Met alles wat er deze dagen gaande is, zijn er helaas veel negatieve dingen om over te schrijven. Maar deze keer wil ik schrijven over het goede dat uit deze tragedie is voortgekomen.
De Joodse geleerden leren ons dat de generatie van de toren van Babel iets speciaals had. Ja, ze wilden in opstand komen tegen G-d. Maar ze waren verenigd. Ze waren één volk met één missie, wat hen de mogelijkheid gaf om zo'n enorm project te bouwen. Vandaag zien we dat het Joodse volk ook één is en één missie heeft.
Zorgen voor elkaar
De afgelopen weken heeft Israël 360.000 reservisten opgeroepen - de grootste mobilisatie dat dit land in decennia gezien heeft. Maar dit is niet het enige leger dat zich in de Joodse wereld heeft gemobiliseerd. Er is ook een heel leger van burgers over de hele wereld opgestaan, dat de Israëlische soldaten en eerstehulpverleners helpt door het bieden van voedsel, voorraden, gebed en morele steun.
Tegenwoordig lijkt het soms alsof iedereen hier bezig is met het kopen of verzamelen van spullen voor het leger: koken, bakken en voedsel bezorgen aan de soldaten om hun rantsoenen aan te vullen. Daarnaast zijn er ook duizenden Israëli's die door de oorlog uit hun huizen zijn verdreven, waardoor ze nu afhankelijk zijn van hun vrienden en buren -en zelfs wildvreemden- voor hulp met wat ze maar nodig hebben.
Eerbetoon
Tijdens de eerste week van de oorlog werden begrafenissen gehouden voor de gevallenen in hun kleine gemeenschappen. Om veiligheidsredenen was het aantal deelnemende rouwenden beperkt. Lokale bewoners stonden echter als eerbetoon langs de straten terwijl de begrafenisstoeten voorbijreden.
Toen ‘eenzame soldaten’ (soldaten zonder familie dichtbij, red.) werden begraven, kwamen honderden mensen om hun nagedachtenis te eren. Op verzoek van de chevra kadisja (begrafenisvereniging) boden talloze mensen, waaronder ikzelf, zich vrijwillig aan om graven te graven, omdat de chevra kadisja dit niet alles zelf meer konden doen.
Totaal vreemden maakten verre rouwbezoeken aan families van de slachtoffers om de nabestaanden troost te bieden. Vele honderden mensen stonden op 8 oktober al in lange rijen, die letterlijke hele straten vulden, om bloed te doneren.
Burgers brengen massaal maaltijden naar legerbasissen, bieden onderdak aan evacuees en doneren speelgoed aan geëvacueerde kinderen.
De voorbeelden van al de chesed (liefdadigheid) voor onze soldaten, Hatzola- en ZAKA-hulpverleners, en voor de evacués van de gebombardeerde gemeenschappen in het noorden en zuiden van Israël, zijn te veel om in één artikel (of zelfs tien!) te beschrijven.
Koude en warme maaltijden worden door burgers in overvloed verzameld en afgeleverd op legerbasissen door het hele land. Geëvacueerden worden gehuisvest en gehost in luxe hotels en worden behandeld als eregasten. Enorme donaties van nieuw speelgoed voor alle leeftijden voor de geëvacueerde kinderen worden bij de hotellobby's gedropt om hun trauma te verzachten.
Niet-koosjere luxe restaurants in seculiere steden als Tel Aviv lieten zich vrijwillig 's nachts koosjer gemaakt worden, zodat ze dagelijks bijna 1000 maaltijden voor soldaten konden bereiden. In het buitenland zijn de Joodse gemeenschappen enorm actief om allerlei levensreddende benodigheden in te zamelen en op te sturen naar Israël. En de lijst gaat maar door met honderden kleinere liefdadigheidsdaden die dagelijks over de hele Joodse wereld worden gedaan.
Eén volk
Het Bijbels Hebreeuws is een heilige taal die allerlei verborgen boodschappen bevat. De numerieke waarde van het Hebreeuwse woord voor oorlog (milchama) is 123. Wat is de oplossing op een oorlog? Am Echad (één volk), dat ook de numerieke waarde 123 heeft. Enkel en alleen wanneer wij echt één volk zijn en we ons als één gedragen, dan zullen we deze oorlog kunnen winnen.
Wat interessant is om te vermelden, is dat in het eerste rapport van 7 oktober, het leger vermelde dat 123 soldaten waren gedood. Na de oorlogsmist steeg dit aantal uiteindelijk tot minstens 330. Maar wij geloven niet in toeval: misschien was dit wel een vroege boodschap aan ons om ons te verenigen.
Haman - Hamas
Onze geleerden vertellen ons ook dat alle profeten en profetessen van Israël niet in staat waren te doen wat Haman in één nacht deed. Want zij konden onze voorouders er niet toe bewegen tesjoeva te doen (naar G-d terug te keren). Maar toen "de koning zijn zegelring van zijn hand nam en die aan Haman gaf" (Esther 3:10), zette dit hen ertoe aan om onmiddellijk in liefde terug te keren naar G-d en Zijn Thora.
Het is ongelooflijk om te zien welke impact Hamas en hun aanhangers wereldwijd hebben op Joden over de hele wereld, en vooral op het Israëlische leger. Er zijn talloze soldaten die zich nooit aan de Sjabbat hebben gehouden, of Sjabbat-kaarsen aanstaken, die het nu op zich hebben genomen om dit wel te doen.
We moeten ons verenigen als één volk en terugkeren naar G-d en Zijn Thora.
Er zijn zoveel volledig seculiere soldaten die nu koosjer zijn gaan eten. Anderen leggen nu elke dag tefilin (gebedsriemen) en bidden de dagelijke gebeden. Er is een grote vraag naar tefilin voor deze soldaten – en Joden van over de hele wereld werken er actief aan om elke soldaat zijn eigen set te geven (wat erg duur is, omdat deze handgemaakt en met de hand geschreven zijn).
Sjabbat
De Thora zegt ons dat wij op de Sjabbat zelf niet mogen koken. Daarom moet al ons eten -of warm water- al vóór de Sjabbat zijn bereid. Om dit eten warm te houden, maken wij gebruik van speciale elektrische kookplaten en heetwater-urnen.
Maar met de plotselinge mobilisatie van honderdenduizenden reservisten heeft het leger niet genoeg om alle basisbehoeften voor het houden van de Sjabbat te financieren. Elke basis heeft daarom contact met talloze vrijwilligers die dit gat opvullen en hen proberen te voorzien van alles wat ze nodig hebben.
En zo slaagden ook wij er op de vrijdag van zowel de eerste als de tweede oorlogsweek om een propvol minibusje vol kookplaten, heetwater-urnen, keppeltjes, gebedenboeken en allerlei soorten Sjabbat-lekkernijen naar legerbassisen in het Noorden te sturen. Dit alles gedoneerd door mensen uit onze wijk in Jeruzalem. Want het is zoals we zeggen in een populair Sjabbat-lied: Ki esjmera Sjabbat E-l jisjmereeni (als ik de Sjabbat bewaak, zal G-d mij bewaken”).
Tsi’tsit
Net zoals er veel soldaten zijn die Sjabbat zijn gaan houden, zijn er zelfs nog veel meer die tsitsiet (schouwdraden) zijn begonnen te dragen. Zoveel zelfs dat er hier nu een grote vraag naar is in het leger. De mitswa (gebod) van het dragen van tsitsiet wordt twee keer gegeven in de Thora, namelijk in Numeri 15:37-41 en Deuteronomium 22:12.
De sefer haChinoech, een klassiek 13e-eeuws Joods werk, schrijft dat we deze dragen zodat we altijd herinnert worden aan G-ds geboden. Want er is geen betere herinnering dan het dragen van het ‘zegel van de Meester’ op de kleding die men te allen tijde draagt. Bovendien wijst de Midrasj, de samenstelling van Joodse overleveringen, erop dat de numerieke waarde van het woord tsitsiet 600 is. Voeg hieraan de acht draden van elke hoek van het kledingstuk toe, plus de vijf knopen waarmee deze acht draden zijn vastgebonden, en we komen uit op 613. Een toespeling op de 613 mitswot (geboden) van de Thora.
Er is een screenshot van een WhatsApp-chat die massaal verspreid wordt op Joodse sociale media. Daarin wordt vertelt over een moeder wiens dochter is opgeroepen: “Nu je tussen al deze soldaten zit, moet je op zoek gaan naar een leuke Joodse jongen voor jezelf” schreef de moeder. De dochter antwoordde: “Een paar dagen geleden had ik dat wel kunnen doen. Maar nu kan ik niet meer zeggen wie dati (religieus) is en wie niet, iedereen draagt een keppel en tsitsiet.”
Maar net als bij de Sjabbat-noodzakelijkheden heeft het leger hier niet het geld of de tijd voor. Dus zijn er wereldwijd talloze projecten ontstaan, waarin orthodox-Joodse middelbare scholieren, mannen en vrouwen vele tienduizenden legergroene tsitsiet voorbereiden. Hoewel er heel veel campagnes gaande zijn om het IDF te helpen, is deze echter uniek omdat ook ‘geestelijk’ is. Als religieuze Joden is dit voor ons ook net zo belangrijk als alle andere campagnes; want dit zal onze soldaten geestelijke bescherming bieden. Het herinnert hen te allen tijde aan wie zij zijn en dat G-d altijd met hen is.
Versterkte verbinding
Rabbijn Avremi Lehrer helpt regelmatig patiënten en personeel van het Barzilai-ziekenhuis in Ashkelon met het leggen van tefilin. Maar er is één dokter die het altijd beleefd heeft afgewezen.
Dit ziekenhuis was het medische epicentrum na de gruwelijke terreuraanslagen op 7 oktober. Na een aantal zeer intense dagen bracht rabbijn Lehrer eindelijk weer zijn tefilin voor de personeelsleden en slachtoffers. De dokter die nooit tefillin heeft willen leggen, kwam nu echter naar hem toe, en vroeg of hij ze mocht leggen.
“Wanneer Joden vermoord worden alleen maar omdat ze Joods zijn, dan is onze reactie hierop om onze verbinding met G-d te versterken”, legde de dokter uit. Terwijl de dokter de tefilin omdeed, barstte rabbijn Lehrer in tranen uit.
Wanneer Joden vermoord worden alleen maar omdat ze Joods zijn, dan is onze reactie hierop om onze verbinding met G-d te versterken.
— dokter in het ziekenhuis van Ashkelon
Israëlische metamorfose
Op de nacht van afgelopen zondag op maandag slaagde het IDF erin een Israelische soldaat te bevrijden uit Gaza die op 7 oktober gevangen was genomen. Enkele ogenblikken na het horen van dit nieuws, vroeg de seculiere tv-presentator Sharon Gal, tijdens een live-uitzending op de Israëlische zender Channel 14, een orthodox-Joodse gast om zijn keppel te lenen om een bracha (zegenspreuk) te zeggen om G-d te danken voor dit nieuws: “Baroech ata Hasjem, elokeenoe melech ha’olam matir asoeriem!” (Gezegend bent U Hasjem, onze G-d, Koning van de wereld, die de gevangenen bevrijdt).
Een paar maanden geleden leek het alsof Israël aan de vooravond stond van een burgeroorlog, die draaide om de veronderstelde religieuze identiteit van de Staat. Nu, na deze drie moeilijke weken, zien we dat niet-religieuze Joden in heel Israël zich op de meest diepgaande en inspirerende manier verbinden met hun Joodse wortels.
Dat is de impact die Hamas op ons volk heeft. In plaats van ons te verdelen, of te verwijderen van G-d, zorgde het er alleen maar voor dat we juist dichter naar onze Vader in de Hemel groeien.
Wie jou zegent
Afgelopen Sjabbat lazen we over G-d’s gebod aan Abraham om zijn geboorteland te verlaten. Een vers later lezen we dat G-d tegen hem zegt: “Wie jouw volk zegent – het Joodse volk – zal gezegend worden; en wie jou vervloekt, zal ik vervloeken”. Maar als we naar de Hebreeuwse woorden kijken, dan zien we hier een gebrek aan consistentie.
In het vers “Hij die jou zegent, zal gezegend worden” gebruikt de Thora hetzelfde woord om een zegen te beschrijven: baroech (zegen). Maar wanneer het op de vloek aankomt, staat er: “Hij die jou vervloekt (Oemekalelcha), zal ik vervloeken”, maar hier gebruikt de Thora niet hetzelfde woord om de vloek te beschrijven. Het vers had het woord ‘akalel’ (ik zal vervloeken) moeten gebruiken. Maar in plaats daarvan wordt een ander woord gebruikt: “Aor”.
Misschien kunnen we deze inconsistentie verklaren met dat het woord ‘Aor’ ook het woord ‘Or’ bevat – wat ‘licht’ betekent. Dus nu zouden we het vers ook kunnen lezen als: “Hij die het Joodse volk zegent, zal gezegend worden. Maar wie hen vervloekt, zal hun licht zien!”
Ons licht
Wanneer je met ons bent in onze donkerste tijden, als je onze vriend bent; dan zal je gezegend worden. Maar als je ons vervloekt, dan zal je ons licht zien. Dan zal je snel leren waartoe het Joodse volk in staat is. Je zult zien hoe wij ons verenigen. Hoe wij terugkeren naar onze Hemelse Vader en Zijn geboden.
Je zult getuige zijn van een volk dat veerkrachtiger is dan wat dan ook. Je zult mensen zien die vrijwilligerswerk doen, voedsel inpakken, voorraden opsturen, legerbasissen bezoeken, maaltijden koken, en tsitsiet maken. Je zult bekende zangers zien die zingen op legerbasissen en ziekenhuizen om hun broeders bemoedigen; dansen, verenigen en lachen. Een volk dat samen rouwt en één is. Onze vijanden dachten dat ze duisternis konden brengen. Maar ze hadden geen idee hoe helder ons licht nu juist schijnt.
De duisternis kan ons licht nooit doven.
En hoe passend is het ook dat G-d Abraham deze belofte doet wanneer hij op het punt staat om naar het land Israël te gaan. Duisternis is simpelweg de afwezigheid van licht. Zolang wij als volk helder blijven schijnen, dan zorgen we ervoor dat de duisternis van onze vijanden nooit een plaats zal hebben in deze wereld. Het Joodse volk is -en blijft- de bron van helder licht in deze wereld. De enorme hoeveelheid chesed (liefdadigheid) die in Israël en over de hele wereld wordt gedaan, maakt deel uit van dat licht dat ons door deze duisternis zal dragen.
En geen enkele hoeveelheid duisternis kan dit licht doven.