Het Nationaal Holocaust Museum opent met deze aanblik. Sieg Maandag loopt als zevenjarig jongetje op 15 april 1945 weg uit concentratiekamp Bergen-Belsen. Het museum heeft als doel te vertellen wat er is gebeurd. En dat is zeer noodzakelijk. Als iets de laatste tijd blijkt dan is het dat er meer kennis nodig is over de Holocaust, dat er vertelt moet worden over eeuwen van bijdragen van Joden aan de Nederlandse samenleving, en dat ontmoeting en gesprek met Joden belangrijk zijn, omdat dit mogelijkheden zijn om Jodenhaat een halt toe te roepen. | Foto: Thijs Wolzak
Rob Oudkerk, Ellen van Praagh en Chanan Herztberger vertellen erover.
Rob Oudkerk, documentairemaker en publicist
Door het maken van een tv-serie voor de EO zijn mijn ogen veel verder opengegaan over antisemitisme. Ik had er al die jaren geen last van. Mijn gedachte was: ik ben voor veel mensen bekend in Nederland, ze weten dat ik Joods ben. Als er echt full blown antisemitisme is, dan zou júist ik er te pas en te onpas last van moeten hebben, en dat is niet zo. En als ik er geen last van heb, waarom zouden anderen dat dan wel hebben?
Wat ik de afgelopen tijd geleerd en ervaren heb, is dat het gevaar eerder zit in de grote grijze massa die onverschillig is ten opzichte van Joden. Die onverschilligheid is veel gevaarlijker dan Jodenhaat en kan leiden tot herhaling van wat in het verleden is gebeurd. Ik hoor overal om mij heen dat mensen bang zijn geworden. Mensen zijn bang om te vertellen dat ze Joods zijn. Dat vind ik eng. Mensen voelen zich niet veilig. Waar is een veilige plek? Waar moeten we heen? Het is dat ongrijpbare gevoel, er is iets maar je kan het niet helemaal benoemen. Dat maakt me echt bezorgd.
Wat zou helpen, is wanneer mensen kunnen invoelen wat 7 oktober voor ons betekent. Het was de eerste keer sinds de Tweede Wereldoorlog dat er zo massaal een aanval was op het Joodse volk. Het was niet hetzelfde, maar het brengt die gevoelens van angst wel weer naar boven. Als er begrip is, kan er veel veranderen. Dan kom je dichter bij elkaar, en daarom moeten we blijven vertellen over de gevolgen Jodenhaat en onverschilligheid.
Ellen van Praagh, vicevoorzitter van de European Jewish Association
Als ik voor mijzelf spreek: ik heb er geen ervaring mee. Ik heb tot nog toe geen negatieve reacties gehad. Het tegenovergestelde is eerder het geval: mensen die je aanspreken en bemoedigen. Misschien heb ik geen negatieve ervaringen omdat je aan mij niet ziet dat ik Joods ben. En daarnaast speelt waarschijnlijk mee dat mijn netwerk vooral een Joods netwerk is, dus de kans dat je wat meemaakt, is kleiner.
Maar wat ik wel ervaar, zijn gevoelens van onveiligheid. Dat komt doordat mensen zomaar mogen roepen wat ze willen. Daar wordt niets tegen gedaan, en het wordt gevoed door de media. Als je hoort en ziet wat er op de universiteiten gebeurt, dan lijkt er nauwelijks historisch besef te zijn. Ik ben Nederlander. Al eeuwen wonen Joden in Nederland. Joods leven moet gewoon mogelijk blijven, een leven zonder angst. En toch steekt het monster van antisemitisme weer de kop op. Schaamteloos zie je het gebeuren. Juist daarom is het nu belangrijk dat de zwijgende meerderheid opstaat en zegt: tot hiertoe en niet verder. We moeten blijven vechten tegen antisemitisme. Want het begint met de Joden, maar het gaat daarna verder.
Chanan Herztberger, voorzitter Centraal Joods Overleg
“Er is een algemeen gevoel onder Joodse Nederlanders dat ze zich momenteel niet prettig in Nederland voelen. Mensen zijn bang, bang dat het tot fysiek geweld komt. Ze willen daarom niet meer herkenbaar Joods zijn. Je weet niet wat de buurman vindt. Mensen worden ook bevraagd over Netanyahu. Heel concreet: er wordt van je verwacht dat je afstand neemt van het beleid van Netanyahu. Op de universiteiten is het probleem nog groter. Studenten worden aangevallen. Medestudenten willen niet met ‘een zionist’ in de groep. En dan wordt er een ‘oplossing’ voor de Joodse student bedacht door hem een apart programma aan te bieden. De Joodse studenten gaan vaak akkoord, want ze hebben geen zin in gedoe.
We dachten na de Tweede Wereldoorlog van het antisemitisme af te zijn. Maar antisemitisme gaat nu als een vuur door een dor bos. Zelfs als de Gaza-oorlog voorbij is, zal nog lang gevoeld worden dat dit gebeurd is. Ik vind dat we ons niet moeten verbergen. Angstig zijn is niet goed. We zijn deel van de Nederlandse samenleving en daar zetten we ons ook voor in. De meeste bestuurders en de regering spreken zich uit tegen antisemitisme en daar zijn we heel blij mee. Die steun helpt echt. Dat is ook het grote verschil met vóór de oorlog. En: we houden ons vast aan elkaar en aan onze vrienden.”
Dit artikel komt uit de bijlage 'Antisemitisme' van de krant Israël Aktueel. U kunt zich gratis abonneren op onze krant of de bijlage afzonderlijk downloaden via de onderstaande knop.