de Geest des Heeren bedroefd uit de kerken dezer synagogen weg, om er Satans geest in te laten trekken. Zoo werd de kerk der Joden een synagoge des Satans, of wat wij noemen zouden: een valsche kerk.” Ook hier klinkt de verlorenheid van de Joden, en een demonische typering van het oudtestamentische Joodse geloof.

In de steeds meer geseculariseerde Europese samenlevingen kwam in de negentiende eeuw een nieuwe vorm van antisemitisme op. Niet meer gebaseerd op de beschuldiging dat Joden Jezus zouden hebben gekruisigd, maar op een rassenleer. Joden zouden van een inferieur ras zijn, dat uiteindelijk de ondergang van het Germaanse ras zou betekenen. Kerken en christenen bleken helaas niet immuun voor deze leer. De Duitse hofpredikant ds. Adolf Stőcker (1835-1909) zei: “De Joden, dat zijn de gifmengers... Versterking van de christelijk-Germaanse geest is het middel om het gezwel van het Jodendom in het Germaanse leven uit te snijden, om aan deze verderfelijke kanker een einde te maken.” Door de eeuwen heen tekent zich een verschuiving af van anti-judaïsme naar antisemitisme, al zijn ze nooit helemaal te scheiden.

Antizionisme

Na de Holocaust en de heroprichting van de staat Israël in 1948 tekent zich opnieuw een indrukwekkende verschuiving af. Het rabiate antisemitisme verschuift naar antizionisme, aversie jegens de staat Israël. De duistere krachten in de mensheid gaan zich minder richten op de Jood als mens, maar op Israël. Ook hiervoor zijn christenen en kerken helaas niet immuun. Ook binnen de kerken klinken veelvuldig termen als apartheid, kolonialisme, bezetting en onderdrukking. Bisschop Desmond Tutu (1931-2021) zei zelfs: “Zionisme vertoont veel parallellen met racisme”. Het Bijbels-profetische getuigenis over de terugkeer van Joden naar het land Israël maakt blijkbaar weinig indruk. Ook bij dit antizionisme blijkt dat het niet te scheiden is van antisemitisme. De drie – antisemitisme, anti-judaïsme en antizionisme – overlappen elkaar.

Dit artikel komt uit de bijlage 'Antisemitisme' van de krant Israël Aktueel. U kunt zich gratis abonneren op onze krant of de bijlage afzonderlijk downloaden via de onderstaande knop.

CHR-v-ISRAEL-0005-HENK

De auteur

ds. Kees Kant

ds. Kees Kant is directeur van Christians for Israel International.

Doneren
Abonneren
Agenda