Ik kreeg afgelopen vrijdag een verontrustende e-mail van een oud-leerling, die naar België verhuisd is:
“Op 11 maart 2025 werden Joden in België vogelvrij verklaard en werd de definitie van antisemitisme geherdefinieerd. De door JID aangespannen zaak ging zowel over de column waarin Brusselmans verklaart elke Jood een puntig mes in zijn strot wenst te willen steken als over citaten uit tenminste 44 van zijn boeken”.
Antisemitische uitingen
Aan de e-mail hingen vier ‘attachments’ met citaten van Herman Brusselmans. Ik laat hier enkele volgen:
- In 2011 schrijft Brusselmans onder andere: "Ken jij één enkele Jood of zigeuner die onschuldig is? Allemaal dieven, profiteurs en uitbuiters."
- "Dat komt doordat de West-Vlamingen de Joden van België zijn. Het belangrijkste voor hen is dat ze geld kunnen verdienen ten koste van eenvoudige restauranthouders."
- "Waarom zou ik in het water springen? Ik kan niet zwemmen. Joden zwemmen niet. Behalve in geld, natuurlijk."
- "…Er wordt gezegd dat de Joden in Amerika weer alle banken, warenhuizen en alles in handen hebben, net als voor de oorlog. Wat zeg ik, in Amerika? Niet alleen in Amerika, verdorie."
- En in 2012: "Jood? Kan je dat aan mij zien? Hoe kun je dat herkennen, meneer Guggenheimer? Aan de neus, de oren, het voorhoofd, de mond, de lippen, de wangen en de hals, zei Guggenheimer. En dat is nog niet alles..."
Wie is Brusselmans?
Ronald Giphart beschrijft hem in ‘Wie is Herman Brusselmans’: “De zelfbenoemde ‘Mooie Jonge Oppergod van de Vlaamse Letteren’ wordt op handen gedragen door vele bewonderaars van zijn absurdistische, (semi-) autobiografische en vooral humoristische boeken. Daarnaast wordt hij ook verguisd door vele literaire critici en opiniemakers…Zijn oeuvre behelst inmiddels meer dan zeventig boeken. Toch is hij nog nooit genomineerd voor een toonaangevende literaire prijs”. Einde citaat.
Jodenbloed laten vloeien
Schrijver Arnon Grunberg heeft na 25 jaar besloten te vertrekken bij het Belgische tijdschrift Humo. De reden voor zijn vertrek is zijn onvrede over hoe de hoofdredactie omging met een column van Herman Brusselmans. In deze column over het conflict in Gaza schreef Brusselmans een controversiële uitspraak waarin hij aangaf geweld tegen Joden te willen plegen. Ondanks de felle kritiek op deze passage, bleef Humo de columnist verdedigen.
Hoofdredacteur Matthias Vanderaspoilden meent dat Arnon Grunberg de passage over Joden "te persoonlijk" opvat. Teksten van satirische auteurs mogen niet al te letterlijk genomen moeten worden. Voor Grunberg was dit de druppel, die de emmer deed overlopen. Volgens Grunberg in zijn open brief aan Humo mist de redactie de kern van de zaak. In naziliederen werd deze riedel - een oproep om "jodenbloed" te laten vloeien, ook gezongen.
Het Forum der Joodse Organisaties in België reageerde al eerder. Op 27 februari jongstleden ontving ik vanuit Brussel de boodschap, dat onze Joodse onderburen zich grote zorgen maken: “Het parket laat ons in de steek”.
Het CCOJB, het Forum der Joodse Organisaties, het Jonathas Instituut en het CCJL uitten hun grote verontwaardiging over het besluit van het parket om geen verdere strafrechtelijke stappen te ondernemen in de zaak tegen de Vlaamse schrijver Herman Brusselmans.
Wat had Brusselmans precies gezegd?
De organisaties dienden een klacht in nadat Brusselmans een column had gepubliceerd met de volgende passage: “Ik zie een beeld van een huilend en schreeuwend Palestijns jongetje dat helemaal buiten zinnen om z’n onder het puin liggende moeder roept, en ik beeld me in dat dat jongetje m’n eigen zoontje Roman is, en de moeder m’n eigen vriendin Lena, en ik word zo woedend dat ik iedere Jood die ik tegenkom een puntig mes los door de keel wil rammen.”
Deze buitengewoon agressieve uitlatingen zijn niet alleen schokkend, maar vormen ook een duidelijke aanzet tot antisemitisch geweld. De Joodse organisaties benadrukken dat de enige gepaste reactie van de gerechtelijke autoriteiten op dergelijke uitlatingen een strikte handhaving van de wet is. Toch verzocht het parket, tegen alle verwachtingen in, aan het einde van het gerechtelijk onderzoek om de heer Brusselmans niet verder te vervolgen.
Het Parket heeft zijn kamp gekozen
Terwijl antisemitische incidenten de pan uit rijzen en de haat tegen Joden toeneemt, besloot het Gentse parket nonchalant dat er geen reden was om vervolging in te stellen. Daarmee lijkt het parket een standpunt in te nemen dat impliciet degenen steunt die met hun uitspraken of publicaties antisemitische haat verspreiden.
De boodschap is onthutsend: in België lijkt het voor het parket acceptabel dat men openlijk oproept tot geweld tegen Joden, zonder juridische consequenties. Als instantie die de rechtsstaat en de veiligheid van alle burgers moet waarborgen, geeft het parket hiermee een verontrustend signaal af: haat krijgt vrij spel.
Schelden doet geen pijn?
In het Nederlands zeggen we altijd: ‘Schelden doet geen pijn’. Dit spreekwoord is onjuist. Iedereen weet dat schelden wel pijn doet. Wij Joden zijn de enige bevolkingsgroep, die uit ervaring kan aantonen, dat schelden niet alleen heel onaangenaam is maar ook de meest gruwelijke gevolgen kan hebben.
In de meest extreme vorm verloopt het antisemitische proces in drie fasen:
- Zwartmaken,
- Afzonderen,
- Uitroeien.
Het zwartmaken gebeurt door Joden voortdurend op een negatieve manier af te schilderen. Het afzonderen houdt in dat zij buiten de samenleving worden geplaatst, contact met niet-Joden onmogelijk wordt, en zij geen recht meer hebben om hun mening te uiten.
Dit proces is ook aan de orde in Nederland. Ik houd mijn hart vast.