CvI dient klacht in over dagblad Trouw bij Raad voor de Journalistiek
Door Christenen voor Israël -
11 juni 2024
Op 11 juni diende Christenen voor Israël een klacht in over het Dagblad Trouw bij de Raad voor de Journalistiek (RvdJ), het zelf-controlerende orgaan voor de media in Nederland. De klacht gaat in op vier artikelen in Trouw, die in een tijdspanne van twee weken (in maart 2024) werden gepubliceerd. Artikelen waarin Christenen voor Israël in een kwaad daglicht werd gesteld.
In dit achtergrondartikel kunt u meer lezen over deze publicaties van Trouw, en onze reactie daarop. Na e-mailcorrespondentie met de hoofdredactie van de krant in de afgelopen maanden, blijkt dat Trouw zich nog steeds op het standpunt blijft stellen dat zorgvuldig is gehandeld, terwijl Christenen voor Israël daar heel anders over denkt. Voor ons voldoende reden om naar de RvdJ te stappen. Het gaat immers niet alleen om de ‘goede naam’ van onze stichting, maar vooral om het feit dat mensen die onze stichting steunen door de Trouw-publicaties eenzijdig worden geframed en in een kwaad daglicht worden geplaatst.
Waar gaat de klacht over?
Samenvattend vindt Christenen voor Israël dat Trouw onjuiste en onvolledige informatie heeft gepubliceerd. Die onjuiste en onvolledige informatie gaat over onze steun aan projecten op de zogenaamde Westelijke Jordaanoever en over onze visie.
Hier een aantal citaten over CvI in Trouw, die illustreren hoe zij onze stichting neerzetten als een radicaal-rechtse beweging die geweld niet schuwt.
- Christen-zionisten geloven op grond van de Bijbel dat alle Joden naar Israël (‘Zion’) moeten komen vóór de wederkomst van Jezus; ze staan vierkant achter de kolonisten.
- “Het is deze overtuiging, dat God zelf achter alles zit wat Israël wil, die zoveel schade aanricht, ook in dat land zelf. […] Welk woord? Dit, uit het bijbelboek Numeri: ‘Gij zult al de bewoners van het land voor uw aangezicht verdrijven’.”
- CvI voedt het conflict door er een religieuze dimensie aan te geven. Dat is levensgevaarlijk. Dan wordt het oorlogvoeren met de Bijbel in je hand.”
- “Trouwens, als ze de huidige staat Israël werkelijk naar de Bijbelse grenzen willen oprekken, mogen we onze borst wel natmaken, want die reiken tot ver in Libanon en voorbij Damascus. Volgens sommige teksten zal ook het koningshuis David weer regeren en zal er een nieuwe tempel verrijzen, en wel precies op de plek waar nu de Al-Aqsamoskee staat. Dat wil je toch niet serieus allemaal nu gaan nastreven? Dat wordt een ramp.”
- “Kolonisten vind je in alle soorten en maten op de bezette Westelijke Jordaanoever, maar de kolonisten om wie het hier ging zijn zeer radicaal.”
De krant schetst een onjuist beeld van de visie en standpunten van Christenen voor Israël. Wij zijn groot voorstander van journalistieke vrijheid, maar tegelijk zijn we van mening dat het Trouw niet vrij staat om schade te veroorzaken door onjuiste informatie te publiceren. Dit geldt des te meer als het gaat om een beladen onderwerp en een gepolariseerde maatschappelijke discussie. Zo krijgt Christenen voor Israël het frame dat het op grond van de Bijbel geweld zou goedkeuren, en alleen maar radicale kolonisten zou ondersteunen. Over onze steun aan Palestijnse christenen (bijvoorbeeld de jarenlange steun aan de First Baptist Church in Bethlehem) rept de krant met geen woord, terwijl we die wel naar voren hebben gebracht in onze contacten met Trouw.
Onzorgvuldig en verwijtbaar
De beweringen in de artikelen zijn feitelijk onjuist en schetsen daardoor een verkeerd beeld van onze stichting. Dit is onnodig schadelijk. Daarbij komt dat het hier om vier opeenvolgende artikelen gaat die erop gericht lijken te zijn de goede naam van CvI te schaden. Van gedegen journalistiek is geen sprake: het is populisme en framing. Het is dus niet verwonderlijk dat wij dit als een aanval hebben ervaren. De publicaties hebben ook een storm van negatieve reacties op sociale media teweeggebracht. Wij achten het handelen van Trouw hierin onzorgvuldig en verwijtbaar.
Wij zullen u verder op de hoogte houden zodra de Raad voor de Journalistiek zich over onze klacht zal buigen.