Voor de kleindochter van onze vroegere buren, zie mijn blog van vrijdag, is het haar eerste reis naar Israël en daar hoort natuurlijk ook een bezoek aan Jeruzalem bij.
We waren om half zes vanuit het noorden vertrokken in de auto en kwamen, vanwege de files, ongeveer vier uur later aan. Normaal erger ik me aan het eindeloos stilstaan en dan weer zachtjes optrekken, maar dit keer was het een prachtige manier om haar van alles van het land te laten zien en er uitgebreid over te vertellen.
Er is niets mooiers dan in een slakkengang op Jeruzalem te naderen. Als een schilder die aan het werk is aan zijn schilderij. De heuvels, het groen, het gouden licht, het Jeruzalem- steen… langzaam ontvouwt zich de stad.
En dan daar het moment: We zijn er, we zijn in Jeruzalem. Vervolgens liepen we uren en uren door de Gouden Stad. Te midden van de vele te luidruchtige toeristen die er, gelukkig voor het toerisme, weer zijn.
De vele smalle steegjes door. De trappetjes op en af. Een verscheidenheid van mensen. Door de soek (de Arabische markt), de geuren, kleuren en de schreeuwende koopmannen. Geheime gangetjes en deuren, devote mannen en vrouwen aan het bidden bij de Klaagmuur.
De kleindochter in stilte, onder de indruk van al het moois.
Hier haar impressie van een dag lopen door de mooiste stad van de wereld: